Plan: | Duinrand |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0575.BPDuinrand-VA02 |
Vergroten recreatiewoningen
In het bestemmingsplan Duinrand 1965 gold een maximale maat van 50 m² voor de recreatiewoningen. Er zijn vele verzoeken ingediend voor het vergroten van de maximale oppervlakte. Dit sluit aan bij de wensen van de toeristen die vaak met een grotere groep een (korte) vakantie willen voeren bijvoorbeeld samen met de grootouders. Met het oog op de doelgroep van 55+ is ook de mogelijkheid voor een slaap- en badkamer op de begane grond gewenst.
In het bestemmingsplan Duinrand wordt de maximale oppervlakte van de recreatiewoning vergroot tot maximaal 80 m² met een maximum goothoogte van 3 m en maximale nokhoogte van 6 m. Om het groene karakter van het gebied te waarborgen, mag het bebouwd oppervlak van de recreatiewoningen en de daarbij behorende bijgebouwen niet meer dan 20% van van een recreatiepark beslaan. Ook moeten de recreatiewoningen minimaal 10 m afstand van elkaar houden.
Ten behoeve van 'clustering' van recreatiewoningen is tevens een regeling opgenomen om twee-aaneengeschakelde recreatiewoningen te mogen realiseren met een totale oppervlakte van maximaal 160 m². Hierbij geldt dat er maximaal 20 % van het totaal aantal recreatiewoningen per park twee-aaneen gebouwd mag worden.
Nieuwe recreatieterreinen
Er zijn verschillende verzoeken om terreinen voor kamperen om te vormen naar terreinen voor recreatiewoningen. Dit past in het streven naar het versterken van de toeristische functie van de Duinrand. In de twee clusters Duinweg/Duindamseweg en Duindamseweg/Randweg/Kraaierslaan wordt dit opgenomen door middel van een wijzigingsbevoegdheid. Om de transformatie mogelijk te maken is een bedrijfseconomische toets als voorwaarde opgenomen. Wanneer het bedrijf onder andere kan aantonen een gezonde onderneming te hebben, kan de wijzigingsbevoegdheid worden toegepast.
De terreinen voor natuur en agrarische functies buiten deze clusters worden zoveel mogelijk behouden voor deze functies, omvorming tot recreatie is niet gewenst. Voor de recreatieterreinen buiten deze twee clusters is een wijzigingsbevoegdheid naar agrarisch opgenomen.
Versterken landschappelijke kwaliteit
Binnen het groene cluster is een aantal open ruimten en wegen aanwezig die voor de groene geleding c.q. oriëntatie en herkenbaarheid van belang zijn. Feitelijk vormen deze plekken/lijnvormige ruimten de laatste mogelijkheden om de groene en natuurlijke kwaliteit enigszins te behouden of om (nog) een zekere groen-natuurlijke kwaliteit te redigeren. Als illustratie van de nog openstaande kansen wordt hier een drietal locaties verbeeld, te weten:
De laatste ligt buiten de groene cluster maar vormt de verbinding tussen de op korte afstand van elkaar gelegen, beboste duinen en het groene stukje strandwal met de voormalige psychiatrische inrichting Sancta Maria, alsmede de oostelijke strandwal met dicht omgroende plas en verblijfsrecreatie.
Voor elke locatie is in ruimtelijke zin (terreinbeslag, functies) een maximum- en een minimummodel ontwikkeld waarbij voor de één het accent is gelegd op de potenties van de overgang duinen-strandvlakte, voor de ander op de (wenselijke) vergroening van de wegen. Voor de Langevelderweg zijn de ruimtelijke beperkingen door bestaande, goed functionerende bebouwing groter geacht zodat hier is gevarieerd op de groene verbindingszone langs de weg.
Voor de locaties binnen de groene cluster is het idee vooral om de open ruimten op de overgang van de duinen naar de strandvlakte te accentueren, bijvoorbeeld door het maken van een aantal plassen die, naast reflectie op de vroegere natte toestand, het hoogteverschil met de nabije duinen in beeld brengen en ook kansen bieden voor de ontwikkeling van een natte flora en fauna. Bovendien is een extensief recreatief gebruik (natuurpad, eenvoudige verblijfsplekken) niet uitgesloten.
De plassen aan de Duindamseweg liggen op korte afstand van de parkeerplaats van Staatsbosbeheer aan de strandslag en binnen het zicht van de horecavoorziening aan de kruising met de Duinweg.
De situatie aan de Kraaierslaan is landschappelijk pregnanter door het hoogteverschil van zo’n drie meter. Momenteel is op deze plek een 'beginnend' tuincentrum gevestigd. In relatie met het dichtbeboste duin en de forse beplanting van het verblijfsrecreatieterrein aan de andere kant van de weg, is een blauw-groene transformatie van het tuincentrum haast vanzelfsprekend.
In de minimummodellen van de landschapsvisie is het groene beeld gekoppeld aan de wegprofielen die door herintroductie van de 'bollenhaag' en introductie van een bindende bomenrij, en groen en breder zijn.
Functioneel is de voorgestelde beplanting ook van belang voor de scheiding van verkeerssoorten ofwel de veiligheid van het langzaamverkeer.
Voor de Langevelderweg is in het maximummodel aan de zuidzijde een beplantingsstrook met een bosachtig beeld opgenomen; in het minimummodel voor de samenhang en verbinding in het groene wensbeeld een bomenrij. Voor de overige invulling is ook hier de bollenhaag als landschapselement toegepast.
Overige ontwikkelingen
Binnen het plangebied is verder een aantal ontwikkelingen voorzien. De concrete gevallen, die ruimtelijk voldoende zijn onderbouwd en passen binnen de uitgangspunten, worden opgenomen in het bestemmingsplan. Het betreft de volgende ontwikkelingen.
Op dit perceel wordt één recreatieverblijf ontwikkeld.
In de huidige situatie is een klein gebouw aanwezig. Op deze locatie wordt een recreatiewoning dan wel groepsaccomodatie mogelijk gemaakt van maximaal 160 m². Net als de andere recreatiewoningen in het plangebied geldt een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3 m en 6 m.
Figuur 5 Streefbeeld verblijfsrecreatie
Een bestaande loods wordt gesloopt, waarna twee woningen worden teruggebouwd. De agrarische functie op dit perceel vervalt. Door een goede situering van de nieuwe woningen ontstaat een doorzicht op de achtergelegen bollenvelden. Op een andere locatie is voldoende agrarische bedrijfsbebouwing gesloopt om hier gebruik van de Ruimte voor Ruimte regeling te kunnen maken. Hiervoor is een vergunning (eerste fase) verleend en in dit kader zijn de benodigde onderzoeken uitgevoerd.
Voor het agrarische gebied gelegen achter dit perceel wordt gedacht aan een nieuwe invulling in de vorm van een recreatiepark. Omdat deze plannen nog onvoldoende concreet zijn en nog geen definitieve keuze is gemaakt voor een nieuwe ontwikkelingsrichting, zal voor de ontwikkeling van dit gebied een eigen bestemmingsplanprocedure met de bijbehorende inspraak- en beslismomenten worden doorlopen.
In dit kader dient verder opgemerkt te worden dat deze gronden in het vigerende bestemmingsplan een dagrecreatieve bestemming hebben, echter dat deze gronden in de praktijk al geruime tijd een agrarische functie (bollengrond) hebben. De gemeente heeft zich in het kader van de Greenport (Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport) gebonden aan het beschermen van voor de bollenteelt bruikbare gronden. Bovendien zijn de gronden achter Duinweg 88 in de Provinciale Structuurvisie 2010 (voorheen het Streekplan Zuid Holland West), de Ruimtelijke Structuurvisie Noordwijk 2030 en de Visie verblijfsrecreatie aangewezen als open agrarisch (bollen)gebied. Het bestemmen van dit perceel als verblijfsrecreatie past niet binnen dit beleid. Gelet hierop krijgen deze gronden de bestemming Agrarisch zonder wijzigingsbevoegdheid.
Voorgaande betekent echter niet dat de gemeente in zijn geheel negatief staat tegenover de ontwikkeling van verblijfsrecreatie op dit perceel. Zo is voor de vaststelling van de ISG, medio 2009, een brief naar de kwartiermakers van de Greenport Duin- en Bollenstreek is verzonden. In deze brief wordt de visie van het gemeentebestuur op het perceel achter Duinweg 88 nader toegelicht. De gemeente Noordwijk spreekt hierin – met het oog op de ontwikkeling van verblijfsrecreatie in het hoogste segment – over het ontwikkelen van hoogwaardige verblijfsrecreatie op het perceel achter Duinweg 88. Het vorenstaande is met name aan de orde gekomen als onderdeel van een omvangrijke herstructurering van het recreatiecluster. Zodra de plannen voor een kwalitatief hoogstaande recreatief gebied realistisch worden, zal daaraan medewerking worden verleend.
De uitbreiding van het recreatiepark ter hoogte van de hoek Duinweg - Duindamseweg betreft 34 recreatiewoningen, een receptie met daarboven twee appartementen voor de beheerders van de terreinen De Witte Raaf en Ravenhof en een aantal voorzieningen. Omdat de recreatieparken een aanzienlijke omvang hebben en een jaarrondexploitatie voeren, is het noodzakelijk om een tweede beheerderswoning te realiseren.
De geringe omvang van het perceel aan de Duindamseweg 3 staat in de weg aan het gebruik als volwaardig agrarich bedrijf. De gronden achter de voormalige bedrijfswoning worden om die reden via pacht door een ander bedrijf ten behoeve van bollengrond geexploiteerd. De woning maakt als gevolg hiervan geen deel meer uit van het bedrijf en wordt in dit plan dan ook voorzien van een woonbestemming.
Het huidige gebruik als paardenhouderij wordt opgenomen in het bestemmingsplan. De bestaande woningen worden opgenomen met bestemming Wonen, daarnaast is nog één bedrijfswoning toegestaan.
Omdat het hier een van de open plekken in het gebied betreft, is verdere uitbreiding van de bebouwing ter plaatse van de weide niet gewenst.
Het perceel is in gebruik als kwekerij en zal als zodanig bestemd worden. Uitbreidingsplannen en verbreding zijn vanwege het open en recreatieve karakter van het gebied niet gewenst.
8. Tussen Kraaierslaan 36 en Randweg 28
Momenteel wordt een procedure in het kader van de zogenaamde 'Ruimte voor Ruimte' regeling voorbereid voor het perceel gelegen tussen de Kraaierslaan 36 en Randweg 28. Hier wordt een optie voor één of meerdere compensatiewoningen onderzocht. Gelet op het feit dat de gehele bijbehorende planologische procedure nog dient te worden doorlopen en het feit dat er agrarische gronden en opstallen bij zijn betrokken die buiten het plangebied zijn gelegen en waar de agrarische bestemming (inclusief bouwmogelijkheden) vanaf dienen te worden gehaald, is gekozen om deze ontwikkeling niet mee te nemen in het bestemmingsplan Duinrand en het geheel een eigen, op maat gesneden (bestemmingsplan)procedure te laten doorlopen. Het perceel behoudt de bestemming Agrarisch.
9. Kraaierslaan 36
Naast tuinbouwactiviteiten is het voor deze locatie in het verleden toegestaan een paardenpension te exploiteren. In dit bestemmingsplan wordt dit gebruik bestendigd.
10. Noordwijkse Duinen
Het recreatiepark Noordwijkse Duinen is momenteel in gebruik als kampeerterrein voor 250 vaste standplaatsen ten behoeve van stacaravans. In de toekomstige situatie wordt beoogd de kwaliteit van de accommodatie te verbeteren door vervanging van de stacaravans en het bouwen van recreatiewoningen. Het recreatiepark wordt bestemd als Recreatie - Verblijfsrecreatie. In totaal zullen er 165 recreatiewoningen worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 4 m en een vloeroppervlakte van maximaal 50 m² (inclusief al dan niet inpandige berging).
In het bestaande pand ter hoogte van de ingang van het recreatiepark is boven de kantine een appartement voor de beheerder gerealiseerd. Met de bouw van recreatiewoningen, die voorzien zijn van eigen toilet en douche, zijn de voormalige toiletgebouwen van het terrein niet meer nodig. Wel zijn voor de passantenplaatsen aan de achterzijde van het terrein toiletgebouwen aanwezig waarvoor een aanduiding op de plankaart is opgenomen.
In het kader van natuurcompensatie zullen de agrarische gronden ten noorden van het recreatiepark worden omgezet tot natuur. Dit gebied valt buiten het plangebied.
Voor deze ontwikkeling is een projectbesluit vastgesteld. In dat kader zijn de benodigde onderzoeken uitgevoerd. Dit bestemmingsplan bestendigt hetgeen met dit besluit toegestaan.