direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Kapelpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0556.73BPKapelpolder-0002

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: 

  • a. bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in de bij deze planregels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, waarbij geldt dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2' bedrijfsactiviteiten behorende tot en met bedrijfscategorie 2 zijn toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1' bedrijfsactiviteiten behorende tot en met bedrijfscategorie 3.1 zijn toegestaan;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' bedrijfsactiviteiten behorende tot en met bedrijfscategorie 3.2 zijn toegestaan;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1 tot 11', bedrijfsactiviteiten met SBI-code zoals hierna in de tabel genoemd, uit ten hoogste voor deze bedrijfsactiviteit in de tabel aangegeven categorie zijn toegestaan:

aanduiding   SBI-code 1993   uit ten hoogste milieucategorie  
specifieke vorm van bedrijf - 1   351   5.1  
specifieke vorm van bedrijf - 2   2663   4.2  
specifieke vorm van bedrijf - 3   281   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 4   2852   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 5   45   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 6   5153   3.1  
specifieke vorm van bedrijf - 7   29   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 8   5123   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 9   2466
5155.1
2851  
4.1
3.2
4.1  
specifieke vorm van bedrijf - 10   284   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 11   205   3.2  
specifieke vorm van bedrijf - 12   9002.1   3.1  

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', tevens bedrijfswoningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus', tevens detailhandel in volumineuze goederen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening', tevens dienstverlening;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd', tevens detailhandel in volumineuze goederen, dienstverlening en kantoren;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horecacategorie 2', tevens horeca uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven', tevens voorzieningen ten behoeve van het verenigingsleven;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'wonen', tevens wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, geluidswerende voorzieningen, verkeersvoorzieningen en laad- en losvoorzieningen.

3.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

3.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • c. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt per bouwperceel ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximumbebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak;
  • d. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 3 m.

3.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:

a.   van erf- en terreinafscheidingen   3 m;  
b.   van lichtmasten en vlaggenmasten   6 m;  
c.   geluidswerende voorzieningen   10 m;  
d.   van vrijstaande antenne-installaties anders dan ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder techniekkast   15 m;  
e.   van vrijstaande antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes   5 m;  
f.   van antenne-installaties ten behoeve van mobiele telecommunicatie, niet zijnde schotelantenne-installaties, die op of aan bouwwerken worden gebouwd   5 m;  
g.   van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van parkeervoorzieningen, gemeten vanaf de voet van het bouwwerk   4 m;  
h.   van schotelantennes, ongeacht of zij op of aan bouwwerken worden gebouwd   3 m;  
i.   van windturbines, waarbij geldt dat deze uitsluitend op gebouwen worden gebouwd   6 m;  
j.   van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   2,5 m.  

3.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 9';
  • b. opslag van consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein';
  • d. per bedrijf is kantoorvloeroppervlakte die meer bedraagt dan 50% van de bedrijfsvloeroppervlakte niet toegestaan; kantoorvloeroppervlakte van meer dan 2.000 m² per bedrijf is in geen geval toegestaan;
  • e. detailhandel is niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel van ter plaatse geproduceerde of vervaardigde goederen of ter plaatse van de aanduidingen 'gemengd' en 'detailhandel volumineus';
  • f. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 4 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • g. in afwijking van het bepaalde onder f is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 4' opslag met een hoogte van 8 m toegestaan;
  • h. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 3.1, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 3.1 genoemd.