direct naar inhoud van Artikel 25 Algemene aanduidingsregels
Plan: Ter Aar en Bovenland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0569.bpTARaarbovenland-va02

Artikel 25 Algemene aanduidingsregels

25.1 Veiligheidszone - lpg
25.1.1 Doel aanduiding

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' op de verbeelding, geldt dat de aldus aangeduide gronden ook zijn bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een aanwezige lpg-installatie.

25.1.2 Bouwregels

Voor het bouwen van gebouwen en/of bouwwerken, binnen de 'veiligheidszone - lpg' gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' op de verbeelding, geldt primair het bepaalde ten aanzien van deze zone. De regels van de hoofdbestemming zijn alsdan uitsluitend van toepassing voor zover deze niet in strijd zijn met het bepaalde ten aanzien van de veiligheidszone;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' op de verbeelding mogen geen nieuwe gebouwen ten behoeve van (beperkt) kwetsbare objecten worden gebouwd.

25.2 Milieuzone - Geurzone
25.2.1 Bouwregels

In afwijking van hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding ‘milieuzone – geurzone’ de volgende regels:

  • a. binnen de gebiedsaanduiding ‘milieuzone – geurzone’, en buiten de perceelsgrenzen van de inrichting die de geurhinder veroorzaakt, mogen geen nieuwe geurgevoelige objecten worden opgericht, met dien verstande dat dit verbod niet van toepassing is op:
    • 1. de bouw van nieuwe aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bestaande woningen;
  • b. burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigingen in die zin dat:
    • 1. de gebiedsaanduiding ‘milieuzone – geurzone’ opgeheven wordt, indien de aanwezige geurhinderlijke inrichting(en) gesaneerd is (zijn), dan wel uit nader onderzoek is gebleken dat de aanwezige geurhinderlijke inrichting(en) buiten werking is (zijn) gesteld, of de
    • 2. gebiedsaanduiding ‘milieuzone – geurzone’ verkleind wordt, indien uit nader onderzoek is gebleken dat de geurzone als gevolg van wijziging in de geurhinderlijke inrichting(en) kleiner is geworden.

25.2.2 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het gebruik van het rioolgemaal, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 25.2.1 en worden toegestaan dat nieuwe geurgevoelige objecten worden gebouwd dan wel functies worden toegestaan, mits de geurbelasting vanwege het rioolgemaal ten aanzien van deze geurgevoelige gebouwen en/of functies niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een door burgemeester en wethouders verleende hogere grenswaarde.