direct naar inhoud van Artikel 3 Centrum
Plan: Westkanaalweg 99-100 Aardam
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0569.bpTARwestkanaalw09-va01

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. op de begane grond:
    • 1. detailhandel, waaronder een supermarkt;
    • 2. dienstverlening;
    • 3. dienstverlenende bedrijvigheid, zoals omschreven in artikel 1.22;
    • 4. het uitoefenen van horeca-activiteiten in categorie 1 van de bij deze planregels behorende Staat van horeca-activiteiten;
    • 5. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. op de verdiepingen:
    • 1. wonen, met dien verstande dat op de verdiepingen appartementen zijn toegestaan;
    • 2. een beroep aan huis zoals omschreven in artikel 1.10;
  • c. daarbij behorende voorzieningen zoals (ontsluitings)wegen, paden, parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, tuinen, erven en water;
3.2 Bouwregels

Op de voor Centrum aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

3.2.1 Algemeen:
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' zijn niet meer wooneenheden toegestaan dan aangeduid.

3.2.2 Binnen het bouwvlak:
  • a. het bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd met gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, en met inachtneming van de overige bouwregels;
  • b. ter plaatse van de aanduiding maximale bouwhoogte mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan aangeduid;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 2 meter bedragen.
3.2.3 Buiten het bouwvlak:
  • a. per bouwperceel mag maximaal 30% worden bebouwd met gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, en met inachtneming van de overige bouwregels;
  • b. de goothoogte van de gebouwen mag niet meer dan 3 meter bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 5 meter;
  • c. de dakhelling van een kap mag niet meer dan 60 graden bedragen;
  • d. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 2 meter bedragen.

3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Eén huishouden:

Een woning mag niet worden gebruikt voor de (tijdelijke) huisvesting van meer dan één huishouden.

3.3.2 Beroep aan huis:

Een woning mag mede worden gebruikt voor de uitoefening van een beroep aan huis, mits:

  • a. niet meer dan 25% van de vloeroppervlakte van de woning daarvoor wordt aangewend;
  • b. het beroep aan huis door de bewoner zelf wordt uitgeoefend;
  • c. het gebruik geen invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaakt;
  • d. er geen detailhandel plaats vindt;
  • e. er geen buitenopslag plaats vindt.
3.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het maximum aantal wooneenheden op de verbeelding van de in artikel 3.1bedoelde gronden te wijzigen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. toegestaan is een vergroting van het aantal wooneenheden met maximaal 2 appartementen;
  • b. wijziging is alleen mogelijk als een parkeernorm van minimaal 1,5 parkeerplaats per woning, gerekend over het totaal aantal wooneenheden, in acht genomen wordt.