direct naar inhoud van Artikel 19 Leiding - Olie
Plan: Puttershoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0585.BPPuttershoek-VG01

Artikel 19 Leiding - Olie

19.1 bestemmingsomschrijving
19.1.1

De voor 'Leiding - Olie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  • a. een ondergrondse olieleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - olie 1' met een maximale diameter van 24 inch en een maximale druk van 62 bar;
  • b. een ondergrondse olieleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - olie 2' met een maximale diameter van 36 inch en een maximale druk van 43 bar;
  • c. het beheer en onderhoud van de leiding;
  • d. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;

met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.

19.1.2

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 17) zijn op de in artikel 19.1.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare of beperkte kwetsbare objecten toegestaan.

19.2 bouwregels

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met 17) mag:

  • a. binnen een afstand van 5 m aan weerszijden van de olieleiding geen nieuw bouwwerk worden gebouwd;
  • b. op de overige binnen de zone gelegen gronden geen nieuw bouwwerk ten behoeve van de in artikel 19.1.2 genoemde functies worden gebouwd.
19.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2 al dan niet in combinatie met artikel 19.1.2 voor het bouwen van bouwwerken, mits:

  • a. niet wordt gebouwd ten behoeve van kwetsbare objecten;
  • b. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen;
  • c. de veiligheid, het beheer en exploitatie van de leiding(en) niet worden geschaad;
  • d. er ter plaatse een aanvaardbaar verblijfsklimaat kan worden gegarandeerd;
  • e. advies is verkregen van de leidingbeheerder.
19.4 omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
19.4.1 Omgevingsvergunningplichtige werken

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning binnen een afstand van 5 meter aan weerszijden van de leiding de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen, zoals ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanbrengen, verwijderen of herstellen van ondergrondse leidingen of drainage;
  • c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen, verdiepen, vergraven, verruimen, verbreden of dempen van greppels, sloten, watergangen, vijvers en overige waterpartijen;
  • e. het aanbrengen van oeverbeschoeiing;
  • f. het aanbrengen van beplantingen, (hout-)gewas en/of bomen welke dieper dan 30 cm wortelen;
  • g. het rooien van beplantingen, (hout-)gewas en/of bomen;
  • h. het indrijven van voorwerpen in de bodem.
19.4.2 Weigering

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

19.4.3 Verlening

Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.

19.4.4 Uitzonderingen

Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.4.1 is nodig voor:

  • a. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning;
  • c. graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet Informatie-uitwisseling ondergrondse netten (Wion) vormen.