Plan: | Schansen e.o. |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0547.BPschansen-OH01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
bestemmingsplan Schansen e.o. van de gemeente Leiderdorp;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0547.BPschansen-OH01 met de bijbehorende regels en bijlage;
de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijk informatie;
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het uitoefenen van een vrij of zelfstandig beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op persoonlijk, zakelijk, administratief, educatief, juridisch, medisch, therapeutisch, ontwerptechnisch, kunstzinnig gebied, of daarmee gelijk te stellen activiteiten, waaronder een atelier, kapper, schoonheidsspecialiste, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de gebruik(st)er, dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is en waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een bedrijf dat in een (gedeelte van) of bij een woning wordt uitgeoefend en dat is gericht op het vervaardigen van producten, door de gebruik(st)er van de woning, dat niet krachtens een milieuwet vergunning- of meldingplichtig is en waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer c.q. exploitatie;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een op zich zelfstaand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
sociaal-culturele voorziening;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die, die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij afnemers rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen;
de bouwlaag op de begane grond;
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
de etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan/inpassingsplan een zone moet worden vastgesteld;
locatie van een ruimtelijk object, vastgelegd in een ruimtelijk referentiesysteem;
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
een bedrijf waar hoofdzakelijk dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi) overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
kwetsbaar object
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, waaronder in ieder geval begrepen scholen en kinderdagverblijven alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
de grens van een maatvoeringsvlak;
een op de verbeelding als zodanig aangegeven vlak waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels voor bepaalde bouwwerken eenzelfde maatvoering geldt;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt;
een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder b van de Wet ruimtelijke ordening;
het al dan niet geheel afbreken van gebouwen en andere bouwwerken;
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven;
een uitwerking als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder b van de Wet ruimtelijke ordening;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een complex van ruimten, bedoeld voor de niet zelfstandige huisvesting van een afzonderlijk huishouden dat voor de bewoning afhankelijk is van zorgverlening
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals
schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf het peil tot aan het laagste ondergrondse punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de kaart en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.
De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, (voor-)tuinen, erven bergruimte en parkeervoorzieningen.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De voor Groen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en verhardingen, parkeervoorzieningen en met inachtneming van de keur van het waterschap.
Gebouwen zijn niet toegestaan.
Bouwwerken geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal:
De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd;
In afwijking van artikel 6.2.1 zijn ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding-1" erkers toegestaan die voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal:
de voorgevel van het hoofdgebouw: 1 m;
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd, met uitzondering van garageboxen en bergingen ter plaatse van de aanduiding "garage". Ter plaatse van de aanduidingen "garage" en "berging" geldt een maximale bouwhoogte van 3 meter.
De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen, met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, anders dan voor de waterwegaanduiding, geleiding of tolheffing, bedraagt maximaal:
De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, (voor-)tuinen, erven bergruimte en parkeervoorzieningen met dien verstande dat:
Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen zowel in als buiten het bouwvlak worden gebouwd en voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouw zijnde bedraagt maximaal:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 9.2.2e voor de goot- en bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw of vrijstaande overkapping tot maximaal 3 meter, met inachtneming van de voorwaarde dat stedenbouwkundige belangen niet onevenredig worden geschaad.
De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 10.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 10.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:
Een aanlegvergunning wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.
Geen aanlegvergunning is nodig voor:
De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aan de grond eigen zijnde archeologische waarden.
Op de in artikel 11.1 bedoelde gronden mogen, in afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (Artikel 3 tot en met Artikel 9), geen nieuwe gebouwen worden gebouwd met een oppervlakte van meer dan 100 m2 en de oppervlakte van bestaande gebouwen niet worden vergroot met een oppervlakte van meer dan 100 m2.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 11.2, met inachtneming van de voor de betrokken bestemmingen geldende regels, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 11.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Alvorens omtrent het verlenen van aanlegvergunning te beslissen, winnen Burgemeester en Wethouders schriftelijk advies in bij de deskundige inzake archeologische waarden met betrekking tot de vraag of de aanwezige archeologische waarden door het verlenen van een aanlegvergunning niet onevenredig c.q. onherstelbaar worden aangetast en omtrent eventueel te stellen voorwaarden.
Een aanlegvergunning in afwijking van het advies van de deskundige inzake archeologische waarden wordt slechts verleend indien van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij daartegen geen bezwaar hebben.
Geen aanlegvergunning is nodig voor:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het verwijderen van de bestemming Waarde - Archeologie, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat dit mogelijk is.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt in elk geval verstaan:
De voor "Veiligheidszone - lpg" aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, ook bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met een LPG-installatie.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen zijn op de in artikel 14.1.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd ten behoeve van de in artikel 14.1.2 genoemde functies.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in de artikelen 14.1.2 en 14.1.3 voor het toestaan van de in artikel 14.1.2 genoemde functies en het bouwen van gebouwen ten behoeve van die functies, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd, een toetsing aan het Besluit externe veiligheid inrichtingen plaatsvindt en de regionale Brandweer om advies is gevraagd.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het verwijderen van de aanduiding "Veiligheidszone - lpg", mits het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de LPG-installatie wordt beëindigd.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
Ontheffing als bedoeld in artikel 15.1 kan slechts worden verleend, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Bij toepassing van een ontheffingsbevoegdheid ingevolge dit plan is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuurrecht van toepassing.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Schansen e.o.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 6 september 2010.