direct naar inhoud van Artikel 17 Water - Plassengebied
Plan: Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0569.bpNOWVVnowovervrak-va01

Artikel 17 Water - Plassengebied

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - Plassengebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water ten behoeve van verkeer te water;
  • b. de waterhuishouding;
  • c. landschappelijke en aanwezige en potentiële natuurwaarden van het water, eilandjes en eilanden in samenhang met het petgatenlandschap vormend als onderdeel van het plassengebied;

met daarbij behorende:

  • d. groenvoorzieningen;
  • e. wegen en paden;
  • f. voorzieningen van algemeen nut;
  • g. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
17.2 Bouwregels
17.2.1 Gebouwen

Op, in of boven deze gronden zijn geen gebouwen toegestaan.

17.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van beschoeiing, daaronder begrepen golfbrekers, bedraagt 1 meter, gemeten vanaf de waterlijn.
17.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 17.2 teneinde duikers en bruggen toe te staan, met dien verstande dat:

  • a. niet meer dan één duiker of brug per perceel mag worden toegestaan;
  • b. de breedte van een brug of de kruinbreedte van een dam ten hoogste 2,5 meter bedragen;
  • c. daardoor de landschappelijke en aanwezige en potentiële natuurwaarden als bedoeld in 17.1 onder c niet onevenredig worden aangetast, een en ander met dien verstande dat het in ieder geval niet toelaatbaar is, dat:
    • 1. het doorzicht vanaf de voorliggende weg op de plas niet onevenredig wordt aangetast;
    • 2. langs de oever riet, biezen of andere landschappelijke belangrijke vegetatie worden verwijderd dan wel onevenredig worden aangetast.
17.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. prostitutie.
17.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.5.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Water - Plassengebied' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontginnen, bodemverlagen, afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem;
  • b. het aanleggen van wegen, paden, banen of parkeergelegenheid en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen van dijken of andere taluds of het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds;
  • d. het beplanten van gronden met houtgewassen, ter plaatse waar de gronden op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan niet reed met houtgewassen waren beplant;
  • e. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetatie;
  • f. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van aanwezig water;
  • g. het aanleggen of aanbrengen van kaden of aanlegplaatsen.
17.5.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in 17.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud, beheer en gebruik overeenkomstig de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
  • d. het aanleggen van paden voor zover dit voor een doelmatig beheer noodzakelijk is en voor zover dit voor de waarden van de gronden van geringe betekenis moet worden geacht;
  • e. werken en werkzaamheden ten behoeve van het onderhoud van watergangen en kaden, alsmede het baggeren;
  • f. het aanbrengen van leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, voor zover dit voor de waarden van de gronden van geringe betekenis moet worden geacht.
17.5.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 17.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de waterhuishouding en/of landschappelijke en natuurwaarden van de watergangen en eilandjes die in samenhang voor de karakteristiek van het petgatenlandschap zorgen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de waterhuishouding en/of landschappelijke en natuurwaarden van de watergangen en eilandjes niet onevenredig wordt of kan worden verkleind.