direct naar inhoud van Artikel 21 Leiding - Water
Plan: Bestemmingsplan Dorpsstraat en Elsgeesterpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0579.BPDorpsstrElsgeest-VA01

Artikel 21 Leiding - Water

21.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. ondergrondse watertransportleidingen;
  • b. bij deze bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen.

Deze dubbelbestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelbestemmingen. Voor zover op de verbeelding nog andere dubbelbestemmingen zijn aangegeven, is de voorrangsbepaling zoals opgenomen in artikel 33.1 van toepassing.

21.2 Bouwregels

Op gronden met deze bestemming mag niet worden gebouwd.

21.3 Afwijken van de bouwregels
21.3.1 Afwijken voor bouwen ten behoeve van andere bestemmingen

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 21.2 voor de bouw van bouwwerken ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en).

21.3.2 Uitzondering

Afwijken is niet vereist indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruikt wordt gemaakt van de bestaande fundering.

21.3.3 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken kan indien de bij de betrokken bestemming behorende (bouw)regels in acht worden genomen en het belang van de ondergrondse watertransportleiding(en) niet onevenredig worden geschaad. Alvorens omtrent het afwijken te beslissen, wint het bevoegd gezag advies in bij de beheerder(s) van de leiding(en).

21.4 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

21.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
21.5.1 Verbod zonder vergunning

Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe wordt gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage (verlagen van grondwaterpeil);
  • b. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
  • d. het aanleggen of aanbrengen van dijken of andere taluds, kaden of aanlegplaatsen;
  • e. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties;
  • f. het aanbrengen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
21.5.2 Uitzonderingen op het verbod

Het verbod van lid 21.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud, beheer en gebruik ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
21.5.3 Voorwaarden

Omgevingsvergunning wordt verleend indien het belang van de ondergrondse watertransportleiding(en) door de werken en werkzaamheden zoals in lid 21.5.1 bedoeld niet onevenredig worden geschaad en ter zake vooraf advies van de beheerder(s) van de leiding(en) is ingewonnen.