direct naar inhoud van 5.3 Bestemmingsplanbeschrijving
Plan: Ooltgensplaat dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0580.OFLooplaatdorp11-BP40

5.3 Bestemmingsplanbeschrijving

Het bestemmingsplan is opgesteld conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP2008). Hierin zijn regels opgenomen over onder andere de indeling van de planregels en de naamgeving van bestemmingen. De planregels kennen standaard vier hoofdstukken.

5.3.1 Inleidende regels

Artikel 1: Begrippen

In dit artikel is een aantal begrippen verklaard die genoemd worden in de planregels. Dit artikel voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen.

Artikel 2: Wijze van meten

In dit artikel is bepaald hoe de voorgeschreven maatvoering in het plan gemeten moeten worden. Evenals de begripsbepalingen voorkomen de bepalingen inzake de wijze van meten interpretatieverschillen bij de toepassing van de planregels.

5.3.2 Bestemmingen

Artikel 3: Agrarisch

Deze bestemming is toegekend aan agrarische gronden waarop akkerbouw, tuinbouw en fruitcultuur, veeteelt en een agrarisch bedrijf gevestigd is. Deze bestemming ligt in het zuidoosten van het plangebied naast het bedrijventerrein.

Artikel 4: Bedrijventerrein

Deze bestemming is toegekend aan het gedeelte in het zuidoosten van het plangebied. In beginsel zijn bedrijven toegelaten, behorende tot categorie 1 tot en met 3.1 van de Staat van bedrijfsactiviteiten (als opgenomen in bijlage 1) van dit plan. Door middel van aanduidingen is aangegeven waar (en welke) afwijkende functies zijn toegestaan. Voor wat betreft bedrijfswoningen geldt dat uitsluitend bestaande bedrijfswoningen zijn toegestaan. Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de aanduiding 'bedrijfswoning' te verwijderen als de 'bedrijfswoning' weg is. Deze woning mag echter alleen gebruikt worden als burgerwoning, indien omliggende bedrijven hierdoor niet in hun bedrijfsvoering belemmerd worden. Daarnaast wordt er bij uitzondering één nieuwe bedrijfswoning toegestaan. Deze woning heeft een aparte aanduiding 'wonen' gekregen. De woning mag gerealiseerd worden inpandig in het bedrijfsgebouw en dient minimaal 10 meter uit de gevellijn te worden gesitueerd.

Artikel 5: Centrum

Deze bestemming is toegekend aan het historisch dorpscentrum. De functie is een mengeling van detailhandel en kleinschalige bedrijvigheid, dienstverlening, horeca, maatschappelijke doeleinden en wonen met tuinen, erven, achterpaden en parkeervoorzieningen. Daarnaast is het bestaande tankstation mogelijk gemaakt via de functieaanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen'.

Artikel 6: Groen

Deze bestemming is toegekend aan enkele stroken in het plangebied. Vooral aan de Kaai is veel groen te vinden. Binnen de bestemming mag in beperkte mate worden gebouwd. Er gelden verschillende maximale bouwhoogten, afhankelijk van de aard van de bouwwerken. Binnen de bestemming vallen ook een gemaal en nutsvoorzieningen met maximaal 3 meter bouwhoogte voor bouwwerken geen gebouwen zijnde.

Artikel 7: Horeca

Voor de aanwezige horeca buiten de bestemming centrum is de bestemming Horeca toegevoegd. Ook hier geldt dat gebouwen binnen het bouwvlak gebouwd dienen te worden.

Artikel 8: Kantoor

Ten behoeve van het nieuw te realiseren kantoor is deze bestemming opgenomen. Het hoofdgebouw dient binnen het bouwvlak gebouwd te worden. De goothoogte mag niet meer dan 6 m bedragen.

Artikel 9: Maatschappelijk

Deze bestemming is toegekend aan de kerk, begraafplaats, twee basisscholen, een kleuterschool, een peuterspeelzaal, een brandweerkazerne en een bibliotheek.

De functie van deze bestemming is die van medische, sociale, culturele, religieuze, educatieve en maatschappelijke voorzieningen. De bovengenoemde functies passen hierin.

Artikel 10: Recreatie

Deze bestemming is toegekend aan de sportvelden en de ijsbaan. Gebouwen dienen binnen het bouwvlak gebouwd te worden en de hoogte mag niet meer dan 4 meter bedragen.

Artikel 11: Recreatie - Volkstuinen

Deze bestemming is toegekend aan de aanwezige volkstuinen. Berg- en hobbykasten mogen gebouwd te worden tot een gezamenlijke grondoppervlakte van maximaal 8 m2 per volkstuin.

Artikel 12: Tuin

Deze bestemming is toegekend aan een strook grond die grenst aan particuliere tuinen. Door middel van deze bestemming wordt tot uitdrukking gebracht dat deze grond daadwerkelijk (en uitsluitend) als tuin mag worden gebruikt, dit ter bescherming van het leefklimaat ter plaatse van de bedoelde particuliere percelen. In dat kader mag bebouwing hier slechts zeer beperkt plaatsvinden, te denken valt aan een erfscheiding en/of tuinmeubilair.

Artikel 13: Verkeer

Deze bestemming is toegekend aan de gebiedsontsluitingswegen. Gebouwen zijn niet toegestaan. Overige bouwwerken mogen niet hoger dan 3 meter zijn. Voor palen en masten geldt een maximale hoogte van 9 meter.

Artikel 14: Verkeer - Verblijfsgebied

Deze bestemming is toegekend aan erftoegangswegen, straten en grotendeels aan verblijfsgebieden. Gebouwen zijn niet toegestaan. Overige bouwwerken mogen niet hoger dan 3 meter bedragen

Artikel 15: Verkeer - Parkeren

Deze bestemming is toegekend aan het parkeerterrein nabij het bedrijventerrein. Dit gebied dient als parkeervoorziening en evenemententerrein. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een hoogte van maximaal 9 meter voor palen en masten en 3 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Artikel 16: Water

Deze bestemming is toegekend aan water, waterhuishoudkundige voorzieningen, scheepvaartverkeer en watertransport. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 3 meter.

Artikel 17: Wonen

Deze bestemming is toegekend aan wonen en daarbij aan het uitoefenen van aan huis gebonden beroepen. Gebouwen en bijgebouwen dienen binnen het bouwvlak gebouwd te worden. De maximale goothoogte is 6 meter tenzij anders is aangeduid.

Artikel 18: Wonen - Uit te werken 1

De gronden nabij de Lindenlaan hebben de bestemming Wonen uit te werken - 1 gekregen. Voor deze gronden bestaan reeds plannen om woningbouw toe te staan. Aangezien nog niet alle randvoorwaarden bekend zijn is er voor deze gronden een uit te werken bestemming opgenomen. In de uitwerkingsregels is aangegeven aan welke regels de woningen sowieso moeten voldoen.

Artikel 19: Leiding - Riool

Ten behoeve van de aanwezige rioolpersleiding is de dubbelbestemming Leiding - Riool opgenomen. Binnen deze zone dient de leiding beschermd te worden. Hiervoor is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden opgenomen.

Artikel 20: Waarde - Archeologie

Ten behoeve van de in het plangebied aanwezige verwachtingswaarden is middels de dubbelbestemming Waarde - Archeologie een bescherming aangebracht. Een aantal werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden zijn vergunningplichtig gesteld. De vergunning wordt ook alleen verleend indien uit een onderzoek blijkt dat er geen archeologische waarden aangetast worden.

 

Artikel 21: Waarde - Cultuurhistorie

Deze dubbelbestemming is toegekend aan de gronden die mede bestemd zijn voor de bescherming van de aanwezige cultuur historische, landschappelijke en natuurlijke waarden. Voor deze locaties geldt dat geen bouwwerken of andere werken, geen bouwwerken zijnde, mogen worden uitgevoerd zonder toestemming van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Dit wordt geregeld door middel van een bouwverbod met een afwijkingsmogelijkheid. Tevens dient een omgevingsvergunning te worden verkregen voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden.

Artikel 22: Waterstaat - Waterkering

Met het oog op het beheer van waterkering, op de grens tussen de boezem en de polder, is een dubbelbestemming opgenomen. De essentie van de dubbelbestemming is dat deze primair geldt ten opzichte van de andere, ter plaatse geldende bestemmingen. Dit betekent bijvoorbeeld dat bouwactiviteiten, anders dan ten behoeve van de waterkerende functie, niet zonder meer toegestaan kunnen worden maar in het kader van een afwijkingsregeling nader moeten worden afgewogen.

5.3.3 Algemene regels

Artikel 23: Anti-dubbeltelregel

De anti-dubbeltelregel voorkomt dat dezelfde gronden meerdere keren in aanmerking mogen worden genomen bij het verlenen van (verschillende) bouwvergunningen, waardoor bebouwingsmogelijkheden onbedoeld kunnen worden verruimd. Het opnemen van deze regel is verplicht op grond van de Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 24: Algemene bouwregels

De algemene bouwregels regelen dat een bestaand gebouw groter is dan de maximale goot- en bouwhoogtes, de maten ter plaatse als maximaal toelaatbaar mogen worden beschouwd en bouwen op een eigen terrein of bouwperceel geen toestand dient te worden op een aangrenzend terrein.

Artikel 25: Algemene gebruiksregels

De algemene gebruiksregels regelen welke vormen van gebruik van onbebouwde gronden respectievelijk bouwwerken in ieder geval moeten worden aangemerkt als een verboden gebruik, zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening respectievelijk de Woningwet.

Artikel 26: Algemene aanduidingsregels

Dit artikel bevat regels ten aanzien van de in het plangebied aanwezige geurzone. Binnen deze zone mogen geen nieuwe geurgevoelige functies worden opgericht.

Artikel 27: Algemene afwijkingsregels

Behalve de specifieke afwijkingsregels, opgenomen binnen de bestemmingsregels, kent het plan ook een aantal algemene afwijkingsmogelijkheden. Deze bevoegdheden hebben als doel om flexibel te kunnen inspelen op afwijkingen en overschrijdingen van beperkte aard of omvang.

Artikel 28: Algemene wijzigingsregels

De specifieke en algemene wijzigingsbevoegdheden hebben als doel het bestemmingsplan van flexibiliteit te voorzien. Via gedeeltelijke planwijziging, zoals bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, kan worden besloten tot wijziging van het plan, zonder dat daarvoor een normale (integrale) herziening van het bestemmingsplan noodzakelijk is. De wijzigingsbevoegdheden variëren van regelingen voor de herontwikkeling van meerdere specifieke gebieden tot algemene regelingen voor bijvoorbeeld bebouwingsaccenten, waterhuishoudkundige voorzieningen en de beperkte verschuiving van bestemmingsgrenzen.

Artikel 29: Algemene procedureregels

Indien er gebruik gemaakt wordt van het stellen van nadere eisen is hier aangegeven dat de procedure als genoemd in afdeling 3.4 Awb van toepassing is.

5.3.4 Overgangs- en slotregels

Artikel 30: Overgangsrecht

Het overgangsrecht is van toepassing op bebouwing en gebruik dat al bestond bij het opstellen van het plan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd. Het opnemen van deze regel is verplicht op grond van de Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 31 Slotregel

De slotregel geeft aan hoe de regels van het plan worden aangehaald.