Plan: | Correctieve herziening bestemmingsplan Wonen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0584.BPWONEN2013024-VG99 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Correctieve herziening bestemmingsplan Wonen met identificatienummer NL.IMRO.0584.BPWONEN2013024-VG99 van de gemeente Oud-Beijerland.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
Verdere begrippen in alfabetische volgorde:
een uitbreiding van het hoofdgebouw die, wat afmetingen betreft, ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en in functioneel opzicht deel uitmaakt van het hoofdgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een beroeps- of bedrijfsactiviteit uitgeoefend door de hoofdbewoner, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publiekstrekkend zijn en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georienteerd.
de denkbeeldige lijn die buitenwerks strak loopt langs de achtergevel van een gebouw, exclusief de aan- en uitbouwen aan deze gevel, tot aan de perceelsgrenzen.
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of houden van dieren.
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit van goederen, die verband houden met de ambacht.
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische overblijfselen uit de vroegere tijd.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kans op het voorkomen van archeologische overblijfselen uit de vroegere tijd en als zodanig wetenschappelijk van belang zijn en het cultuurhistorische erfgoed vertegenwoordigen.
de artikelen die van oudsher bij tuincentra, hoveniersbedrijven en kwekerijen verkrijgbaar zijn, bestaande uit:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
het deel van het bouwvlak of bouwperceel uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, uitsluitend bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein aantoonbaar noodzakelijk is.
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf, een dienstverlenende instelling, of voor een aan huis verbonden beroep, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
het geldende besluit houdende milieukwaliteiteisen voor externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, met een aan dat hoofdgebouw ondergeschikte functie.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een overkapping, bedoeld voor de stalling van motorvoertuigen.
een bedrijf dat gericht is op het verstrekken van softdrugs.
het tussen zonsopgang en zonsondergang benutten van voor de recreatie bestemde, c.q. ingerichte gronden en voorzieningen.
een dak of deel van een dak (daaronder inbegrepen dakterrasafscheidingen) dat rechtstreeks vanuit het gebouw of door middel van een vaste trap toegankelijk is en dat omgeven is door een vloerafscheiding.
horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het bedrijfsmatige ten gehore brengen van muziek en het geven van gelegenheid tot dansbeoefening.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt.
detailhandel in dierlijke voedingsmiddelen (te weten wild en gevogelte, vis, vlees en vleeswaren, melk en zuivelproducten) en detailhandel in plantaardige voedingsmiddelen, genotmiddelen respectievelijk levensmiddelen algemeen assortiment (te weten aardappelen, groente en fruit, brood, koek en banket, chocolade en suikerwerken, consumptie-ijs, alcoholhoudende en alcoholvrije dranken, tabaksproducten gespecialiseerd in niet elders genoemde voedings- en genotmiddelen, levensmiddelen algemeen assortiment, parfumerie-, toilet- en cosmetische artikelen, drogisterij-artikelen, bloemen en planten, zaden en tuinbenodigdheden).
detailhandel, niet zijnde detailhandel in dagelijkse goederen.
detailhandel in auto's, boten, caravans en landbouwwerktuigen.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten; hieronder vallen kantoren, kantoren met baliefunctie en overige dienstverlenende bedrijven, met inbegrip van de verkoop en/of levering van goederen die verband houden met, en onderdeel vormen van, het totaalpakket aan dienstverlening.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder een belwinkel en internetcafé.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voorzover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt.
de bij een hoofdgebouw behorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen.
evenement, voor zover deze ruimtelijk relevant is, dat wil zeggen meerdaags en
regelmatig terugkerend van aard is.
recreatief medegebruik van gronden zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen.
recreatief gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, paardrijden, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten (met uitzondering van rust- en picknickplaatsen met bijbehorend meubiliair), dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een agrarisch bedrijf dat hoofdzakelijk gebruik maakt van open grond.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies worden verstrekt, de volgende categorieën horeca-instellingen worden onderscheiden:
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen van geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
tenten, tentwagens, kampeerauto's of caravans dan wel andere onderkomens of andere voertuigen, gewezen voertuigen of gedeelten daarvan, voor zover niet als bouwwerk aan te merken, die geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht dan wel worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf dan wel voor nachtverblijf van personeel, werkzaam op het kampeerterrein waar deze onderkomens of voertuigen zijn geplaatst.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van de administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en de aard daarmee gelijk te stellen instellingen.
de aan een gebied toegekende waarde in visueel- ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch en/of geomorfologisch opzicht.
culturele, educatieve, medisch, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening (zoals een begraafplaats), als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen (ondersteunende horeca).
bedrijfsmatige paardenhouderij gericht op recreatieve activiteiten die uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het geven van instructie in diverse rijdisciplines aan derden waarbij gebruik wordt gemaakt van paarden die eigendom zijn van het bedrijf of van derden en waarbij tevens huisvesting wordt geboden aan paarden.
de aan een gebied eigen zijnde ecologische waarden.
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door botanische, faunistische, biologische, bodemkundige en morfologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
niet levend materiaal, waaronder wonen (kleine meubelen etc.), wellness (zwembaden, sauna's etc.), tuin gerelateerd speelgoed, streekproducten en Farmshop (groot fruit).
een horecafunctie in maximaal de categorie lichte horeca 1a als bedoeld in lid 1.53 welke naar aard en uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdfunctie of -bestemming en ten dienste staat van die hoofdfunctie. Als hoofdfuncties kunnen worden beschouwd: winkels, tuincentra, buurthuizen, jongerencentra, sportcomplexen, woonzones voor senioren/gehandicapten, kerken, kantines van bedrijven, verenigingslokalen, feestzalen, zaalverhuur, partycentra, clubhuizen, sociaal culturele centra, musea, wijkcentra, theater e.d.; voor de functie mag maximaal 30% van de vloeroppervlakte als zodanig worden gebruikt; met dien verstande dat voor tuincentra een maximum van 10% geldt.
een functie waarvoor maximaal 30% van de vloeroppervlakte als zodanig mag worden gebruikt.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een dienstverlenend bedrijf of dienstverlenende voorziening dat/die geen kantoor is.
een overig bouwwerk omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
Een en ander voor zover in deze regels niet anders is bepaald.
detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en in goederen die vanwege de omvang en aard een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling te weten: bouwmarkten, tuincentra, de verkoop in grove bouwmaterialen, keukens, sanitair en goederen voor woninginrichting waaronder meubels met een minimale oppervlakte van 1.000 m² bvo.
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of daarmee naar de aard en omvang vergelijkbare activiteiten, in de vorm van seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval begrepen:
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan deel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen.
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
grootschalig detailhandelscentrum met een breed aanbod aan levende huis- en tuingerelateerde artikelgroepen, zoals tuinplanten, bloemen & planten, dieren en bloembollen & zaden, en niet-levende huis- en tuingerelateerde artikelgroepen, zoals gereedschap, decoratie buitenhuis & binnenhuis, artikelen ten behoeve van klein en groot tuinonderhoud, dierenbenodigdheden, seizoensartikelen en tuinmeubelen in het basisassortiment, met eventueel daarbij een nevenassortiment bestaande uit kleine meubelen, wellness-apparatuur, tuingerelateerd speelgoed en streekproducten.
de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank.
de naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevel van een gebouw, op 1 m boven peil, of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevels, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt op basis van bijvoorbeeld specifieke (omgevings)kenmerken, zoals de aanwezigheid van de hoofdentree van de woning, of vanuit stedenbouwkundig oogpunt kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van een bouwwerk loopt tot aan de perceelsgrenzen.
al of niet overdekt werk dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen en af te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan, dat door het college van hoofdingelanden in de legger is opgenomen.
een voor openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende parkeerterreinen.
de geldende wet houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder.
een complex van ruimten van, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Hieronder vallen tevens bijzondere woonvormen zoals begeleid wonen door (licht-)verstandelijke gehandicapten en ex-psychiatrische patiënten.
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk waar die afstand het kortst is.
binnenwerks op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons, dakkapellen, en overstekende daken en bouwlagen en daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen bouwonderdelen, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen en -hoogten niet meer dan 1 m bedraagt.
De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ten aanzien van de in lid 3.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 3.1 bedoelde gronden gelden voor overige bouwwerken de volgende bouwregels:
In afwijking van het bepaalde in lid 3.2.1 onder a mogen gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 3.2.1 t/m 3.2.3, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Onverminderd het bepaalde in lid 3.1 is het gebruik van de daar bedoelde gronden als standplaats voor kampeermiddelen in strijd met het plan.
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor bedrijfswoningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 3' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een autospuitinrichting.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 4' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor bedrijven zoals genoemd in categorie 3.2 van de staat van bedrijfsactiviteiten.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 5' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een gemeentewerf.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 1' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor de detailhandel in abc goederen.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 2' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor de perifere detailhandel.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 5' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor de detailhandel in niet dagelijkse goederen.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 6' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor de detailhandel in niet dagelijkse goederen tot een verkoopvloeroppervlakte van maximaal 200 m2.
Ter plaatse van de aanduiding 'opslag' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor opslag.
Ter plaatse van de aanduiding 'sport' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor de uitoefening van sportactiviteiten.
Ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een tuincentrum.
Ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden in ieder geval bestemd voor een verkooppunt motorbrandstoffen met lpg.
Ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen' zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden in ieder geval bestemd voor een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg.
Ten aanzien van de in lid 4.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' gelden de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 4.1 bedoelde gronden gelden voor overige anen de volgende bouwregels:
In afwijking van het bepaalde in lid 4.2.1 onder a mogen gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 4.2.1 t/m 4.2.5, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in de leden 4.2.3 onder b sub 4 en 4.2.5 onder c voor de bouw van erfbebouwing bij bedrijfswoningen en gebouwen buiten het bouwvlak op een afstand van minder dan 5 m van de zijdelingse perceelsgrens, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Ten aanzien van het gebruik geldt het bepaalde in lid 4.1.
Onverminderd het bepaalde in lid 4.1 is het gebruik van de gronden voor de hierna bedoelde soorten gebruik, in ieder geval in strijd met de bestemming:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op het schrappen van de aanduidingen genoemd in de leden 4.1.3 tot en met 4.1.13 in bedrijven passend in lid 4.1.1 indien de gronden niet meer voor de in deze aanduidingen genoemde functies worden gebruikt.
De voor Bedrijf - Nutsvoorziening aangewezen gronden zijn bestemd voor nutsvoorzieningen, zoals transformatorhuisjes, gasvoorzieningen, gemalen en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
Ten aanzien van de in lid 5.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 5.1 bedoelde gronden gelden voor overige bouwwerken de volgende bouwregels:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 5.2.1 t/m 5.2.2, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
De voor 'Bedrijf - Tuincentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ten aanzien van de in lid 'Bedrijf - Tuincentrum' bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 'Bedrijf - Tuincentrum' bedoelde gronden gelden voor overige bouwwerken de volgende bouwregels:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 6.2.1 en 6.2.2 zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Voor het gebruik van gronden en bouwwerken geldt dat het nevenassortiment van een tuincentrum maximaal 20% van het totale assortiment mag bedragen met een maximum van 1.000 m2 van de verkoopvloeroppervlakte.
De voor Centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2' zijn de in lid 7.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor horecabedrijven van categorie 2 zoals bedoeld in de begripsbepaling in artikel 1 van deze regels, waarbij geldt dat de functie ten minste op de begane grond is toegelaten en alleen op de hogere etages indien op één van de etages van het gebouw wordt gewoond.
Ter plaatse aanduiding 'maatschappelijk' zijn de in lid 7.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor maatschappelijke voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' zijn de in lid 7.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor een gebouwde parkeervoorziening.
Ter plaatse aanduiding 'parkeren' zijn de in lid 7.1.1 bedoelde gronden mede bestemd voor een ten minste 60 en maximaal 150 parkeerplaatsen op maaiveld.
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' zijn de in lid 7.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een parkeerterrein.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bakkerij' zijn de in lid 7.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een bakkerij.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - 1' mag op de begane grond, in afwijking van het bepaalde in lid 7.1.1 onder a geen bewoning plaatsvinden, en mag op de etages in afwijking van het bepaalde in lid 7.1.1 onder b, sprake zijn van maximaal één woning, echter dit is geen voorwaarde voor het gebruik van de etages ten behoeve van de functies genoemd onder 7.1.1 onder a sub 1 tot en met 3.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 5' zijn de in lid 7.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor detailhandel in niet dagelijkse goederen.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kiosk' zijn de in lid 7.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een kiosk.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - discotheek' zijn de in lid 7.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een discotheek als nevenactiviteit.
Ten aanzien van de in lid 7.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 7.1 bedoelde gronden gelden voor overige bouwwerken de volgende bouwregels:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 7.2.1 t/m 7.2.3, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 7.2.1:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 7.2.1 onder c en d teneinde nieuwe woningen toe te staan waarmee het aantal woningen binnen de bestemming kan toenemen, onder de voorwaarden dat:
Ten aanzien van het gebruik geldt het bepaalde in lid 7.1.
Binnen de bestemming is de uitoefening van een beroep aan huis toegestaan, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in lid 7.1.1. onder b sub 1 geldt dat de in lid 7.1.1. onder a sub 1 t/m 3 genoemde functies zonder meer op de etages zijn toegestaan, ook indien op de etages niet wordt gewoond.
Onverminderd het bepaalde in lid 7.1 is het gebruik van de gronden voor de hierna bedoelde soorten gebruik, in ieder geval in strijd met de bestemming:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 7.4.2 voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
De voor Detailhandel aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2' zijn de in lid 8.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor horecabedrijven van categorie 2 zoals bedoeld in de begripsbepaling in artikel 1 van deze regels.
Ter plaatse van de aanduiding 'gezondheidszorg' zijn de in lid 8.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor medische voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' zijn de in lid 8.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor bestaande woningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'centrum' zijn de in lid 8.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor de volgende functies:
Ten aanzien van de in lid 8.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 8.1 bedoelde gronden gelden voor overige bouwwerken de volgende bouwregels:
In afwijking van het bepaalde in lid 8.2.1 onder a mogen gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 8.2.1 t/m 8.2.3, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 8.2.3 onder c voor de bouw gebouwen buiten het bouwvlak op een afstand van minder dan 5 m van de zijdelingse perceelsgrens, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Onverminderd het bepaalde in lid 8.1 is het gebruik van de daar bedoelde gronden voor een seksinrichting in strijd met het plan.
De voor Dienstverlening aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ten aanzien van de in lid 9.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 9.1 bedoelde gronden gelden voor overige bouwwerken de volgende bouwregels:
In afwijking van het bepaalde in lid 9.2.1 onder a mogen gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 9.2.1 t/m 9.2.2, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 9.2.3 onder c voor de bouw gebouwen buiten het bouwvlak op een afstand van minder dan 5 m van de zijdelingse perceelsgrens, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Onverminderd het bepaalde in lid 9.1 is het gebruik van de daar bedoelde gronden voor een seksinrichting in strijd met het plan.
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor horecabedrijven van categorie 2 zoals bedoeld in de begripsbepaling in artikel 1 van deze regels, waarbij geldt dat de functie ten minste op de begane grond is toegelaten en alleen op de hogere etages indien op één van de etages van het gebouw wordt gewoond.
Ter plaatse aanduiding 'maatschappelijk' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor maatschappelijke voorzieningen.
Ter plaatse aanduiding 'parkeren' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor een ten minste 60 en maximaal 150 parkeerplaatsen op maaiveld.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bergbezinkbassin' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een bergbezinkbassin.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 3' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor detailhandel in dagelijkse goederen met een verkoopvloeroppervlak groter dan 500 m2.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 4' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor detailhandel in dagelijkse goederen met een verkoopvloeroppervlak kleiner dan 200 m2.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 5' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor detailhandel in niet dagelijkse goederen.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 6' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor detailhandel in niet dagelijkse goederen met een verkoopvloeroppervlak kleiner dan 750 m2.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 7' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor detailhandel in niet dagelijkse goederen met een verkoopvloeroppervlak kleiner dan 300 m2.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 8' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor detailhandel in niet dagelijkse goederen met een verkoopvloeroppervlak kleiner dan 700 m2.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een groothandel met opslag in milieucategorie 1 en 2 en detailhandel met een ondergeschikt karakter.
Ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor een verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg.
Ten aanzien van de in lid 10.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 10.1 bedoelde gronden gelden voor overige bouwwerken de volgende bouwregels:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 10.2.1 t/m 10.2.3, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 10.2.1:
Ten aanzien van het gebruik geldt het bepaalde in lid 10.1.
Binnen de bestemming is de uitoefening van een beroep aan huis toegestaan, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in lid 10.1.1. onder a sub 8 en onder b sub 2 geldt dat indien het bestaande aantal woningen op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan meer bedraagt dan is toegestaan, het bestaande aantal woningen als maximum geldt.
Ten aanzien van het gebruik geldt dat het bedrijfsvloeroppervlak per vestiging niet meer mag bedragen dan 500 m2. Bedrijfsvloeroppervlaktes, welke niet voldoen aan deze eis, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Onverminderd het bepaalde in lid 10.1 is het gebruik van de gronden voor de hierna bedoelde soorten gebruik, in ieder geval in strijd met de bestemming:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 10.1.1 en 10.4.3 teneinde nieuwe woningen toe te staan waarmee het aantal woningen binnen de bestemming kan toenemen, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 10.4.2 voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger' zijn de in lid 11.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een aanlegsteiger.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bergbezinkbassin' zijn de in lid 11.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een bergbezinkbassin.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - langzaam verkeer' zijn de in lid 11.1.1 bedoelde gronden in ieder geval bestemd voor een ontsluiting voor langzaam verkeer.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - openbaar vervoer' zijn de in lid 11.1.1 bedoelde gronden in ieder geval bestemd voor de ontsluiting ten behoeve van het openbaar vervoer.
Ten aanzien van de in lid 11.1 bedoelde gronden geldt dat er geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Ten aanzien van de in lid 11.1 bedoelde gronden gelden voor overige bouwwerken de volgende bouwregels:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 11.2.1 t/m 11.2.2, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn de in lid 12.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een bedrijfswoning.
Ten aanzien van de in lid 12.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' gelden de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 12.1 bedoelde gronden gelden voor overige bouwwerken de volgende bouwregels:
In afwijking van het bepaalde in lid 12.2.1 onder a mogen gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 12.2.1 t/m 12.2.5, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in de leden 12.2.3 onder b sub 4 en 12.2.5 onder c voor de bouw van erfbebouwing bij bedrijfswoningen en gebouwen buiten het bouwvlak op een afstand van minder dan 5 m van de zijdelingse perceelsgrens, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Onverminderd het bepaalde in lid 12.1 is het gebruik van de daar bedoelde gronden voor een seksinrichting in strijd met het plan.
De voor Kantoor aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' zijn de in lid 13.1.1 bedoelde gronden in ieder geval bestemd voor bestaande woningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - telefooncentrale' zijn de in lid 13.1.1 bedoelde gronden in ieder geval bestemd voor een telefooncentrale.
Ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' zijn de in lid 13.1.1 bedoelde gronden in ieder geval bestemd voor een zendmast.
Ten aanzien van de in lid 13.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 13.1 bedoelde gronden gelden voor overige bouwwerken de volgende bouwregels:
In afwijking van het bepaalde in lid 13.2.1 onder a mogen gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 13.2.1 t/m 13.2.2, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 13.2.3 onder c voor de bouw gebouwen buiten het bouwvlak op een afstand van minder dan 5 m van de zijdelingse perceelsgrens, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Binnen de bestemming is de uitoefening van een beroep aan huis toegestaan, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 13.1 n lid 13.4 teneinde nieuwe woningen toe te staan waarmee het aantal woningen binnen de bestemming kan toenemen, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 13.4 voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn de in lid 14.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een bedrijfswoning.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 5' zijn de in lid 14.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor detailhandel in niet dagelijkse goederen.
Ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' zijn de in lid 14.1.1 bedoelde gronden in ieder geval bestemd voor kantoren.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - langzaam verkeer' zijn de in lid 14.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een ontsluiting voor langzaam verkeer.
Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' zijn de in lid 14.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor bestaande woningen.
Ten aanzien van de in lid 14.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' gelden de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 14.1 bedoelde gronden gelden voor overige bouwwerken volgende bouwregels:
In afwijking van het bepaalde in lid 14.2.1 onder a mogen gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 14.2.1 t/m 14.2.5, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in de leden 14.2.3 onder b sub 4 en 14.2.5 onder c voor de bouw van erfbebouwing bij bedrijfswoningen en gebouwen buiten het bouwvlak op een afstand van minder dan 5 m van de zijdelingse perceelsgrens, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Onverminderd het bepaalde in lid 14.1 is het gebruik van de daar bedoelde gronden voor een seksinrichting in strijd met het plan.
De voor Maatschappelijk - Begraafplaats aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ten aanzien van de in lid 15.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 15.1 bedoelde gronden gelden voor overige bouwwerken de volgende bouwregels:
In afwijking van het bepaalde in lid 15.2.1 onder a mogen gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 15.2.1 t/m 15.2.2, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 15.2.3 onder c voor de bouw gebouwen buiten het bouwvlak op een afstand van minder dan 5 m van de zijdelingse perceelsgrens, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ten aanzien van de in lid 16.1 bedoelde gronden geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Ten aanzien van de in lid 16.1 bedoelde gronden gelden voor overige bouwwerken de volgende bouwregels:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 16.2.1 t/m 16.2.2, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 16.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders:
Het bepaalde in lid 16.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 16.3.1 wordt uitsluitend verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en/of landschappelijke waarde van de gronden.
Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een landschapsdeskundige.
De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'manege' zijn de in lid 17.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een manege.
Ten aanzien van de in lid 17.1 bedoelde gronden voor gebouwen gelden de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 17.1 bedoelde gronden gelden voor overige bouwwerken de volgende bouwregels:
In afwijking van het bepaalde in lid 17.2.1 onder a mogen gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 17.2.1 t/m 17.2.3, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Onverminderd het bepaalde in lid 17.1 is het gebruik van de daar bedoelde gronden als standplaats voor kampeermiddelen, anders dan stacaravans, in strijd met de bestemming.
Onverminderd het bepaalde in lid 17.1 is het gebruik van de daar bedoelde gronden voor een seksinrichting in strijd met het plan.
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 17.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders:
Het bepaalde in lid 17.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 17.4.1 wordt uitsluitend verleend indien burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de ruimtelijke kwaliteiten van het terrein.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat op of binnen een afstand van maximaal 50 m uit de gronden ter plaats van de aanduiding 'manege' en binnen de bestemming één bedrijfswoning wordt toegestaan, onder de voorwaarden dat:
De voor Recreatie - Jachthaven aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ten aanzien van de in lid 18.1 bedoelde gronden geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Ten aanzien van de in lid 18.1 bedoelde gronden gelden voor overige bouwwerken de volgende bouwregels:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 18.2.1 t/m 18.2.2, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
De voor Sport aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn de in lid 19.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een bedrijfswoning.
Ter plaatse van de aanduiding 'gezondheidszorg' zijn de in lid 19.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor medische voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'jeu de boulesbaan' zijn de in lid 19.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd jeu de boulesbanen.
Ten aanzien van de in lid 19.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' gelden de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 19.1 bedoelde gronden gelden voor overige bouwwerken de volgende bouwregels:
In afwijking van het bepaalde in lid 19.2.1 onder a mogen gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd met dien verstande dat:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 19.2.1 t/m 19.2.5, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in de leden 19.2.3 onder b sub 4 en 19.2.5 onder c voor de bouw van erfbebouwing bij bedrijfswoningen en gebouwen buiten het bouwvlak op een afstand van minder dan 5 m van de zijdelingse perceelsgrens, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'natuur' zijn de in lid 20.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor het behoud van natuurlijke waarden en landschappelijke waarden.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bergbezinkbassin' zijn de in lid 20.1.1 bedoelde gronden in ieder geval bestemd voor een bergbezinkbassin.
Ten aanzien van de in lid 20.1 bedoelde gronden geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Ten aanzien van de in lid 20.1 bedoelde gronden geldt dat overige bouwwerken mogen worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 10 m.
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 20.2.1 t/m 20.2.2, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 20.2.1 voor het bouwen van gebouwen passend bij de bestemming, zoals abri's, tot een oppervlak van maximaal 10 m2 en een bouwhoogte van maximaal 4 m mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'natuur' zijn de in lid 21.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor het behoud van natuurlijke waarden en landschappelijke waarden.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bergbezinkbassin' zijn de in lid 21.1.1 bedoelde gronden in ieder geval bestemd voor een bergbezinkbassin.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - gebouwde terrasvoorziening' zijn de in lid 21.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een gebouwde terrasvoorziening ten behoeve van de aangrenzende functie met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m.
Ten aanzien van de in lid 21.1 bedoelde gronden geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Ten aanzien van de in lid 21.1 bedoelde gronden gelden voor overige bouwwerken de volgende bouwregels:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 21.2.1 t/m 21.2.2, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 21.2.1 voor de bouw van gebouwen tot een oppervlak van maximaal 10 m2 en een bouwhoogte van maximaal 4 m mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'aanlegsteiger' zijn de in lid 22.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een aanlegsteiger.
Ter plaatse van de aanduiding 'brug' zijn de in lid 22.1.1 bedoelde gronden in ieder geval bestemd voor een brug voor kruisend verkeer.
Ter plaatse van de aanduiding 'laad- en losplaats' zijn de in lid 22.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een laad- en losplaats.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kiosk' zijn de in lid 22.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een kiosk.
Ten aanzien van de in lid 22.1 bedoelde gronden gelden voor gebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 22.1 bedoelde gronden geldt dat overige bouwwerken mogen worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 22.2.1 t/m 22.2.2, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met milieucategorie 2' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor verzorgende en ambachtelijke bedrijven, niet zijnde milieuvergunningplichtige/meldingplichtige en houtbewerkende bedrijven.
Ter plaatse van de aanduiding "timmerbedrijf" zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een houtverwerkend bedrijf.
Ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een dienstverlenend bedrijf.
Ter plaatse van de aanduiding 'garage' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor de stalling van voertuigen dan wel voor huishoudelijke opslagruimte (garagebox).
Ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een kantoor.
Ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor maatschappelijke voorzieningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' zijn de gronden uitsluitend bestemd voor een gebouwde parkeervoorziening.
Ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een zelfstandige praktijkruimte.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een bouwbedrijf en/of aannemersbedrijf met een werkplaats, of een bedrijf van categorie 1 of 2 volgens de bijlage bij deze regels opgenomen staat van bedrijfsactiviteiten.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een bedrijf waar de verkoop van auto's en motoren plaatsvindt en/of een reparatie en servicebedrijf, of een bedrijf van categorie 1 of 2 volgens de in de bijlage bij deze regels opgenomen staat van bedrijfsactiviteiten.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een garagebedrijf of een bedrijf van categorie 1 of 2 volgens de in de bijlage bij deze regels opgenomen staat van bedrijfsactiviteiten.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 5' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een de detailhandel in niet dagelijkse goederen.
Ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een standplaats voor woonwagens.
Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - logiesfunctie" zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een logiesfunctie.
Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van maatschappelijk - dagopvang" zijn de in lid 23.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor dagopvang van kinderen en jeugd.
Ten aanzien van de in lid 23.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de volgende bouwregels:
Ter plaatse van de aanduiding 'garage' gelden de volgende bouwregels:
Ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' gelden de volgende bouwregels:
Bouwwerken, welke niet voldoen aan het bepaalde in de leden 23.2.1 t/m 23.2.5, zijn toegestaan voor zover deze rechtsgeldig zijn gebouwd of een rechtsgeldige bouwtitel hebben op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan. De bestaande, afwijkende maatvoering geldt dan als maximale maatvoering.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van:
De in lid 23.3.1 genoemde omgevingsvergunningen voor afwijken kunnen slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Ten aanzien van het gebruik geldt het bepaalde in lid 23.1.
Binnen de bestemming is de uitoefening van een beroep aan huis toegestaan, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
Onverminderd het bepaalde in lid 23.1 is het gebruik van (vrijstaande) bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' voor sanitaire voorzieningen toegestaan.
Onverminderd het bepaalde in lid 23.1 is het gebruik van vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woonruimte in strijd met het plan.
Onverminderd het bepaalde in lid 23.1 is het gebruik van de daar bedoelde gronden voor een seksinrichting in strijd met het plan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 23.4.2 voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen binnen de bestemming functieaanduidingen toevoegen of schrappen waarbij geldt dat:
De voor Leiding - Brandstof aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een brandstofleiding met een diameter van 6 inch en een druk van 100 bar.
De belangen van de in lid 24.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Indien de belangen van de in lid 24.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd is met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ten aanzien van de in lid 24.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 24.2 en toestaan dat ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen mag worden gebouwd, mits:
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 24.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders:
Het bepaalde in lid 24.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 24.4.1 wordt uitsluitend verleend indien hierdoor geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betreffende leiding.
Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.
De voor Leiding - Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een gasleiding met een diameter van 6 inch en een druk van 40 bar en bijbehorende belemmeringenstrook.
De belangen van de in lid 25.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Indien de belangen van de in lid 25.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd is met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ten aanzien van de in lid 25.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 25.2 en toestaan dat ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen mag worden gebouwd, mits:
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 25.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 25.4.1 wordt uitsluitend verleend indien hierdoor geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betreffende leiding.
Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.
De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een rioolleiding met een diameter groter dan 500 mm.
De belangen van de in lid 26.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Indien de belangen van de in lid 26.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd is met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ten aanzien van de in lid 26.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 26.2 en toestaan dat ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen mag worden gebouwd, mits:
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 26.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders:
Het bepaalde in lid 26.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 26.4.1 wordt uitsluitend verleend indien hierdoor geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betreffende leiding.
Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.
De voor Leiding - Water aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een waterleiding met een diameter groter dan 400 mm.
De belangen van de in lid 27.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Indien de belangen van de in lid 27.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd is met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ten aanzien van de in lid 27.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 27.2 en toestaan dat ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen mag worden gebouwd, mits:
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 27.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders:
Het bepaalde in lid 27.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 27.4.1 wordt uitsluitend verleend indien hierdoor geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de bedrijfsveiligheid van de betreffende leiding.
Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder.
De voor Waarde - Archeologie 1 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de aanwezige archeologische vindplaatsen.
De belangen van de in lid 28.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Indien de belangen van de in lid 28.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd is met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ten aanzien van de in lid 28.1 bedoelde gronden geldt dat er geen bouwwerken mogen worden gebouwd.
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 28.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders:
Het in lid 28.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing indien:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 28.4.1 wordt slechts verleend indien is gebleken dat de genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken of werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van de archeologische vindplaats.
Voor zover de genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden worden verleend, indien aan de omgevingsvergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
In het belang van de bescherming van de archeologische betekenis van de gronden dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag kan worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden in het plan de bestemming Waarde - Archeologie 1 wordt ontnomen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor Waarde - Archeologie 2 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van archeologische waarden binnen een historische stads- en dorpskern.
De belangen van de in lid 29.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Indien de belangen van de in lid 29.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd is met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ten aanzien van de in lid 29.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 29.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders:
Het in lid 29.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing indien:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 29.4.3 wordt slechts verleend indien is gebleken dat de genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken of werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van de archeologische waarden in de gronden.
Voor zover de genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden worden verleend, indien aan de omgevingsvergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
In het belang van de bescherming van de archeologische betekenis van de gronden dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag kan worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige.
Aangetroffen archeologische waarden dienen te worden gemeld aan de burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders informeert vervolgens de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten en de provincie Zuid-Holland.
De voor Waarde - Archeologie 3 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de aanwezige archeologische waarden.
De belangen van de in lid 30.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Indien de belangen van de in lid 30.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd is met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ten aanzien van de in lid 30.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 30.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders:
Het in lid 30.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing indien:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 30.4.1 wordt slechts verleend indien is gebleken dat de genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken of werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van de archeologische waarden in de gronden.
Voor zover de genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden worden verleend, indien aan de omgevingsvergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
In het belang van de bescherming van de archeologische betekenis van de gronden dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een rapport te overleggen waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag kan worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige.
Aangetroffen archeologische waarden dienen te worden gemeld aan de burgemeester en wethouders. Burgemeester en wethouders informeert vervolgens de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten en de provincie Zuid-Holland.
De voor Waarde - Ecologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en ontwikkeling van ecologische waarden.
De belangen van de in lid 31.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Indien de belangen van de in lid 31.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd is met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ten aanzien van de in lid 31.1.1 bedoelde gronden geldt dat uitsluitend overige bouwwerken ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 31.2 en toestaan dat ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen gebouwen en overige bouwwerken kunnen worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij een ecologisch deskundige.
De voor Waarde - Landschap aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aanwezige landschappelijke waarden en elementen.
De belangen van de in lid 32.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Indien de belangen van de in lid 32.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd is met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ten aanzien van de in lid 32.1.1 bedoelde gronden geldt dat uitsluitend overige bouwwerken ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 32.2 en toestaan dat ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen gebouwen en overige bouwwerken kunnen worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen bij de waterbeheerder.
De voor Waterstaat aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het beheer en onderhoud alsmede de bescherming van de hoofdwatergang.
De belangen van de in lid 33.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Indien de belangen van de in lid 33.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd is met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ten aanzien van de in lid 33.1 bedoelde gronden geldt dat uitsluitend overige bouwwerken ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 33.2 en toestaan dat ten dienste van andere daar voorkomende bestemmingen gebouwen en overige bouwwerken kunnen worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van het betreffende waterschap.
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 33.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders:
Het bepaalde in lid 33.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 33.4.1 wordt uitsluitend verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de dubbelbestemming Waterstaat en hierdoor het onderhoud niet in onevenredige mate wordt bemoeilijkt.
Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij het betreffende waterschap.
De voor Waterstaat - Waterkering aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de waterkering.
De belangen van de in lid 34.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Indien de belangen van de in lid 34.1.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd is met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:
Ten aanzien van de in lid 34.1 bedoelde gronden geldt dat uitsluitend overige bouwwerken ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 6 m.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 34.2 en toestaan dat ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen gebouwen en overige bouwwerken kunnen worden gebouwd, mits geen sprake is van significante belemmeringen voor onderhoud, veiligheid, of mogelijkheden voor versterking van de betreffende keringen en vooraf advies wordt ingewonnen van het betreffende waterschap.
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 34.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders:
Het bepaalde in lid 34.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 34.4.1 wordt uitsluitend verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering en hierdoor het onderhoud niet in onevenredige mate wordt bemoeilijkt.
Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij het betreffende waterschap.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
De regels van stedenbouwkundige aard van de Bouwverordening zijn uitsluitend van toepassing voor zover het betreft:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bouwwerken, ten behoeve van:
De oprichting van antenne-installaties en antennedragers is niet toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van lid 36.4.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het oprichten van antenne-installaties en antennedragers met in achtneming van het bepaalde in onderstaande (lid 36.4.3 en 36.4.4).
Het is verboden de gronden en/of bouwwerken, zoals bedoeld in de in hoofdstuk 2 opgenomen regels, te gebruiken ten behoeve van:
Binnen de aanduiding 'veiligheidszone - lpg pr' mogen, onverminderd het elders in dit plan bepaalde, geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden gerealiseerd die voorzien in een regelmatig verblijf van personen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 38.1.1 voor de bouw van beperkt kwetsbare objecten binnen de aanduiding 'veiligheidszone - lpg pr' indien de ontwikkeling om gewichtige redenen plaatsvindt en uit oogpunt van groepsrisico verantwoord wordt geacht.
De bouw van (beperkt) kwetsbare objecten binnen de aanduiding 'veiligheidszone - lpg gr' dient door het bevoegd gezag uit oogpunt van groepsrisico verantwoord te worden geacht.
Het bepaalde in lid 38.3.2 is niet van toepassing op (bouw)werken en werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 38.3.2 is slechts toelaatbaar indien:
1a. door de sloopwerkzaamheden de cultuurhistorische waarde van de gevel(lijn) niet in onevenredige mate wordt verstoord en,
1b. ten behoeve van de gevel(lijn) ook een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is aangevraagd;
2a) door de sloopwerkzaamheden de cultuurhistorische waarde van een pand met de aanduiding "karakteristiek" niet in onevenredige mate wordt verstoord en,
2b) ten behoeve van een pand met de aanduiding karakteristiek ook een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen is aangevraagd;
3) burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde onder 1a en 2a, wanneer handhaving van de gevel(lijn) en het bestaande pand met de aanduiding karakteristiek in redelijkheid niet van de eigenaar kan worden gevergd in verband met de onevenredig hoge kosten, ter behoud van de gevel(lijn) of ter behoud van het pand met de aanduiding karakteristiek en indien door middel van financiële tegemoetkomingen de onevenredig nadelige gevolgen voor de eigenaar van genoemde bouwwerken niet opgeheven kunnen worden.
Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld onder 38.3.2 winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de gemeentelijke monumentencommissie.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van:
Burgemeester en wethouders verlenen slechts medewerking aan een omgevingsvergunning voor het afwijken mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen indien de wijziging betrekking heeft op:
Burgemeester en wethouders verlenen slechts medewerking aan een wijziging mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging is de procedure als bedoeld in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.
Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van een nadere eisen is de volgende procedure van toepassing:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 42.1.1 omgevingsvergunning verlenen van lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 42.1.1 met maximaal 10%.
Lid 42.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 42.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in het lid 42.2.1 na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 42.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Correctieve herziening bestemmingsplan Wonen.