Plan: | Landgoed Offem en omgeving |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0575.BPOffemlandg-OH01 |
Behoudens het bepaalde in lid 23.2, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
werken en werkzaamheden* | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gronden met de bestemming: | a | b | c | d | e | f | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
art. 3 | Agrarisch - Bollenteelt - Bollenzone 2 | + | + | + | + | + | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
art. 4 | Agrarisch - Grondgebonden veehouderij - Waardevolle graslanden | + | + | + | + | + | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
art. 6 | Bos | + | + | + | + | + | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
art. 10 | Verkeer | + | + | + | + | + | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
art. 11 | Water | + | + | + | + | + | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
* de onderstaande letters worden hierna verklaard; in de tabel is: + = omgevingsvergunning vereist |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
a | Het aanleggen van ondergrondse transport- of communicatieleidingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
b | Het uitvoeren van grondwerkzaamheden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
c | Het (ver)graven of dempen van sloten, watergangen en open water. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
d | Het aanleggen, verbreden of verharden van paden/wegen en het aanbrangen van oppervlakteverhardingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
e | Het vellen en rooien van houtopstanden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
f | Het aanbrengen van diepwortelende beplantingen of bomen. |
Het in lid 23.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 23.1, zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,