Artikel 11 Algemene gebruiksregels
11.1 Vormen van verboden gebruik (onbebouwd)
Als een verboden gebruik wordt in ieder geval beschouwd een gebruik van gronden en/of water:
-
a. als opslag-, stort-, lozings- of bergplaats van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of producten, behoudens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
b. als terrein voor het al dan niet voor de verkoop opslaan of opstellen van ongebruikte en/of gebruikte, dan wel geheel of gedeeltelijk uit gebruikte onderdelen samengestelde machines, voer-, vaar- of vliegtuigen c.q. onderdelen daarvan, die bruikbaar en niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken zijn, behoudens voorzover het betreft parkeren en overigens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
-
c. als opslagplaats van hout en/of aannemersmaterialen, behoudens voorzover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond, of ten behoeven van bouw of andere tijdelijke werkzaamheden;
-
d. voor het (doen) uitoefenen van straatprostitutie.
11.2 Vormen van verboden gebruik (gebouwen)
Als een verboden gebruik wordt in ieder geval beschouwd het gebruik:
-
a. van gebouwen ten behoeven van het (doen) exploiteren van een seksinrichting, een escortbedrijf of (het laten uitoefenen van) raamprostitutie;
-
b. van bijgebouwen voor bewoning.
11.3 Parkeernormen
Bij het gebruik van de gronden in dit plangebied dienen de volgende parkeernormen minimaal in acht te worden genomen:
functie
|
kencijfer
|
eenheid
|
servicewoningen (55+, huur)
|
0,6
|
parkeerplaatsen per woning
|
groepswoningen
|
1,0
|
parkeerplaatsen per woning
|
supermarkt
|
4,0
|
parkeerplaatsen per 100 m2 bvo
|
detailhandel overig
|
3,0
|
parkeerplaatsen per 100 m2 bvo
|
dagopvang
|
0,7
|
parkeerplaatsen per fte
|
kinderdagverblijf
|
0,7
|
parkeerplaatsen per fte
|