direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: De Verwondering
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0569.bpNWVverwondering-va01

3.2 Provinciaal beleid

Provinciale Structuurvisie, Visie op Zuid-Holland

Op 2 juli 2010 stelde Provinciale Staten de Provinciale Structuurvisie, Visie op Zuid-Holland (PSV) vast evenals de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda vast (de Uitvoeringsagenda is op 29 februari 2012 geactualiseerd). In de Visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De Structuurvisie geeft een doorkijk naar 2040 en de visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie.

Op basis van de Wro moeten gemeenten, provincies en rijk hun beleid neerleggen in één of meer structuurvisies. Het provinciebestuur van Zuid-Holland heeft ervoor gekozen één integrale ruimtelijke structuurvisie voor Zuid-Holland te ontwikkelen. Het uitgangspunt is “lokaal wat kan, provinciaal wat moet”. In de provinciale structuurvisie geeft de provincie aan wat zij als provinciaal belang beschouwt en hoe zij daarop wil gaan sturen.

Inhoud structuurvisie

De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.

Het beleid gaat in op verschillende provinciale belangen die geordend zijn volgens vijf integrale en ruimtelijk relevante hoofdopgaven:

  • “aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel”;
  • “duurzame en klimaatbestendige Deltaprovincie”;
  • “divers en samenhangend stedelijk netwerk”;
  • “vitaal, divers en aantrekkelijk landschap”;
  • “stad en land verbonden".

Ook de instrumenten die de provincie inzet, komen in de structuurvisie aan de orde. De provincie ordent op kaarten (een functiekaart en een kwaliteitskaart), ontwikkelt programma's en projecten, agendeert zaken en laat onderzoek uitvoeren. Zij stuurt op hoofdlijnen door kaders te stellen en het lokale bestuur ruimte te geven bij de ruimtelijke inrichting.

De functiekaart geeft de gewenste en mogelijke ruimtelijke functies weer die in de structuurvisie zijn geordend, begrensd en vastgelegd als ruimtelijk beleid tot 2020. In de kwaliteitskaart zijn zowel de bestaande als de gewenste kwaliteiten verbeeld op een globale, regionale schaal. De kwaliteitskaart toont de diversiteit van Zuid-Holland en brengt de ruimtelijke kwaliteiten van provinciaal belang in beeld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0569.bpNWVverwondering-va01_0010.jpg"

Afbeelding 3.2 Functiekaart 2020, structuurvisie Zuid-Holland (Bron: ruimtelijkeplannen.zuid-holland.nl)

afbeelding "i_NL.IMRO.0569.bpNWVverwondering-va01_0011.jpg"

Afbeelding 3.3 Kwaliteitskaart 2020, structuurvisie Zuid-Holland (Bron: ruimtelijkeplannen.zuid-holland.nl)

Het plangebied maakt volgens de structuurvisie onderdeel uit van het stads- en dorpsgebied. Hiermee passen de beoogde ontwikkelingen binnen het provinciaal beleid.

Provinciale Verordening Ruimte; ontwikkelen met schaarse ruimte

Om het provinciale ruimtelijke belang, zoals beschreven in de provinciale structuurvisie, te kunnen uitvoeren is, onder meer, de provinciale verordening opgesteld. In de provinciale verordening zijn de zaken die generiek van aard zijn (relevant voor alle gemeenten of een bepaalde groep gemeenten) en in eerste instantie vooral een werend of beperkend karakter hebben vastgelegd. De provincie acht de borging hiervan van groot belang. Tevens zijn de nationale belangen zoals vastgelegd in de AMvB Ruimte ook in de provinciale verordening opgenomen ten behoeve van een doorwerking in de gemeentelijke bestemmingsplannen. Tot slot zijn in de verordening regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen en de inhoud van de toelichting van bestemmingsplannen.

De verordening heeft slechts betrekking op een beperkt aantal onderwerpen. Bij het opstellen van bestemmingsplannen dient daarom ook rekening te worden gehouden met ander provinciaal beleid, zoals beleid op diverse milieuthema's.

In de Verordening Ruimte wordt een beeldkwaliteitparagraaf gevraagd bij aanpassingen van het bestemmingsplan voor het gebied net binnen de bebouwingscontour indien er ruimtelijke effecten te verwachten zijn die uitstralen naar het buitengebied. De ontwikkeling moet een bijdrage leveren aan de ambities die zijn aangeduid op de kwaliteitskaart van de Provinciale Structuurvisie.

Het plangebied is op de kwaliteitskaart van de Provincie Structuurvisie aangewezen als dorpskern. Dorpskern wordt geformuleerd als 'kleinschalig stads- en dorpsgebied, omgeven door landelijk gebied en niet gekoppeld aan het Zuidvleugelnet'.

Het maximum van 100 woningen in het grootste deel van De Verwondering zorgt voor een ruim opgezet plan met een groot park in het midden van het plangebied. In het stedenbouwkundig plan is zoveel mogelijk rekening gehouden met de aard van het gebied. Om deze reden is de maximale bouwhoogte op 10 meter gesteld en wordt om het gehele plangebied een brede watergang aangelegd van ten minste 10 meter breed.

Door bovenstaand in het bestemmingsplan vast te leggen wordt de kwaliteit van kleinschalig dorpsgebied behouden.

Provinciale woonvisie

Voor de provincie Zuid-Holland hebben Provinciale Staten in 2011 een herziening van de provinciale woonvisie vastgesteld. Deze actuele woonvisie vormt één van de provinciale toetsingscriteria bij het beoordelen van de gemeentelijke bestemmingsplannen. Als bovengrens van het aantal nieuw te bouwen woningen is 130 % vastgesteld. De plancapaciteit in Nieuwkoop is per 1 april 2012 bij een aantal van 1.389 woningen op 153 % vastgesteld, waarmee de door de Provincie geformuleerde bovengrens wordt overschreden. In overleg tussen de gemeente en de provincie is overeengekomen dat de 430 woningen voor de sleutelprojecten buiten beschouwing blijven. In totaal blijven daarmee 959 woningen die meegeteld worden in het totaal voor de woonvisie van de provincie (105 %).

De realisatie van 166 woningen past hiermee binnen de provinciale woonvisie.

Conclusie

Het plan is in overeenstemming met het provinciale ruimtelijk beleid.