direct naar inhoud van Artikel 6 Waterstaat - Waterkering
Plan: Plein Beneden Molendijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0584.BPWONEN2010005-VG99

Artikel 6 Waterstaat - Waterkering

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de waterkering.

6.1.1 Belang van waarde

De belangen van de in lid 6.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.

6.1.2 volgorde belang van verschillende waarden

Indien de belangen van de in lid 6.1 bedoelde dubbelbestemming in strijd is met de belangen van een andere samenvallende dubbelbestemming dan geldt de volgende rangorde:

  • 1. Waterstaat - Waterkering;
  • 2. Waarde - Archeologie - 2.

6.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 6.1bedoelde gronden geldt dat uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming mogen worden gebouwd, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 6 m.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag is bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 6.2 en toestaan dat ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde kunnen worden gebouwd, mits geen sprake is van significante belemmeringen voor onderhoud, veiligheid, of mogelijkheden voor versterking van de betreffende keringen en vooraf advies wordt ingewonnen van het betreffende waterschap.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 Verbod

Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 6.1 de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag:

  • a. het aanbrengen van diepwortelende beplanting of bomen tot een diepte groter dan 0,50 m;
  • b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond;
  • c. het wijzigen van maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, afgraven of ophogen;
  • d. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • e. het verrichten van graafwerkzaamheden.

6.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 6.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. van ondergeschikte betekenis zijn;
  • c. op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning of anderszins mogen worden uitgevoerd.

6.4.3 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.4.1 wordt uitsluitend verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering en hierdoor het onderhoud niet in onevenredige mate wordt bemoeilijkt.

6.4.4 Advies

Alvorens te beslissen over het verlenen van een omgevingsvergunning, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij het betreffende waterschap.