direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein
Plan: Ooltgensplaat dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0580.OFLooplaatdorp11-BP40

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijfsmatige activiteiten, behorende tot categorieën 1 t/m 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, opgenomen in bijlage 1 van deze regels;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens bestaande bedrijfswoningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' tevens voor een inpandige bedrijfswoning;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' is uitsluitend een bedrijf tot en met categorie 2 toegestaan;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bakkerij' tevens bakkerij;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - bouwmarkt' tevens detailhandel in de vorm van volumineuze goederen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' tevens zendmast;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch' tevens een agrarisch bedrijf;

met de daarbij behorende:

  • i. ontsluitingswegen en erftoegangswegen;
  • j. parkeervoorzieningen;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. nutsvoorzieningen;
  • m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
4.2 Bouwregels

Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - onbebouwd' mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing' mag een overbouwing worden gerealiseerd waarbij de minimale doorrijhoogte 3 meter bedraagt;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' mag een inpandige bedrijfswoning worden gerealiseerd mits:
    • 1. de afstand van de woning tot de aanduiding 'gevellijn' minimaal 10 meter bedraagt.
4.2.1 Bedrijfsgebouwen

Ten aanzien van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfsgebouwen dienen met de meest representatieve zijde naar de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied gesitueerd te worden.
  • b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan respectievelijk 6 meter en 10 meter, tenzij anders is aangeduid;
  • c. de oppervlakte, die bebouwd mag worden, mag per bedrijf ten hoogste 80% van het bouwperceel bedragen;
  • d. gebouwen dienen ten minste 3 meter uit de aan de bestemming Verkeer grenzende bestemmingsgrens te worden gebouwd;
  • e. gebouwen dienen ten minste 3 meter uit de perceelsgrens te worden gebouwd;
  • f. ten hoogste 50% van het bedrijfsvloeroppervlak van een bedrijf mag worden benut ten behoeve van kantoren behorende bij dit bedrijf, zulks met een maximum van 2.000 m2;
4.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Ten aanzien van aan- en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3 meter en 4 meter;
4.2.3 Bedrijfswoningen

Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' dient het hoofdgebouw van de bedrijfswoning bunnen de aanduidingsgrenzen gebouwd te worden.

Ten aanzien van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bij ieder hoofdgebouw zijn op het achtererf bijbehorende bouwwerken toegestaan;
  • b. de goot- en bouwhoogte van aanbouwen mag niet meer bedragen dan de hoogte van de begane grondlaag waartegen wordt aangebouwd en de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte waartegen wordt aangebouwd;
  • c. per bouwperceel mag niet meer dan 50% van het totale bij het hoofdgebouw behorende erf worden bebouwd met een maximum van 50 m2, met dien verstande dat een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 25 m2 van het zij- en achtererf onbebouwd en onoverdekt blijft.
4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van:
    • 1. maximaal 30 meter voor een zendmast, ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvanginstallatie';
    • 2. maximaal 2 meter voor terreinafscheidingen;
    • 3. maximaal 9 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent situering van de gebouwen, mede in verband met de beoogde ruimtelijke kwaliteit, de inrichting van de onbebouwde terreinen voor wat betreft de aan- en afvoerroutes van goederen en de parkeerruimte voor (vracht)verkeer met dien verstande dat:

  • a. indien kantoren worden gebouwd, deze aan de voorgevel van het hoofdgebouw dienen te zijn gesitueerd en duidelijk te onderscheiden zijn van bedrijfsbebouwing;
  • b. daardoor de gebruikswaarde van het bedrijfsterrein niet onevenredig wordt geschaad;
  • c. geen inbreuk wordt gemaakt op het maximaal te bebouwen oppervlak zoals aangegeven in de voorschriften.
4.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder e en toestaan dat de afstand van gebouwen tot de perceelsgrens minder dan 3 m bedraagt, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de afstand van een gebouw tot de perceelsgrens dient minimaal 2 m te bedragen;
  • b. voor het gestelde onder a geldt dat er voldaan moet worden aan de eisen van brandveiligheid zoals die door de brandweer zijn vastgelegd;
  • c. alvorens de omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan wordt verleend, dient de brandweer om advies gevraagd te worden.
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.5.1 Vuurwerkopslagplaats

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - bouwmarkt' is één vuurwerkopslagplaats ten behoeve van maximaal 10.000 kg consumentenvuurwerk toegestaan.

4.5.2 Strijdig gebruik

Op of in de in lid 4.1 bedoelde gronden zijn geen bedrijfsactiviteiten toegestaan, betreffende

  • a. risicovolle inrichtingen zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  • b. inrichtingen zoals bedoeld in onderdeel D van Bijlage I behorende bij het Besluit omgevingsrecht;
  • c. een groothandel in consumentenvuurwerk met opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk;
  • d. de opslag van goederen in de open lucht dient uitsluitend plaats te vinden achter het verlengde van de voorgevelrooilijn en maximaal tot een totale hoogte van de 4 meter.
4.5.3 Parkeren

Ten aanzien van de parkeren gelden de onderstaande parkeernormen:

  • a. bedrijven: 1,1 parkeerplaats per 100 m2 bvo;
  • b. kantoorruimte 1,5 parkeerplaats per 100 m2 bvo.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag is bevoegd om af te wijken van lid 4.1 voor andere bedrijfsactiviteiten dan genoemd in bijlage 1 van deze regels, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. Er kan worden afgeweken voor een bedrijfsactiviteit die niet behoort tot de in lid 4.1 genoemde activiteiten, mits de betreffende bedrijfsactiviteit naar de feitelijke aard en (milieu-)invloed op de omgeving gelijk kan worden gesteld met bedrijfsactiviteiten als genoemd in lid 4.1. Alvorens de vergunning te verlenen, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de milieudeskundige van de gemeente omtrent de aard van het bedrijf en de invloed daarvan op de omgeving, gelet op specifieke werkwijze en de verschijningsvorm en, voorzover vereist, getoetst aan de maatgevende milieuaspecten;
  • b. Er kan niet worden afgeweken van de in lid 4.5 genoemde bedrijfsactiviteiten.
4.7 Wijzigingsbevoegdheid
4.7.1 Staat van Bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijventerrein' te wijzigen met inachtneming van de volgende regels:

  • a. wijzigen van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in die zin dat de categorie-indeling van bedrijven in positieve zin kan worden gewijzigd, indien en voorzover een wijziging van de belasting van de desbetreffende typen van bedrijven op het milieu daartoe aanleiding geeft;
  • b. wijzigen van de in lid 4.1 onder f bedoelde gronden ten behoeve van het realiseren van bedrijven, met dien verstande dat:
    • 1. uitsluitend bedrijven vallende in de categorieën 1 tot en met 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan;
    • 2. geen nieuwe bedrijfswoningen zijn toegestaan, anders dan aanwezige op het moment van de tervisielegging van de planwijziging;
    • 3. de bodemkwaliteit ter plaatse geschikt is voor de nieuwe functie.
4.7.2 Bedrijfswoningen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'bedrijfswoning' te laten vervallen indien de 'bedrijfswoning' ter plaatse niet meer gebruikt wordt als 'bedrijfswoning'. De woning ter plaatse mag gebruikt worden als burgerwoning, mits dit omliggende bedrijven niet in hun bedrijfsvoering schaadt dan wel kan schaden.

4.7.3 Detailhandel in volumineuze goederen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - bouwmarkt' te wijzigen in 'specifieke vorm van detailhandel - volumineuze goederen' met inachtneming van de volgende regels:

  • a. bij detailhandel in volumineuze goederen is geen vuurwerkopslagplaats toegestaan;
  • b. er dient op eigen terrein voorzien te worden in voldoende parkeergelegenheid.