direct naar inhoud van Artikel 6 Centrum
Plan: Zuidland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0568.BNSZLDDRP012011-0902

Artikel 6 Centrum

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. beroepsmatig en kleinschalig bedrijfsmatig gebruik, met inachtname van het bepaalde in lid 6.3;
  • c. kantoren;
  • d. detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
  • e. dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
  • f. horeca categorie 1, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie' waar de hogere aangeduide horecacategorie is toegestaan;
  • g. maatschappelijke en culturele voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - hobbyboer': tevens voor het hobbymatig houden van dieren;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. tuinen, erven en verhardingen;
  • k. terrassen;
  • l. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
  • m. parkeervoorzieningen;
  • n. groenvoorzieningen;
  • o. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

alsmede voor:

  • p. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': de bescherming en instandhouding van de aanwezige cultuurhistorische waarden.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de diepte van hoofdgebouwen exclusief aan- en uitbouwen, gemeten vanuit de bestemmingsgrens, mag ten hoogste gelijk zijn aan de diepte die aanwezig is op de dag van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
6.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag ten hoogste 50% van het bijbehorende zij- en achtererf bedragen tot een maximum van 60 m²;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m;
  • f. voor het bouwen van overkappingen gelden ook de volgende regels:
    • 1. per bouwvlak mag niet meer dan één overkapping worden gebouwd;
    • 2. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 30 m²;
    • 3. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer bedragen dan 3 m.
6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheiding voor de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
6.3 Specifieke gebruiksregels

Het beroepsmatig gebruik of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een woning, een aan- of uitbouw of aangebouwd bijgebouw, is toegestaan met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de activiteiten worden uitsluitend uitgeoefend door de bewoner;
  • b. het vloeroppervlak ten behoeve van beroeps- en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is niet groter dan 25% van de brutovloeroppervlakte van de woning inclusief aan- en uitbouwen met een maximum van 60 m²;
  • c. op de bij de betreffende woning behorende gronden vindt geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de beroeps- of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten plaats;
  • d. het beroepsmatig gebruik en de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten gaan niet gepaard gaan met horeca en detailhandel, uitgezonderd beperkte detailhandel die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken beroeps- of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • e. de beroeps- of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn inpasbaar in de woonomgeving, met dien verstande dat:
    • 1. op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, tenzij kan worden aangetoond dat het voorgenomen gebruik geen onevenredige toename van parkeerbehoefte veroorzaakt;
    • 2. in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige verkeersdruk optreedt;
    • 3. geen verlichte of opvallende reclame uitingen aan de gevel zichtbaar mogen zijn;
    • 4. de woning dient te blijven voldoen aan het Bouwbesluit;
    • 5. geen omgevingsvergunning wordt verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid die vergunnings- of meldingsplichtig is op grond van de Wabo.