direct naar inhoud van Artikel 10 Tuin
Plan: Noordwijk aan Zee
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0575.BPNWaanZee-VA01

Artikel 10 Tuin

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen;
  • b. duinlandschap;
  • c. in- en uitritten;
  • d. verkeersareaal ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting'.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Algemeen

Op en onder de in lid 10.1 genoemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten dienste van de bestemming, waarbij de volgende regels gelden.

10.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. binnen de bestemming mogen geen gebouwen en/of overkappingen worden gebouwd;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat bestaande erkers en toegangsportalen zijn toegestaan waarbij de bouwhoogte niet meer bedraagt dan de eerste bouwlaag;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat de bouw van een bijbehorend bouwwerk (in de vorm van een erker en/of luifel) ten behoeve van de direct aangrenzende bestemming 'Wonen' aan de voorgevelgrens is toegestaan, met dien verstande dat:
    • 1. de diepte niet meer dan 1 meter is, waarbij tenminste 2 meter tuindiepte dient te resteren;
    • 2. de bouwhoogte niet meer bedraagt dat 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van de woning;
    • 3. de breedte niet meer bedraagt dan:
      • indien de breedte van het bestaande raamkozijn wordt benut, de breedte van het bestaande raamkozijn plus de zijwanden van het bijbehorende bouwwerk;
      • in andere gevallen mag de breedte niet meer bedragen dan 3,5 meter;
    • 4. er nog geen bijbehorend bouwwerk aan de voorzijde van de woning is gerealiseerd;
    • 5. een bijbehorend bouwwerk kan worden uitgevoerd in een combinatie van een erker met een boven de entree van de woning doorlopende luifel.
10.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. maximum bouwhoogte: 1 meter.
10.3 Specifieke gebruiksregels

Voor de in het lid 10.1 genoemde gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. voor in- en uitritten geldt:
    • 1. situering: uitsluitend ter plaatse van in- en uitritten die ten tijde van de inwerkingtreding van het plan reeds aanwezig zijn;
  • b. voor parkeren geldt:
    • 1. parkeren is niet toegestaan;
    • 2. in afwijking van het bepaalde onder 1 mag uitsluitend worden geparkeerd :
      • ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
      • in het voorerfgebied van een woning indien in de aangrenzende bestemming 'Wonen' een bij de betreffende woning behorende garage aanwezig is.
10.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in lid 10.3onder b een omgevingsvergunning te verlenen ten behoeve van het toestaan van parkeren, waarbij:

  • a. er voldoende parkeerruimte op eigen erf dient te zijn, waarbij de diepte niet minder mag bedragen dan 5 meter en de breedte niet minder dan 2,5 meter;
  • b. de parkeerplaats bereikbaar moet zijn vanaf de openbare weg en er dus sprake is van een toegestane uitweg;
  • c. de verkeersveiligheid niet in het gevaar komt;
  • d. geen openbare parkeerplaatsen verdwijnen door de uitweg van de parkeerplaats;
  • e. de parkeerplaats geen afbreuk doet aan de ruimtelijke belevingswaarde van het gebied waar zij is gelegen.