Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Ter Aar, Oostkanaalweg 49b
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0569.bpTARoostkaweg49b-va01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wonen;
b. de uitoefening van beroepsmatige activiteiten in hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van die activiteiten maximaal 30% van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt, met een maximum van 45 m²;
c. mantelzorg, met dien verstande dat het oppervlak ten behoeve van mantelzorg maximaal 75 m² van het vloeroppervlak per woning inclusief de bijbehorende bouwwerken bedraagt;
 met de daarbij behorende:
d. erven;
e. tuinen;
f. parkeervoorzieningen;
g. groenvoorzieningen;
h. waterlopen en waterpartijen;
i. waterhuishoudkundige voorzieningen;
j. andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
 
6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen:
a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b. ter plaatse van de aanduiding ‘vrijstaand (vrij)’ zijn enkel vrijstaande woningen toegestaan;
c. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd (aeg)' zijn enkel rijenwoningen toegestaan;
d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' op de verbeelding, mag het aantal woningen niet meer bedragen dan is aangegeven;
e. het bij de woning behorende bouwperceel mag nooit voor meer dan 50% worden bebouwd;
f. voor vrijstaande woningen geldt dat de maximale inhoud van de vrijstaande woning 750 m3 mag bedragen.
g. bij vrijstaande woningen dient het hoofdgebouw aan één zijkant ten minste 3 meter van de zijdelingse perceelsgrens te worden gesitueerd;
h. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' dienen deze aangeduide hoogtes voor de hoofdgebouwen in acht te worden genomen;
i. de woningen dienen ten minste voor 60% met de voorgevel in de voorgevelrooilijn van het bouwvlak te worden gebouwd.

6.2.2 Bijbehorende bouwwerken:
a. de totale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bedraagt per hoofdgebouw:
Oppervlakte bouwpercelen
Maximale gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken (exclusief overkappingen als bedoeld in 6.2.3)
Tot en met 500m2
50m2, mits het bouwperceel voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd
Meer dan 500m2
80m2, mits het bouwperceel voor niet meer dan 50% is dan wel wordt bebouwd
 
b. de maximum goothoogte bedraagt 3 meter;
c. de maximum bouwhoogte bedraagt 5,5 meter;
d. de maximum diepte van erkers bedraagt 1,5 meter;
e. indien bijbehorende bouwwerken niet in de zijdelingse perceelsgrens worden gebouwd, dient de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 1 meter te bedragen;
f. aan de zijde(n) waar een bijbehorend bouwwerk niet aan een ander gebouw wordt aangebouwd, dient de afstand tussen de gebouwen minimaal 1 meter te bedragen;
 
6.2.3 Overkappingen
Voor het bouwen van overkappingen gelden de volgende regels:
a. overkappingen zijn buiten het bouwvlak achter de voorgevellijn toegestaan;
b. de maximum bouwhoogte bedraagt 3 meter;
c. de bebouwde oppervlakte mag niet meer dan 20 m² bedragen;
d. het maximale bebouwingspercentage bedraagt 50% van elk bouwperceel.
 
6.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd binnen het bouwperceel;
b.      de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor zover gelegen achter de voorgevelrooilijn bedraagt maximaal 3 meter, met uitzondering van:
1.       erfafscheidingen, waarvan de hoogte maximaal 2 meter bedraagt;
2.       verlichting, vlaggenmasten en antennes, waarvan de hoogte maximaal 8 meter bedraagt;
c.       de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor zover gelegen vóór de voorgevelrooilijn bedraagt maximaal 1 meter, met uitzondering van:
1.       pergola's, en overig tuinmeubilair, erf- en terreinafscheidingen daaronder niet begrepen, waarvan de hoogte maximaal 3 meter bedraagt;
2.       verlichting, vlaggenmasten en antennes, waarvan de hoogte maximaal 8 meter bedraagt;
d.       het maximale bebouwingspercentage bedraagt 50% van elk bouwperceel.
 
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
c. ter waarborging van de verkeersveiligheid en de parkeergelegenheid;
d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
  
6.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
c. bewoning als afhankelijke woonruimte, met uitzondering van mantelzorg;
d. bewoning van vrijstaande bijbehorende bouwwerken, met uitzondering van mantelzorg;
e. seksinrichting;
f. prostitutie;
g. kamergewijze verhuur.
 
6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Bedrijf aan huis
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:
a. de woonfunctie als hoofdfunctie behouden blijft;
b. bedoeld gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat mag opleveren en geen onevenredige afbreuk mag doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent dat het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in het hoofdgebouw of bijgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van het hoofdgebouw is;
c. het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten;
d. parkeren zoveel mogelijk op eigen terrein dient plaats te vinden;
e. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop in het klein in verband met bedrijfsmatige activiteiten in of bij het hoofdgebouw;
f. maximaal 30% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van aan huis gebonden beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten in gebruik mag zijn, zulks met een absoluut maximum van 45 m².
 
6.6 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.2 onder a, ten behoeve van de bouw van bijbehorende bouwwerken tot een oppervlakte van 80 m2 op bouwpercelen tot en met 500 m2, mits het bouwperceel voor niet meer dan 50% is, dan wel wordt, bebouwd.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.2.4 c ten behoeve van de bouw van erf- en terreinafscheidingen tot maximaal 2 meter hoog vóór de voorgevelrooilijn, met inbegrip van hekken en poorten (al dan niet op bruggen) die dienen als erf- en/of perceelsafscheiding.