Plan: | De Compagnie |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0571.DeCompagnie2010-OH01 |
Provinciale Staten van Zuid-Holland hebben op 12 november 2003 het streekplan Zuid-Holland Oost 2003 vastgesteld. Het provinciebestuur presenteert in dit streekplan haar visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Zuid-Holland Oost voor de periode tot 2015. Die visie is in overleg met de streek zelf ontwikkeld. Ruimte is ook in het streekplangebied Oost meer dan ooit een schaars goed. Het is daarom zaak de beschikbare ruimte binnen de bebouwingscontouren beter te benutten en om meer dan voorheen te letten op ruimtelijke kwaliteit in het landelijke gebied.
Regio Oost
De gemeente Nieuw-Lekkerland maakt onderdeel uit van de subregio Alblasserwaard-Vijfheerenlanden. In deze regio liggen ook de gemeenten Giessenlanden, Gorinchem, Graafstroom, Hardinxveld-Giessendam, Leerdam, Liesveld en Zederik.
De provincie Zuid-Holland heeft voor de volgende punten in de regio Oost speciale aandacht:
Onderstaand is een uitsnede van de Streekplankaart Zuid-Holland Oost opgenomen voor de gemeente Nieuw-Lekkerland en het plangebied.
De voorgenomen herontwikkeling van de sportvelden ten noorden van de Tiendweg valt binnen de bebouwingscontour uit het Streekplan Zuid-Holland Oost zoals dat in 2003 is vastgesteld. De wijzigingen voor wat betreft de bebouwingscontouren op dit vastgestelde Streekplan die sindsdien zijn gepubliceerd hebben geen betrekking op de contour rond het plangebied. Met de voorgenomen ontwikkeling wordt de beschikbare ruimte binnen de bebouwingscontouren beter benut. De voorgenomen ontwikkeling past daarmee binnen het provinciaal beleid zoals geformuleerd in het Streekplan Zuid-Holland Oost.
Conclusie
Het plangebied valt binnen het streekplan Zuid-Holland Oost en is aangewezen als openluchtrecreatiegebied of stedelijk groen. Het plangebied ligt tevens binnen de bebouwingscontour waarbinnen (woningbouw)ontwikkelingen mogelijk zijn. In het onderhavige plan worden woningen mogelijk gemaakt. Het plan gaat daarbij uit van de bestemming wonen. Het onderhavige plan past daarmee binnen het beleid van het streekplan Zuid-Holland Oost.
Op 3 november 2009 stelden Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland de Ontwerp Structuurvisie vast en gaven deze documenten vrij voor inspraak. De inspraakperiode liep van 23 november 2009 tot en met 17 januari 2010. Vooruitlopende op de definitieve structuurvisie wordt hier kort ingegaan op het ontwerp. Voor alsnog wordt uitgegaan van het gestelde beleid uit het "Streekplan Zuid-Holland Oost 2010".
De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie.
Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.
Visie op Zuid-Holland is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk:
Uitvoeringsagenda Structuurvisie 2010
Om slagvaardig uitvoering te geven aan de doelen van de structuurvisie wil de provincie concrete uitvoeringsafspraken maken met het rijk en met de acht regio's. De afspraken met het rijk worden gemaakt in de gebiedsagenda's, behorende bij het Bestuurlijk overleg MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport).
Deze uitvoeringsagenda is gericht op het vinden van samenhang om te komen tot een slagvaardige uitvoering van de ontwikkelingsopgaven uit de Provinciale Structuurvisie. Juist deze samenhang zorgt ervoor dat opgaven meer integraal benaderd worden. Daardoor ontstaat een grotere kans dat die opgaven worden bereikt.
Voor de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden betekent deze benadering het volgende:
Afbeelding 9: Overzicht selectie programma's en projecten in Alblasserwaard-Vijfheerenlanden (bron: Provincie Zuid-Holland)
Conclusie
Het plangebied maakt onderdeel uit de Structuurvisie provincie Zuid-Holland en bijbehorende uitvoeringsagenda voor de regio Alblasserwaard - Vijfheerenlanden.
Het plangebied ligt tevens binnen het 'stads- en dorpsgebied' waarbinnen (woningbouw)ontwikkelingen mogelijk zijn. In het onderhavige plan worden woningen mogelijk gemaakt. Het plan gaat daarbij uit van de bestemming wonen. Het onderhavige plan past daarmee binnen het beleid de Provincie Zuid-Holland.
De op 8 maart 2005 vastgestelde nota 'Regels voor Ruimte' vervangt de Nota Planbeoordeling 2002 en vormt met de streekplannen het beoordelingskader van Gedeputeerde Staten voor gemeentelijke ruimtelijke plannen en bevat beleidsregels ten behoeve van de goedkeuring van ruimtelijke plannen. Voor het woningbouwbeleid vormt echter, naast het locatiebeleid in de streekplannen, de provinciale Woonvisie het beleidskader. Voor dit bestemmingsplan is vooral de onderwerpen "Economie, Mobiliteit en Samenleving" van belang.
Economie, Mobiliteit en Samenleving
De provincie Zuid-Holland is een verstedelijkte provincie. Dit maakt het noodzakelijk dat zuinig met de ruimte wordt omgegaan en dat het nog niet verstedelijkte gebied tegen verstedelijking beschermd wordt.
Belangrijke speerpunten van het provinciale beleid in de sfeer van de ruimtelijke ordening zijn dan ook het knopen- en locatiebeleid, infrastructuur en het beheer van de ruimte voor wonen en werken.
De provincie richt zich daarbij vooral op een efficiƫnt gebruik van de ruimte voor deze functies, die in de streekplannen zijn aangegeven als stads- en dorpsgebied en de bedrijventerreinen. Concentratie van functies en zoveel mogelijk koppeling aan OV-infrastructuur zijn kernbegrippen bij deze inzet.
Voor het woningbouwbeleid vormt, naast het locatiebeleid in de streekplannen, niet de regelgeving in deze nota maar de provinciale woonvisie het beleidskader. Verwezenlijking van het provinciaal woonbeleid zal, evenals het hieraan gerelateerde zorgbeleid, niet gebeuren via deze nota maar via de sectorlijn. Bij de beoordeling van ruimtelijke plannen zal niet worden getoetst aan de woonvisie. Voor het versterken van de economie wordt ingezet op het bieden van geschikte vestigingslocaties voor alle bedrijfstypen, het voorkomen van ontwrichting van het bestaande voorzieningenniveau en ook op het optimaal benutten van bestaande infrastructuur (knopen- en locatiebeleid).
Conclusie
De nota Regels voor ruimte is de opvolger van de nota Planbeoordeling van de provincie Zuid-Holland. De nota omvat vooral toetsingscriteria om ruimtelijke plannen te beoordelen op basis van het beleid geformuleerd in het streekplan. Voor het onderhavig bestemmingsplan is vooral het onderwerp "Economie, Mobiliteit en Samenleving" van belang. Het bestemmingsplan voldoet aan de criteria die in dit onderdeel wordt genoemd, de woningbouwontwikkeling past derhalve in het beleid van de Provincie Zuid-Holland.