direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk
Plan: De Compagnie
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0571.DeCompagnie2010-OH01

3.4 Gemeentelijk

3.4.1 Vigerend bestemmingsplan Middelweg

Het plangebied is gelegen binnen het bestemmingsplan 'Middelweg'. Het bestemmingsplan is op 14 maart 1991 vastgesteld door de Raad van de gemeente Nieuw-Lekkerland en op 16 juli 1991 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland.

Voorschriften

Op grond van dit bestemmingsplan heeft het plangebied de volgende bestemmingen:

  • 1. 'Recreatieve doeleinden (R)' met een bebouwingspercentage van 20% en een maximale hoogte van 8 meter voor gebouwen ter plaatse van de sportvelden centraal in het plangebied;
  • 2. 'Recreatieve doeleinden (R) ' met een bebouwingspercentage van 5% en een maximale hoogte van 2,5 meter voor gebouwen ter plaatse van de volkstuinen in het zuidwesten van het plangebied. De voorschriften (artikel 7 lid 3 onder a.) bepalen tevens dat het bebouwingspercentage per volkstuinperceel ten hoogte 5% bedraagt en het oppervlak van een centraal gebouw ten hoogste 70 m² mag bedragen;
  • 3. 'Woondoeleinden (W) met aanduiding garageboxen W(ab) ' ter plaatse van de garages in het zuidwesten van het plangebied. De voorschriften (artikel 3 lid 5 onder b.) bepalen tevens dat de maximale bouwhoogte ten hoogste 3 meter bedraagt;
  • 4. 'Maatschappelijke doeleinden (M) ' met een bebouwingspercentage van 80% en een maximale hoogte van 4,5 meter voor gebouwen ter plaatse van de school (De Regenboog) in het westen van het plangebied;
  • 5. 'Maatschappelijke doeleinden (M), transformatorstation Mn(t)' ter plaatse van het transformatorstation in het noordoosten van het plangebied. De voorschriften (artikel 5 lid 3 onder d.) bepalen tevens dat de oppervlakte van het gebouw ten hoogste 40 m² mag bedragen met een maximale bouwhoogte van 3 meter.

Voor de onder 3, 4 en 5 genoemde bestemmingen is op de plankaart een bouwvlak aangegeven waarbinnen de bebouwing moet worden gerealiseerd.
Voor de sportvelden geldt op basis van artikel 7 lid 3 onder d. een afstand van gebouwen tot de bestemmingsgrenzen van minimaal 10 meter. De gebouwen van de volkstuinen zijn uitgesloten van dit bouwvoorschrift.

Algemene vrijstellingsbevoegdheid (artikel 17)

Op grond van artikel 17 van het bestemmingsplan Middelweg kan vrijstelling worden verleend voor beperkte afwijkingen (maximaal 10%), oprichten van kleine bouwwerken ten behoeve van het openbaar nut en het (beperkt) afwijken van de bestemmingsgrens.

Wijzingsbevoegdheid (artikel 18)

Voor het plangebied is de wijzigingsbevoegdheid van het bestemmingsplan niet van toepassing en kan niet worden gebruikt.

In onderstaande afbeelding is een uitsnede van de bestemmingsplankaart opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0571.DeCompagnie2010-OH01_0012.png"

Afbeelding 10: uitsnede bestemmingsplankaart 'Middelweg' met grens plangebied, gemeente Nieuw-Lekkerland

Conclusie

Het initiatief is in strijd met de vigerende bestemming. Om het initiatief doorgang te laten vinden is onderhavig bestemmingsplan opgesteld dat specifiek de gewenste ontwikkeling mogelijk maakt. De strijdigheid met het huidig planologisch regime betreft met name de bestemming en bouwmogelijkheden van het plangebied.

3.4.2 Ruimtelijke beleidsvisie, gemeente Nieuw-Lekkerland (2000)

Op 19 oktober 2000 heeft de gemeenteraad van Nieuw-Lekkerland de ruimtelijke beleidsvisie vastgesteld. De gemeente Nieuw-Lekkerland heeft in de visie verschillende ontwikkelingen en knelpunten in samenhang bekeken, zodat de kwaliteit van de ruimtelijke structuur en de kwaliteit van de leefomgeving kan worden verbeterd.

De ruimtelijke visie is een integraal plan, waarin de ruimtevragen van volkshuisvesting, werkgelegenheid, bedrijvigheid, verkeer en vervoer, recreatie en toerisme en natuur en landschap tegen elkaar worden afgewogen.

Eén van de vraagstukken in de ruimtelijke beleidsvisie is de locatie Barkstraat/ sportvelden. De aanleiding om deze locatie te benoemen is:

  • De wens van de sportvereniging om nieuwbouw te plegen;
  • De verouderde garages in het gebied;
  • De aanwezige volkstuinen die een rommelige indruk geven;
  • Het ontbreken van de afronding van de kern Nieuw-Lekkerland, door de huidige rommelige overgang tussen het buitengebied en de woonwijk.

In de ruimtelijke beleidsvisie wordt prioriteit gegeven aan:

  • Het uitwerken van de inbreidingslocatie Barkstraat/sportvelden (voorbereidingen) als potentiële woningbouwlocatie;
  • Het uitplaatsen van de sportvelden (ten behoeve van de voorbereiding van de inbreidingslocatie Barkstraat/sportvelden) naar de westzijde van de mengzone (concentratiegebied recreatie).

Conclusie

Het initiatief is een feitelijke uitwerking van de ruimtelijke beleidsvisie. De voorgestelde ontwikkeling past binnen de ruimtelijke beleidsvisie.