direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Plein Beneden Molendijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0584.BPWONEN2010005-VG99

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, in niet-dagelijkse goederen;
  • b. detailhandel in dagelijkse goederen, tot een maximum van 150m2 BVO per bedrijf;
  • c. dienstverlenende bedrijven;
  • d. maatschappelijke voorzieningen;
  • e. wonen;
  • f. horeca tot ten hoogste categorie 1;
  • g. ondergeschikte horeca;

met daarbij behorende:

  • h. erven;
  • i. ontsluitingswegen en parkeervoorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming, en voorts met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het aantal wooneenheden mag niet meer bedragen dan aangeduid;
  • c. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan is aangeduid, met dien verstande dat een liftschacht 1 m hoger mag zijn dan de aangeduide maximale bouwhoogte;
  • d. bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van:
    • 1. maximaal 1 m voor erf- en terreinafscheidingen voor (het denkbeeldig verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw;
    • 2. maximaal 2 m voor overige erf- en terreinafscheidingen;
    • 3. maximaal 7 m voor palen en masten;
    • 4. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.3 Gebruiksregels
  • a. onder verboden als bedoeld in artikel 2.1 onder c van de Wabo wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor de opslag en/of verkoop van motorbrandstoffen;
  • b. ten behoeve van het wonen dienen ten minste 50 parkeerplaatsen gerealiseerd te worden op eigen terrein;
  • c. ten behoeve van de overige functies dienen ten minste 70 parkeerplaatsen gerealiseerd te worden binnen de bestemming.
3.4 Afwijking

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van het bepaalde in artikel 3.3 onder b en c om een andere minimale aantal te realiseren parkeerplaatsen aan te houden, indien dit om stedenbouwkundige redenen nodig blijkt te zijn, waarbij in ieder geval de gemeentelijke parkeerverordening in acht wordt genomen.