direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Bavoterrein en omgeving
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0576.BP201300023-0004

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven tot maximaal categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. een transportbedrijf: ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf';
  • c. een opslag voor loonwerker: ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - loonwerker';
  • d. gemeentelijk monument: ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument';
  • e. een nutsvoorziening: ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals tuinen, erven, terreinen, groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
3.1.1 Ten behoeve van het toegestane gebruik zijn op en in deze gronden toegelaten:
  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen gebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen bouwvlakken;
  • b. de maximale goot- en bouwhoogte is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';
  • c. de maximale bouwhoogte is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)';
  • d. de afstand van enig punt van de gebouwen tot de perceelsgrens van woningen moet tenminste 5 m bedragen tenzij deze afstand bij het vaststellen van dit plan kleiner is dan geldt deze afstand als minimale afstand.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met inachtneming van het gestelde in sublid 15.2.3.

3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Verboden gebruik

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming. Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van het voorterrein voor buitenopslag. Als voorterrein worden in aanmerking genomen de gronden gelegen tussen het op de verbeelding aangeduide bouwvlak en de bestemmingsgrens van de bestemming 'Verkeer';
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • c. het plaatsen en geplaatst houden van één of meer kampeerwagens welke ter plaatse worden gebruikt om te kamperen alsmede van wagens geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel welke ter plaatse als zodaning worden gebruikt;
  • d. het opslaan van onbruikbare of kennelijk duurzaam aan hun bestemming onttrokken voorwerpen, stoffen of materialen.