Plan: | Duinrand |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0575.BPDuinrand-VA02 |
Agrarisch
De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor de agrarische bedrijfsvoering ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven gericht op tuinbouw en de bollenteelt met de daarbij behorende bedrijfsgebouwen en kassen. Per volwaardig agrarisch bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan. De in het plangebied gelegen tuincentrum, paardenfokkerij en paardenpension zijn met een specifieke aanduiding aangegeven. De als agrarisch bestemde gronden zijn tevens bestemd voor het behoud, bescherming en beheer van de aanwezige natuur- en landschapswaarden en kleinschalige natuurontwikkeling. Voor de gronden geldt dat extensief recreatief medegebruik is toegestaan.
Voor de gronden op de zuidelijke hoek aan de Duinweg/Duindamseweg is de mogelijkheid opengehouden de agrarische bestemming te wijzigen in Recreatie - Dagrecreatie.
Horeca
De in het plangebied solitair aanwezige horeca is bestemd voor Horeca. Voor alle horecagelegenheden geldt dat 'lichte' horeca is toegestaan, denk aan een lunchroom, ijssalon, maar ook een restaurant of hotel. Voor twee locaties is - naast 'lichte' horeca - een specifieke vorm van horeca toegestaan. De aanwezige activiteit valt namelijk niet onder 'lichte' horeca.
Recreatie - Kampeerterrein
De recreatieterreinen die in gebruik zijn als kampeerterrein zijn voorzien van de bestemming Recreatie - Kampeerterrein. Zoals de naam van de bestemming al suggereert, betreft het een vorm van recreatie in kampeermiddelen. Hiertoe is een onderscheid gemaakt tussen de gronden op het kampeerterrein waar gebouwen ten behoeve van het kamperen zijn toegestaan (recreatieve voorzieningen zoals een receptiegebouw, tennisbanen, zwembaden, een jeu de boulesterrein en sanitair) en tussen de gronden waar kampeermiddelen zijn toegestaan (buiten het bouwvlak). Uit dit onderscheid wordt ook duidelijk dat kampeermiddelen niet als gebouwen worden aangemerkt. Overigens zijn gebouwen in de vorm van bijgebouwen bij een kampeermiddel wel toegestaan buiten het bouwvlak (één per kampeermiddel).
Bedrijfswoningen zijn toegestaan voor zover deze op de verbeelding met de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn aangeduid. Dit betreft dus de bestaande bedrijfswoningen, terwijl nieuwe niet zijn toegestaan.
Voor deze bestemming zijn twee wijzigingsbevoegdheden opgenomen. De eerste maakt het mogelijk om de bestemming te wijzigen naar Recreatie - Verblijfsrecreatie om zo de vestiging van recreatiewoningen mogelijk te maken. Het is hiervoor onder andere noodzakelijk aan te tonen dat sprake is van een economische haalbaar plan. Dit betekent dat een bedrijfsplan moet worden overhandigd waaruit o.a. blijkt dat er sprake is van één aanspreekpunt binnen het recreatieterrein, dat de verhuur van recreatiewoningen verloopt via een verhuurorganisatie in de markt. Voorts dient dit bedrijfsplan te beschrijven in hoeverre het recreatieve product zich kan onderscheiden in de markt en bijdraagt aan de productdifferentiatie binnen de gemeente Noordwijk.
De tweede wijzigingsbevoegdheid maakt het mogelijk het kampeerterrein 't Bruggetje te wijzigen in Agrarisch.
Recreatie - Dagrecreatie
De bestemming Recreatie - Dagrecreatie staat diverse vormen van recreatie toe zonder overnachtingsmogelijkheid. De in het plangebied gelegen manege is evenals de paardenhouderijen met een specifieke aanduiding aangegeven. Voor de bijbehorende bedrijfswoningen is ook een aanduiding opgenomen.
Recreatie - Verblijfsrecreatie
De recreatieterreinen die zijn voorzien van recreatiewoningen hebben de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie gekregen. Binnen deze bestemming zijn recreatieve voorzieningen toegestaan zoals een receptiegebouw, tennisbanen, zwembaden, een jeu de boules terrein, stallinggelegenheid voor paarden, sanitair, een milieustraat en parkeervoorzieningen. Onder meer voor specifieke sanitaire voorzieningen is een aparte aanduiding opgenomen.
In de bouwregels zijn regels opgenomen betreffende de maximale afmetingen van recreatiewoningen en het percentage/oppervlakte dat qua bebouwing is toegestaan. In beginsel bedraagt het maximumoppervlak van een recreatiewoning 80 m². Dit oppervlak is inclusief eventuele bergingen en/of tuinhuisjes. In het kader van clustering van recreatiewoningen is tevens een regeling opgenomen voor het toestaan van twee-aaneen gebouwde recreatiewoningen. Hierbij geldt als voorwaarde dat steeds sprake blijft van twee recreatiewoningen.
Ook is aangegeven wat de onderlinge afstanden tussen de gebouwen minimaal moeten zijn uit oogpunt van brandveiligheid. Bedrijfswoningen zijn met een aanduiding weergegeven.
Voor de locaties waar in dit bestemmingsplan recreatiewoningen tot maximaal 50 m² zijn toegestaan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt om door middel van een wijzigingsplan en onder voorwaarden recreatiewoningen tot 80 m² toe te staan.
Verkeer, Groen en Water
De wegen in het gebied hebben de bestemming Verkeer gekregen. Op een aantal plekken in het plangebied is de bestemming Groen opgenomen, waar de gronden specifiek zijn bedoeld voor groen, water, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden en nutsvoorzieningen. De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor water ten behoeve van de waterhuishouding en verkeer te water.
Wonen en Tuin
De woningen in het plangebied hebben de bestemming Wonen gekregen. De met het wonen samenhangende doeleinden, het wonen zelf, aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, de tuinen en de (achter)erven, zijn gecombineerd in deze bestemming. In de bouwregels zijn regels betreffende het hoofdgebouw van de woning, aan- en uitbouwen en bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, opgenomen. Ten aanzien van het hoofdgebouw is bepaald dat deze binnen het bouwvlak worden opgericht met een maximale bouwhoogte van 9 m en goothoogte van 5 meter. De inhoud van een woning, inclusief de bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt maximaal 650 m³ of maximaal de bestaande inhoudsmaat. Deze inhoudsmaat sluit aan bij de Nota Regels voor Ruimte (zie ook paragraaf 4.2) waarin de inhoudmaat voor burgerwoningen in het buitengebied is losgelaten voor niet-kwetsbaar gebied, zoals gewoon agrarisch gebied en recreatiegebied. Voor kwetsbaar gebied (A+) geldt een inhoudsmaat van 650 m³ (inclusief erfbebouwing), waarbij ondergrondse delen niet worden meegerekend.
Het uitoefenen van aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten wordt direct mogelijk gemaakt, mits de woonfunctie blijft prevaleren. Om te garanderen dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft, mag het vloeroppervlak ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten niet groter zijn dan 25% van het vloeroppervlak van de woning tot een maximum van 40 m², inclusief aan- en uitbouwen.
De tuinen hebben de bestemming Tuin gekregen. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Waarde - Archeologie
Het gehele plangebied is gelegen in een gebied met middelhoge tot hoge archeologische verwachtingswaarde. Daarom is de dubbelbestemming Waarde - Archeologie opgenomen. Hierin is geregeld dat voor werkzaamheden die dieper gaan dan 30 cm en een oppervlakte beslaan van meer dan 100 m² een aanlegvergunning is vereist. Voor bouwplannen die dit oppervlak of deze diepte te boven gaan dient een archeologisch onderzoek te worden verricht alvorens tot de werkzaamheden mag worden overgegaan.
Overige regels
Een aantal zaken is algemeen van aard of heeft niet zozeer betrekking op een specifieke bestemming uit hoofdstuk 2 van de regels. Die zijn geregeld in hoofdstuk 3 Algemene regels. Hier zijn onder andere geregeld de algemene afwijkingsregels, algemene regels omtrent het overschrijden van bouwgrenzen, algemene wijzigingsregels en de algemene procedureregels.
De bestaande matenregeling uit artikel 15 behoeft hierbij bijzondere uitleg.
Alhoewel in dit bestemmingsplan zoveel mogelijk is gepoogd de bestaande situatie in beeld te brengen, kan het in enkele gevallen toch voorkomen dat een legaal tot stand gebrachte situatie niet voldoende in hoofdstuk 2 van de regels zijn beslag heeft gekregen. Om te voorkomen dat deze legaal tot stand gebrachte bouwwerken weg te bestemmen, is in dit plan een regeling opgenomen waarmee deze bouwwerken alsnog positief worden bestemd. Het kan hier onder andere de afmetingen van een recreatiewoning betreffen (denk aan hoogte/oppervlak/dakkapel/afstand tot de perceelsgrens/etc), maar ook het maximaal toegestane bebouwingspercentage en clustering van recreatiewoningen. Overigens is deze regeling ook van toepassing op andere bestemmingen en geldt zodoende ook voor bijvoorbeeld woningen en agrarische percelen.
Overigens is deze regeling niet van toepassing op Duinweg 88. Hier dient immers juist de bestaande agrarische bebouwing te worden gesloopt in het kader van de Ruimte voor Ruimte regeling.
Voorts bevat artikel 15 een regeling voor dakkapellen zoals deze voor (bedrijfs) woningen en recreatiewoningen zijn toegestaan (één en ander conform de Welstandsnota).
Tot slot zijn in hoofdstuk 4 de regels ondergebracht met betrekking tot het overgangsrecht en de slotregel.