direct naar inhoud van Artikel 14 Sport
Plan: Zuidland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0568.BNSZLDDRP012011-0902

Artikel 14 Sport

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld': uitsluitend voor sportvelden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'zwembad': uitsluitend voor een openluchtzwembad;
  • c. ondergeschikte horecavoorzieningen;
  • d. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd, indien een bouwvlak wordt aangeduid;
  • b. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage' is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' of 'maximale goot- en bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage' is aangegeven;
  • d. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' of 'maximale goot- en bouwhoogte en maximum bebouwingspercentage' is aangegeven;
  • e. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer bedragen dan 3 m.
14.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheiding voor de voorgevellijn niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, mag niet meer bedragen dan:
    • 1. voor lichtmasten 25 m;
    • 2. voor ballenvangers 10 m;
    • 3. voor overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, 3 m.