Plan: | Het Balkon 2016 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0556.BP83HetBalkon-Va01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan “Het Balkon 2016” met identificatienummer NL.IMRO.0556.BP83HetBalkon-Va01 van de gemeente Maassluis;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
en verder in alfabetische volgorde:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
aan-huis-gebonden beroep: het uitoefenen van een beroep door de bewoner door het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of daarmee vergelijkbaar gebied, die door hun beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kunnen worden verleend, inclusief de beperkte verkoop van artikelen verband houdende met die diensten, mits geen detailhandel;
kleinschalige bedrijfsmatige activiteit: een activiteit die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze wordt uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past;
erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 m achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen;
onderzoek verricht door of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het Centraal College van Deskundigen en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA);
zorg die zich richt op het optimaal beheer van de bodem als unieke bron van informatie over de geschiedenis van Nederland;
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit in het verleden, tenminste ouder dan 50 jaar;
een kleinschalige overnachtingsaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, die plaats heeft in een woonhuis of een bijbehorend bouwwerk en die aan de woonfunctie ondergeschikt is, niet zijnde de huisvesting van seizoengebonden werknemers, permanente kamerverhuur of een horecabedrijf;
één of meer gebouwen en/of overige bouwwerken;
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwperceel dan wel bouwvlak, zoals bepaald in de regels, aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
afwijkingsbevoegdheid: de bevoegdheid volgens dit bestemmingsplan tot het bij een omgevingsvergunning afwijken van de planregels van het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 3.6, aanhef en onder c., van de Wet ruimtelijke ordening;
bevoegdheid tot stellen van nadere eisen: de bevoegdheid volgens dit bestemmingsplan van burgemeester en wethouders tot het stellen van nadere eisen ten opzichte van in het bestemmingsplan omschreven punten, als bedoeld in artikel 3.6, aanhef en onder d., van de Wet ruimtelijke ordening;
burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en overige bouwwerken zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
het vloeroppervlak van de ruimten die kunnen worden gebruikt ten behoeve van de bestemming inclusief de hieraan ondersteunende voorzieningen (zoals onder andere keuken, uitgifteruimte, magazijn, toiletten en dergelijke);
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
detailhandel die qua uitstraling past bij de hoofdfunctie, ter ondersteuning dient van de hoofdfunctie en niet zelfstandig wordt uitgeoefend en/of toegankelijk is, los van de hoofdfunctie;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar, ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf dat bedrijfsmatig ter plaatse dranken en/of etenswaren en/of logies verstrekt;
de bovenkant van een afgewerkt terrein dat een gebouw c.q. bouwwerk omgeeft;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie;
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b., van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
een waterstaatswerk, zoals een oppervlaktewaterlichaam, een bergingsgebied, een waterkering of een ondersteunend kunstwerk, dat in beheer is van het Rijk, als bedoeld in artikel 1.1 van de Waterwet;
de Staat van horeca-activiteiten die als Bijlage 1 van deze regels onlosmakelijk deel uitmaakt van deze regels;
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming: Functieaanduiding:
G Groen (geen)
De voor “Groen” (G) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bouwregels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende bouwregels:
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming: Functieaanduiding:
M Maatschappelijk (geen)
De voor “Maatschappelijk” (M) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bouwregels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bouwregels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende bouwregels:
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming: Functieaanduiding:
T Tuin (-p) parkeerterrein uitgesloten
De voor “Tuin” (T) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende bouwregels:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor parkeren, ter plaatse van de functieaanduiding “parkeerterrein uitgesloten” (-p).
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming: Functieaanduiding:
V Verkeer (geen)
De voor “Verkeer” (V) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen voor nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende bouwregels:
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming: Functieaanduiding:
V-R Verkeer - railverkeer (geen)
De voor “Verkeer - Railverkeer” (V-RV) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op de gronden mogen uitsluitend nutsvoorzieningen en technische voorzieningen voor de spoorlijn worden gebouwd met een maximale oppervlakte van 30 m2 en een maximale bouwhoogte van 5,00 m.
Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende bouwregels:
Het gebruik van de gronden ten behoeve van het railverkeer is alleen toegelaten indien er sprake is van uitsluitend nutsvoorzieningen en technische voorzieningen voor een op dat gebruik gericht besluit op grond van artikel 11.35 van de Wet milieubeheer (geluidproductie-plafonds).
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming: Functieaanduiding:
WA-NW Water – Nieuwe Waterweg (geen)
De voor “Water - Nieuwe Waterweg” (WA-NW) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bouwregels:
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming: Functieaanduiding:
W Wonen (m) maatschappelijk
(p) parkeerterrein
(we) weg
Bouwaanduiding:
[gs] gestapeld
De voor “Wonen” (W) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bouwregels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bouwregels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken gelden de volgende bouwregels:
Bij de uitoefening van de bevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen, geldt de regel, dat voor het creëren van voldoende parkeergelegenheid voor auto's en fietsen voldaan wordt aan de normen in de beleidsregels, die zijn neergelegd in de Beleidsregels parkeren Maassluis 2012, zoals deze als Bijlage 2 van deze regels aan deze regels zijn toegevoegd, en dat indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van de situering van bouwwerken nabij aansluitingen van wegen, indien dit uit een oogpunt van de verkeersveiligheid noodzakelijk mocht blijken.
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c., van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt niet verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, mits:
Als gebruik is het gebruik als accommodatie voor bed & breakfast toegestaan, mits dit gebruik voldoet aan de regels van de Beleidsnotitie “Bed & Breakfast 2015” van de gemeente Maassluis zoals deze als Bijlage 3 van deze regels aan deze regels is toegevoegd, en dat indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming: Functieaanduiding:
WG Woongebied (h) horeca
Bouwaanduiding:
[gs] gestapeld
De voor “Woongebied” (WG) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
waarvoor de aanduidingen op de planverbeelding en de volgende bouwregels gelden.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bouwregels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken en overkappingen gelden de volgende bouwregels:
Voor het bouwen van andere overige bouwwerken dan overkappingen gelden de volgende regels:
Bij de uitoefening van de bevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen, geldt de regel, dat voor het creëren van voldoende parkeergelegenheid voor auto's en fietsen voldaan wordt aan de normen in de beleidsregels, die zijn neergelegd in de Beleidsregels parkeren Maassluis 2012, zoals deze als Bijlage 2 van deze regels aan deze regels zijn toegevoegd, en dat indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.4, onder a., voor de bouw van hogere erfafscheiding langs het openbaar toegankelijk gebied, met dien verstande dat:
Onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c., van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt niet verstaan het gebruik van gedeelten van woningen ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, mits:
Als gebruik is het gebruik als accommodatie voor bed & breakfast toegestaan, mits dit gebruik voldoet aan de regels van de Beleidsnotitie “Bed & Breakfast 2015” van de gemeente Maassluis zoals deze als Bijlage 3 van deze regels aan deze regels is toegevoegd, en dat indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met de wijziging.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming: Functieaanduiding:
L-R Leiding – Riool (geen)
De voor “Leiding - Riool” (L-R) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere op die gronden geldende bestemming(en), tevens bestemd voor een afvalwatertransportleiding, inclusief de zakelijk rechtstrook van 5,00 m aan beide zijden van die leiding.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Voor het afwijken van de bouwregels gelden de volgende regels:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 11.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 11.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning, zoals bedoeld in lid 11.4.1, kan slechts worden verleend indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Dubbelbestemming: Functieaanduiding:
WR-A Waarde – Archeologie (-)
De voor “Waarde - Archeologie” (WR-A) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere op die gronden geldende bestemming(en), tevens bestemd voor de bescherming, het behoud en de veiligstelling van de in deze gronden voorkomende (potentiële) archeologische waarden.
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming als bedoeld in lid 12.1 , uitsluitend overige bouwwerken worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3,00 m.
Indien op grond van de bouwregels van de onderliggende bestemming bouwwerken worden gebouwd, dan zijn deze op grond van de dubbelbestemming “Waarde - Archeologie” toegestaan met dien verstande, dat op de bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken ten behoeve van overige aan deze gronden toegekende bestemming mogen worden gebouwd, mits op basis van archeologisch onderzoek is vastgesteld dat ter plaatse geen behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn of de aanwezige behoudenswaardige archeologische waarden niet onevenredig worden geschaad.
Het bepaalde in artikel 12.2.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:
Bij een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in lid 12.2 onder de volgende voorwaarden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige of verwachte archeologische waarden, is het verboden op of in de gronden die op de plankaart zijn aangewezen als "Waarde - Archeologie" zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien:
- de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld; of
- er geen archeologische waarden aanwezig zijn; of
- de archeologische waarden niet of niet onevenredig worden geschaad.
Voor zover de in artikel 12.4.1 genoemde werken en werkzaamheden kunnen leiden tot onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in artikel 12.4.1 indien aan de vergunning een of een combinatie van de volgende voorschriften wordt verbonden:
Het in lid 12.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
Indien uit het in artikel 12.4.2 genoemde rapport blijkt dat de in dit artikel genoemde werken en werkzaamheden kunnen leiden tot onevenredige verstoring van behoudenswaardige archeologische waarden, kunnen burgemeester en wethouders afwijken indien aan de vergunning een of een combinatie van de volgende voorschriften wordt verbonden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin, dat de dubbelbestemming “Waarde - Archeologie” (geheel of gedeeltelijk) vervalt, als op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, geen archeologische waarden zijn vastgesteld. Alvorens een wijziging wordt uitgevoerd dient vooraf een advies verkregen te zijn van de gemeentelijk archeoloog.
AANDUIDINGEN OP PLANVERBEELDING:
Bestemming: Functieaanduiding:
WS-WK Waterstaat – Waterkering (geen)
De voor “Waterstaat - Waterkering” (WS-WK) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere op die gronden geldende bestemming(en), tevens bestemd voor:
Op en in de gronden als bedoeld in lid 13.1 mogen uitsluitend overige bouwwerken worden opgericht die nodig zijn voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met een maximale bouwhoogte van 3,00 m.
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het belang van de waterkering, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.2 voor het oprichten van bouwwerken, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 13.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 13.4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de waterkering.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 13.4.1 is nodig voor:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden gelden, behoudens de in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.1.2, onder a., voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 6,60 m onder peil en onder de voorwaarde dat:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's dient in voldoende mate ruimte te zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij het gebouw hoort. Hierbij gelden de parkeernormen, zoals vastgelegd in de Beleidsregels parkeren Maassluis 2012, zoals deze als Bijlage 2 van deze regels aan deze regels zijn toegevoegd. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, dient rekening gehouden te worden met die wijziging
In die gevallen dat afstanden tot goot- en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge Hoofdstuk 2 van deze planregels is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
In die gevallen dat afstanden tot goot- en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge Hoofdstuk 2 van deze planregels is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
Het is verboden de in de Artikelen 3 tot en met 13 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding “geluidzone – industrie” zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidsruimte in verband met de nabijheid van inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.
In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen mogen geen nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 17.1.2 voor het bouwen van nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding "overige zone - doorzichten" zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming "Woongebied", mede bestemd voor de realisatie van een zichtlijn als landschapsbepalend element naar de Nieuwe Waterweg, waarbij groenvoorzieningen met deze zichtlijn kunnen samenvallen.
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding "overige zone - verkeersverbinding" zijn behalve voor de daar voorkomende bestemmingen "Woongebied" en "Verkeer", mede bestemd voor de realisatie van een verkeersverbinding
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding “veiligheidszone – vervoer gevaarlijke stoffen” zijn bestemd voor de bescherming van het verblijfsklimaat in verband met de aanwezigheid van de transportroute over water van gevaarlijke stoffen.
In afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen mogen op de in lid 17.4.1 bedoelde gronden, geen gebouwen worden gebouwd.
Bij omgevingsvergunning kan, overeenkomstig de andere bestemmingen, voor incidenteel nieuwe kleinschalige voorzieningen ter ondersteuning van het dagrecreatieve karakter van de oever, waaronder restaurants, cafés en kiosken, alsmede voorzieningen die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de vaarweg of de haven, zoals radarposten en kranen, worden afgeweken van het bepaalde in 17.4.2 mits:
Een omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en de beheerder van de vaarweg of haven.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding “vrijwaringszone – dijk” zijn de gronden, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor het onderhoud, de veiligheid of mogelijkheden voor versterking van de primaire waterkering.
17.5.2.1 verbod
Op de voor “vrijwaringszone – dijk” bestemde gronden is het verboden zonder schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de onderstaande werken (geen bouwwerken zijnde) en/of werkzaamheden uit te voeren:
17.5.2.2 Uitgezonderde werkzaamheden
Het in artikel 17.5.2.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
17.5.2.3 Vergunning
Vergunning wordt verleend, indien de uitvoering van de werken c.q. werkzaamheden zoals vermeld in artikel 17.5.2.1 geen gevaar oplevert voor de waterkering of het goed functioneren ervan.
17.3.2.4 Advies
Alvorens vergunning te verlenen winnen burgemeester en wethouders het schriftelijk advies in van de beheerder van de waterkering ter bescherming van het belang van de waterkering.
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding “vrijwaringszone – spoor” zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding van de vrije zone ten behoeve van de railverkeersbelangen van de railverbinding Hoekse Lijn.
Voor de in lid 17.6.1 genoemde gronden gelden de volgende bouwregels:
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van het wegverkeer, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 17.6.1 voor de bouw van bouwwerken die zijn toegelaten krachtens de onderliggende bestemming en wel nadat de wegbeheerder ter zake is gehoord.
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding “vrijwaringszone – vaarweg” zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding van de vrije zone ten behoeve van de scheepvaart op de Nieuwe Waterweg, als bedoeld in artikel 2.1.1 van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening.
Voor de in lid 17.7.1 genoemde gronden gelden de volgende bouwregels:
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de Rijksvaarweg kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 17.7.1 voor de bouw van bouwwerken, die zijn toegelaten krachtens de onderliggende bestemming en wel nadat Rijkswaterstaat ter zake is gehoord.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van:
Indien niet op grond van een andere bepaling van deze planregels een omgevingsvergunning kan worden verleend, kan een omgevingsvergunning worden verleend voor het bouwen van kleine, niet voor bewoning bestemde, bouwwerken van algemeen nut en religieuze doeleinden, zoals abri's, wachthuizen, transformatorhuizen, schakelhuizen, (ondergrondse) afvalcontainers, gemaalgebouwen, telefooncellen, monumenten, kapellen, wegkruizen en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, mits:
Van de planregels wordt afgeweken indien strikte toepassing leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.
Bij toepassing van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen, zoals deze onderdeel uitmaken van deze planregels, worden de volgende procedureregels in acht genomen:
Voor zover de in deze regels opgenomen dubbelbestemmingen en/of gebiedsaanduidingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, gelden:
Indien de omvang of de bestemming van een gebouw, dan wel bestemmingsvlak, daartoe aanleiding geeft, moet ten behoeve van het parkeren of stallen van auto's in voldoende mate ruimte zijn aangebracht in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. Deze ruimte mag niet overbemeten zijn, gelet op het gebruik of bewoning van het gebouw, dan wel bestemmingsvlak, waarbij rekening moet worden gehouden met de eventuele bereikbaarheid per openbaar vervoer. Dit alles ter beoordeling van de gemeente.
Indien de bestemming van een gebouw, dan wel bestemmingsvlak, aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor laden en lossen van goederen, moet deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij het gebouw behoort. Dit alles ter beoordeling van de gemeente.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in leden 21.2.1 en 21.2.2:
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van ter inzage leggen van het ontwerpplan.
Overtreding van het bepaalde in Artikel 16 van deze planregels is een economisch delict in de zin van artikel 1a, sub 2°, van de Wet op de economische delicten en als zodanig strafbaar op grond van deze wet.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van dat plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %.
Lid 22.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat bestemmingsplan.
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het bepaalde in lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 22.1.1 met maximaal 10 %.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het plan strijdige gebruik, bedoeld in lid 22.3.1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 22.3.1 , na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 22.3.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat bestemmingsplan.
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik, als bedoeld in lid 22.3, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht met een omgevingsvergunning afwijken.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan “Het Balkon 2016”.