direct naar inhoud van Artikel 26 Waterstaat - Waterstaatkundige functie
Plan: Puttershoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0585.BPPuttershoek-VG01

Artikel 26 Waterstaat - Waterstaatkundige functie

26.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. de afvoer van oppervlaktewater, sediment en ijs;
  • b. de waterhuishouding;
  • c. de aanleg, het onderhoud en de verbetering van de hoofdwaterkering en het vergroten van de afvoercapaciteit;

met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.

26.2 bouwregels
26.2.1

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 17) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.

26.2.2

Gebouwen mogen niet worden gebouwd.

26.2.3

Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 m.

26.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 26.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de waterstaatkundige functie.

26.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
26.4.1 Omgevingsvergunningplichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 26.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • e. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen.
26.4.2 Verlening

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 26.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de waterstaatkundige functie.

26.4.3 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning als bedoel in artikel 26.4.1 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.