Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Voscuyl en Bloemenbuurt
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0579.BPVoscuyl-VA01

Artikel 26 Algemene aanduidingsregels

26.1 Vrijwaringszone - Molenbiotoop
26.1.1 Bouwregels
  1. De maximale bouwhoogte van bouwwerken op gronden die vallen binnen de cirkel met een straal van 100 m en ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-molenbiotoop' mag niet hoger zijn dan de onderste punt van de wiek in verticale stand;
  2. De maximale bouwhoogte van bouwwerken op gronden die vallen binnen de cirkel van 400 m en ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-molenbiotoop' mag niet hoger zijn dan 1/30 van de afstand tussen de bebouwing en het middelpunt van de molen vermeerderd met de hoogte van de onderste punt van de wiek in verticale stand.
26.1.2 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 26 lid 1.1 teneinde hogere bebouwing toe te laten, mits daardoor de windvang, het functioneren en de zichtbaarheid van de molen niet in onevenredige mate worden geschaad. Burgemeester en wethouders geven niet eerder de omgevingsvergunning af dan dat instemming is verkregen van de provincie Zuid-Holland.
26.1.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk
  1. Het is verboden op de gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
    1. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur, voor zover het geen bouwwerken betreft;
    2. het ophogen van gronden;
    3. het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande begroeiing.
  2. Het in artikel 26 lid 1.3 sub a  vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
    1. het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
    2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
  3. De in artikel 26 lid 1.3 sub a  genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien:
    1. er sprake is van een situatie waarin vrije windvang en het zicht op de molen al beperkt zijn door bebouwing, zolang de vrije windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt, of
    2. zeker is gesteld dat de belemmering van de windvang en het zicht op de molen door maatregelen elders in de molenbeschermingszone worden gecompenseerd.
26.1.4 Advies
Alvorens te beslissen over de aanvraag van een omgevingsvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in van de molendeskundige instantie.