Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Voscuyl en Bloemenbuurt
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0579.BPVoscuyl-VA01

5.5 Handhaving

In 2004 is een handhavingnotitie vastgesteld (raadsvergadering d.d. 25 maart 2004) met betrekking tot de wet- en regelgeving die behoort tot de sector Grondgebiedzaken (GGZ). Deze notitie is de uitwerking voor de sector GGZ van de "Handhavingsvisie gemeente Oegstgeest" (2003), waarin doelstellingen en uitgangspunten zijn geformuleerd aan de hand waarvan per sector afzonderlijke handhavingsplannen worden opgesteld. De centrale doelstelling van de handhavingsvisie is dat de handhaving programmatisch, planmatig en cyclisch opgepakt moet worden, waarbij jaarlijks aan het bestuur wordt gerapporteerd. De handhavingsnotitie omvat handhaving op het gebied van de ruimtelijke ordening en het bouwen.
 
De ruimtelijke kwaliteit is zeer kwetsbaar. Om de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen worden er regels en voorwaarden gesteld. Deze regels en voorwaarden vinden hun vertaling in onder andere de bestemmingsplannen (Wet ruimtelijke ordening) en in de bouwregelgeving (Woningwet) en aanverwante regelingen. Deze regels dienen nageleefd te worden. Het beleidsdoel van het handhavingsprogramma is dan ook om in principe tegen elke overtreding daadwerkelijk op te treden. In dit verband wordt er rekening mee gehouden dat handhaving van bepaalde situaties een hogere prioriteit heeft dan handhaving van andere situaties. Naar het oordeel van de gemeente hebben situaties waarbij sprake is van ernstig gevaar voor mens en omgeving een hoge prioriteit. Dit geldt eveneens voor illegale bebouwing en gebruik in beschermde dorpsgezichten. Deze gebieden zijn specifiek gekwalificeerd als waardevol waardoor aantastingen eerder een negatief uitstralingseffect hebben.
 
Aan de volgende indicatieve situaties kent het college van burgemeester en wethouders een hoge handhavingsprioriteit toe: 
  • handelingen in strijd met de gebruiksregels uit een bestemmingsplan die tot gevolg hebben:
  • aantasting van stedenbouwkundige waarden zoals vastgelegd in ruimtelijk beleid (bijvoorbeeld aantasting groene straatbeeld door illegaal bouwwerk in voortuin);
  • aantasting van monumenten of van cultureel waardevolle panden;
  • aantasting van landschappelijk of ecologisch waardevolle gebieden;
  • bewoning van gebouwen die een gevaar vormen voor de volksgezondheid en/of de veiligheid;
  • gebruik van gronden en gebouwen in (toekomstig) beschermde dorpsgezichten in strijd met de bestemming;
  • illegale bewoning van bijgebouwen.
Indien er geen sprake is van één van bovengenoemde situaties, heeft handhaving geen hoge prioriteit.
 
Ten slotte acht de gemeente eventuele legalisatie c.q. tijdelijk toestaan van sommige illegale situaties zonder hoge prioriteit het minst bezwaarlijk indien het zaken betreft als:
  • dakkapellen aan de achterzijde;
  • luifels, rolluiken en zonweringen;
  • tuinhuisjes in zij- of achtertuin;
  • kleurgebruik/materiaalgebruik;
  • erfafscheidingen;
  • antennes;
  • carports;
  • reclame-uitingen.
Voor illegale situaties in deze opsomming geldt overigens niet per definitie een lage prioriteit, zo niet bijvoorbeeld als een dergelijke situatie niet alleen in strijd is met bouwregels, maar tevens in strijd is met gebruiksregels van het bestemmingsplan. Het streven is erop gericht om iedere illegale situatie zorgvuldig te onderzoeken.
 
Handhaving van de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen en bepalingen zal in het kader van de reguliere handhaving plaatsvinden.