Plan: | Oostvlietpolder 2016 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0546.BP00110-0301 |
het bestemmingsplan Oostvlietpolder 2016 met identificatienummer NL.IMRO.0546.BP00110-0301 van de gemeente Leiden;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een beroeps-/bedrijfsactiviteit die in of bij een woning wordt uitgeoefend door een bewoner van de op het bouwperceel gesitueerde woning, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de beroeps-/bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitwerking en/of uitstraling heeft die met de woonfunctie ter plaatse in overeenstemming is; groepspraktijken, detailhandel en horeca (behalve bed-and-breakfasts) zijn hiervan uitgesloten;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
agrarisch beheer met inachtneming van het behouden van natuur- en landschapwaarden, zoals weidevogelbeheer, randenbeheer, slootkantenbeheer en dergelijke;
diverse vormen van onderzoek naar de archeologische waarden binnen een plangebied, uitgevoerd volgens de geldende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie;
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op het voorkomen van archeologische resten;
de waarde die een gebied bezit op grond van de aldaar aanwezige archeologische resten;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, verhandelen, installeren en/of herstellen van goederen;
de bouwlaag van een gebouw, welke rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
een uitspringend gedeelte op een hellend dak waarin een raamkozijn is opgenomen en die voorzien is van zijwanden;
het laagste punt van een schuin dak;
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een bepaalde vakdiscipline;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van beroeps- /bedrijfsactiviteiten;
de onderste bouwlaag, waarvan de vloer boven maaiveld is gelegen;
niet-gemotoriseerde dagrecreatieve activiteiten gericht op groen- en natuurbeleving, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, vissen en natuurobservatie, zonder dat er een overnachting mee gepaard gaat;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
objecten, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en die daarvoor permanent of een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, worden gebruikt;
voorziening, gericht op het verlenen van sociaal-medische diensten, waaronder huisartsen, apotheek, medische en paramedische praktijkruimten;
een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt.
De volgende categorieën worden onderscheiden:
één persoon dan wel twee of meer personen, die duurzaam met elkaar samenleven, dan wel twee of meer personen in wisselende samenstelling die gebruik maken van gezamenlijke voorzieningen;
een geheel of gedeeltelijke niet horizontale dakconstructie gevormd door ten minste twee schuin hellende dakschilden;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met artistieke waarde;
civieltechnisch bouwwerk;
de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeoligie is binnen de beroepsgroep de geldende norm voor de uitvoering van archeologisch onderzoek;
objecten waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
de aan een gebied toegekende waarde(n) met betrekking tot het open slagenlandschap met de daarbij behorende van noordwest naar zuidoost lopende slotenstructuur;
een bedrijf gericht op het lesgeven in paardrijden aan derden en daartoe paarden en/ of pony's houdt, al dan niet in combinatie met aan het lesgeven ondergeschikte activiteiten zoals een verenigingsaccommodatie en een verkooppunt voor paardrijartikelen;
een nadere eis zoals bedoeld in artikel 3.6, lid 1, onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
een activiteit van beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvorm, als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft;
de aan een gebied toegekende waarde(n) met betrekking tot de leefomgeving van weidevogels, gericht op het voorkomen van (extra) predatiedruk.
beperkte verkoop van aan de bestemming gerelateerde artikelen, waarbij het gaat om detailhandel dat niet zelfstandig functioneert maar als een ondergeschikte aanvulling en ondersteuning van de bedrijfs-/ of verenigingsfunctie dient;
beperkt verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse vanuit een bedrijf of vereniging, waarbij het gaat om horeca dat niet zelfstandig functioneert, maar als een ondergeschikte aanvulling en ondersteuning van de bedrijfs-/ of verenigingsfunctie dient;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak;
een bedrijf gericht op het verzorgen, berijden en het in pension houden van paarden, niet zijnde een manege;
een gebouwde of ongebouwde voorziening die geschikt is om één of meer motorvoertuigen te parkeren, voor privé en/of gemeenschappelijk gebruik, zoals parkeerterreinen, parkeergarages en garageboxen;
gebruik van een gebouw als hoofdverblijf ingevolge de Wet gemeentelijke basisadministratie;
een Programma van Eisen is een document, opgesteld conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, waarin wordt aangegeven op welke wijze archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Een Programma van Eisen behoeft altijd goedkeuring door het bevoegd gezag;
vrijetijdsbesteding door middel van ontspanning, met uitzondering van sportvelden en volkstuinen en evenementen (periodieke en/of incidentele manifestaties zoals concerten, festivals, bijeenkomsten, voorstellingen, etc.);
een permanent aanwezig gebouw, geen stacaravan of ander bouwwerk op wielen zijnde, dat gebruikt wordt als recreatief nachtverblijf door een huishouden dat zijn hoofdverblijf elders heeft;
objecten die in de openbare ruimte staan en die niet tot de weg zelf behoren, zoals banken, lantaarnpalen, abri's, vuilnisbakken en verkeersborden;
gedeelte van het perceel dat bestemd is voor Recreatie - Verblijfsrecreatie;
het gebruiken van een volkstuinhuisje als recreatief nachtverblijf door de gebruiker(s) van het betreffende volkstuinperceel;
het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, bij wijze van neventak van een agrarisch bedrijf, voor zover deze agrarische producten op het eigen bedrijf/in de regio zijn geteeld en op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf/in de regio zijn verwerkt of bewerkt;
parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, waarvan het aantal parkeerplaatsen en de omvang daarvan voldoet aan de Beleidsregels Parkeernormen van de gemeente Leiden met inbegrip van de daarin opgenomen afwijkingsmogelijkheden, zoals die gelden ten tijde van de vaststelling van dit bestemmingsplan en - indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd - aan die wijziging;
een perceel grond dat onderdeel uitmaakt van een volkstuincomplex, waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik en/of de gebruiker deze grond inricht als siertuin;
water zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen;
voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop;
een (complex van) ruimte(n), geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden;
een object in of boven het water dat verband houdt met het wonen op het woonschip, zoals afhouders, meerpalen, loopplanken, plankiers, stiegers, een bijboot en een drijvend terras;
een gedeelte van het water dat door een woonschip met bijbehorende voorzieningen mag worden ingenomen;
elk vaartuig of drijvende constructie, dat/die naar aard en inrichting uitsluitend wordt gebruikt als woning.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming daarvan, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren, met dien verstande dat indien een gevelvlak niet evenwijdig lopen dan wel verspringen, het gemiddelde geldt van de kleinste en grootste breedte, diepte c.q lengte;
de breedte van een woonschip op de plaats waar het vaste deel van de romp het breedst is;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
tussen de buitenwerkse voorgevel van de erker en de buitenwerkse gevel van het gebouw waaraan het wordt gebouwd;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf de waterlijn tot aan de hoogste punt van de romp of opbouw, waarbij masten, schoorstenen en dergelijke niet worden meegerekend;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer dan wel -indien aanwezig- van de kelder of souterrainvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de lengte op de plaats waar het vaste deel van de romp het langst is, ondergeschikte buiten de romp uitstekende delen voor zover nodig zoals rondhouten en roerbladen niet meegerekend;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk, inclusief eventueel aan het bouwwerk aangebrachte luifels;
de som van alle tot het gebouw behorende binnenruimten, gemeten op vloerniveau tussen de begrensde opgaande scheidingsconstructie van de afzonderlijke daartoe behorende ruimte(n), inclusief onderbouw en zolderruimte. De oppervlakte van een trapgat, een liftschacht en een toegankelijke leidingschacht moet op elke bouwlaag tot de vloeroppervlakte van een gebouw worden gerekend;
bij toepassing van het in dit artikel bepaalde worden ondergeschikte bouwonderdelen, zijnde:
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende voorzieningen zoals:
Uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van en passend in de bestemming, mogen worden opgericht, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag is bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering en/of afmetingen van gebouwen ter behoud van landschappelijke waarden.
Ten aanzien van de nevenactiviteiten zoals genoemd onder lid 3.1 sub c geldt dat de vloeroppervlakte die voor deze nevenactiviteiten in gebruik is niet meer mag bedragen dan 125m2.
De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende voorzieningen zoals:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende voorzieningen zoals:
Binnen de bestemming zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijn toegestaan met een maximale hoogte van 1 m.
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, voorzover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 5.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuurwaarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone-wijzigingsgebied 3' te wijzigen in de bestemming 'Natuur', indien de gronden niet langer nodig zijn voor het weiden van melkvee voor agrarische doeleinden.
De voor 'Bedrijf - Gas' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van en passend in de bestemming, mogen worden opgericht, met dien verstande dat:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De gebouwen zoals bedoeld in artikel 7.2.1 onder b mogen uitsluitend gebruikt worden voor extensieve dagrecreatie dan wel recreatie.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 8.2.1 en 8.2.2 mag legale bestaande bebouwing met een afwijkende situering en/of maatvoering worden gehandhaafd, met dien verstande dat het (gedeeltelijk) vernieuwen of veranderen van deze bebouwing is toegestaan, mits de afwijking in oppervlakte, goot- en/of nokhoogte niet wordt vergroot
Het gebruik van een terras behorende bij de betreffende horecavoorziening is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'terras'.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende voorzieningen zoals:
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 9.1 teneinde parkeervoorzieningen ten dienste van de bestemming toe te staan, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, voorzover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 9.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 9.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de natuurwaarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
De voor 'Recreatie - Molenstomp’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij horende voorzieningen, zoals
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' kan het bevoegd gezag nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bebouwing, ten behoeve van het behoud van en ter voorkoming van de aantasting van de beeldbepalende bebouwing.
Onder strijdig gebruik wordt mede verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' is het verboden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, op of in deze gronden gelegen bebouwing geheel of gedeeltelijk te slopen of te veranderen.
Het bepaalde in sub 10.5.1 is niet van toepassing op:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Ondersteunende horeca en ondersteunende detailhandel is uitsluitend toegestaan in een verenigingsgebouw, met dien verstande dat de gezamenlijke omvang van deze activiteiten niet meer mag bedragen dan 40% van de bruto vloeroppervlakte van het verenigingsgebouw.
Onder strijdig gebruik wordt mede verstaan:
De voor 'Recreatie - Volkstuinen 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Verblijfsrecreatief medegebruik op volkstuinpercelen is uitsluitend toegestaan in volkstuinhuisjes, met dien verstande dat permanente bewoning niet is toegestaan.
Ondersteunende horeca en ondersteunende detailhandel is uitsluitend toegestaan in verenigingsgebouwen, met dien verstande dat de gezamenlijke omvang van deze activiteiten niet meer mag bedragen dan 40% van de bruto vloeroppervlakte van het verenigingsgebouw.
Onder strijdig gebruik wordt mede verstaan het bedrijfsmatig exploiteren van een volkstuinhuisje als recreatieverblijf.
De voor 'Recreatie - Volkstuinen 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Ondersteunende horeca en ondersteunende detailhandel is uitsluitend toegestaan in een verenigingsgebouw, met dien verstande dat de gezamenlijke omvang van deze activiteiten niet meer mag bedragen dan 40% van de bruto vloeroppervlakte van het verenigingsgebouw.
Onder strijdig gebruik wordt mede verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatief medegebruik of permanente bewoning.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
In afwijking van het bepaalde in artikel 15.2.1, mag ter plaatse van de aanduiding 'gemaal' een een gebouw gebouwd worden met een maximale oppervlakte van 10 m2 en een maximale bouwhoogte van 3 m.
In afwijking van het bepaalde in artikel 15.2.1, gelden ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' de volgende regels met betrekking woonschepen en bijbehorende voorzieningen, met dien verstande dat er maximaal 3 woonschepen zijn toegestaan, de onderlinge afstand tussen de woonschepen minimaal 2 m moet bedragen en de afstand tussen de buitenwanden van de opbouwen minimaal 5 m moet bedragen:
Maximale afmetingen | Ligplaats | Opbouw |
Lengte | 18 meter | 16 meter |
Breedte | 5,50 meter | 5 meter |
Hoogte | 4,40 meter | |
Diepgang | 0,75 meter | |
Maximaal toegestane afstand van de verst verwijderde gevel van de opbouw tot aan de wal | 5 meter |
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 15.2.2 onder c voor het toestaan van vlonders en steigers op overige locaties, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren: het (gedeeltelijk) vergraven dempen, ondertunnelen of overkluizen van watergangen en waterpartijen.
Het verbod als bedoeld in artikel 15.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De voor Wonen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning zoals bedoeld in 16.4.1 verlenen, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 16.5 sub d onder 4 voor het toestaan van een aan-huis-verbonden beroeps-/bedrijfsactiviteit dat niet voorkomt in de Staat van bedrijfsactiviteiten - aan-huis-verbonden beroeps-/bedrijfsactiviteiten, mits de activiteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de toegelaten milieucategorie.
Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' is het verboden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, op of in deze gronden gelegen bebouwing geheel of gedeeltelijk te slopen of te veranderen.
Het bepaalde in sub 16.7.1 is niet van toepassing op:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone-wijzigingsgebied 1' te wijzigen voor de realisatie van maximaal 2 woningen in het type vrijstaand of twee-aan-een, met dien verstande dat de footprint van de woning niet meer mag bedragen dan 75 m2, de goothoogte niet meer mag bedragen dan 6 m en de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 10 m.
Van de wijzigingsbevoegheid mag enkel gebruik worden gemaakt wanneer:
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
Voor het bouwen binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning zoals bedoeld in 17.4.1 verlenen, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 17.5 sub d onder 4 voor het toestaan van een aan-huis-verbonden beroeps-/bedrijfsactiviteit dat niet voorkomt in de Staat van bedrijfsactiviteiten - aan-huis-verbonden beroeps-/bedrijfsactiviteiten, mits de activiteit naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de toegelaten milieucategorie.
Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' is het verboden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, op of in deze gronden gelegen bebouwing geheel of gedeeltelijk te slopen of te veranderen.
Het bepaalde in lid 17.7.1 is niet van toepassing op:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de navolgende regels in onderhavige bestemming te wijzigen conform het bepaalde in onderstaande tabel, met dien verstande dat niet eerder gebruik mag worden gemaakt van deze bevoegdheid dan 18 maanden na het in werking treden van het bestemmingsplan;
Artikel 17.2.1 onder d en e | Wijzigen naar: een matrix op de verbeelding waar de bestaande goot- en bouwhoogte zoals aanwezig ten tijde van het toepassing geven aan de wijzigingsbevoegdheid worden opgenomen. |
Artikel 17.2.2. onder b | Schrappen, met dien verstande dat vergunde uitbreidingen opgenomen worden binnen het bouwvlak voor middel van een aanpassing van de verbeelding. |
De op de verbeelding als zodanig aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hoge druk regionale gastransportleiding.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die op grond van de andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemmingen 'Leiding - Gas 1' en 'Leiding - Gas 2 voorrang krijgen.
De op de verbeelding als zodanig aangewezen gronden zijn mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een ondergrondse hoge druk hoofdgastransportleiding.
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die op grond van de andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemmingen geheel of bedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemmingen 'Leiding - Gas 1' en 'Leiding - Gas 2' voorrang krijgen.
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een ondergrondse drinkwatertransportleiding, ruwwatertransportleiding en/of effluentleiding.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 20.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De voor Waarde - Archeologie 3 aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 30 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 30 m²:
Het bepaalde in lid 21.3.1 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in lid 21.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 50 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 250 m²:
Het bepaalde in lid 22.3.1 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in lid 22.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door:
De voor Waarde - Archeologie 7 aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 75 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 2.500 m²:
Het bepaalde in lid 23.3.1 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in lid 23.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door:
De voor Waarde - Archeologie 8 aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 50 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 100 m²:
Het bepaalde in lid 24.3.1 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in lid 24.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door:
De voor Waarde - Archeologie 9 aangewezen gronden zijn mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, dieper dan 30 cm:
Het bepaalde in lid 25.3.1 is niet van toepassing op:
Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:
Archeologisch onderzoek zoals bedoeld in lid 25.3.4 wordt uitgevoerd op basis van een Programma van Eisen opgesteld overeenkomstig de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, dat moet worden goedgekeurd door het het bevoegd gezag. In het Programma van Eisen wordt aangegeven op welke wijze de voorwaarden die aan de omgevingsvergunning worden verbonden worden uitgevoerd.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door:
De voor 'Waarde - Landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, herstel en de instandhouding van de aanwezige landschappelijke waarden.
Het is verboden op of in de gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:
en met uitzondering van de gronden gelegen binnen de hoofdbestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie, Recreatie - Volkstuinen 1 en Recreatie - Volkstuinen 2 tevens:
De in lid 26.2.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien de landschappelijke waarden door de werken en werkzaamheden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Het verbod van lid 26.2.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Voor het bouwen geldende volgende regels:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in artikel 27.2 onder a voor de bouw van bouwwerken ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming (-en).
Een afwijking is niet vereist indien het verzoek om vergunning betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
Een afwijking wordt toegestaan indien de bij de betrokken bestemming behorende (bouw) regels in acht worden genomen en het belang van de waterkering (en) niet onevenredig worden geschaad. Alvorens omtrent het toestaan van een afwijking te beslissen, wint het bevoegd gezag advies in bij de waterbeheerder.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Daar waar niet elders benoemd in hoofdstuk 2, gelden de volgende regels voor bestaande maten:
Voor ondergronds bouwen gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' mogen, in afwijking van de ter plaatse geldende bestemming, bouwwerken gedeeltelijk worden vernieuwd en/of veranderd mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 29.3.1 aanhef en onder a mits:
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'zone-ecologische verbindingszone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg, ontwikkeling, versterking en/of instandhouding van de natte ecologische hoofdstructuur.
Indien de feitelijke realisatie van de ecologische verbindingszone (deels) buiten de gebiedsaanduiding plaatsvindt, dan kan het bevoegd gezag de contour van de gebiedsaanduiding 'zone-ecologische verbindingszone' wijzigen teneinde de gebiedsaanduiding hiermee in overeenstemming te brengen.
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 met betrekking tot de bouw van bouwwerken de volgende voorwaarden:
b. het bepaalde in onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
c. de onder a genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien door de werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, het huidige en/of toekomstige functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering en/of de waarde van de molen als landschapsbepalend element, niet onevenredig in gevaar wordt of kan worden gebracht.
In afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - gasbedrijf' de volgende regels:
De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - geurzone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de aanwezigheid van het geurhinderveroorzakend object.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen geen nieuwe geurgevoelige objecten worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 30.4.1 voor het bouwen van nieuwe geurgevoelige objecten overeenkomstig de daar voorkomende bestemmingen, mits de geurhinderveroorzakende activiteiten van het geurhinderveroorzakende object feitelijk zijn geëindigd en het niet langer mogelijk dan wel toegestaan is om ter plaatse geurhinderveroorzakende activiteiten uit te voeren.
Het bevoegd gezag kan, op grond van en met in achtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de aanduiding 'milieuzone - geurzone' verwijderen indien de geurhinderveroorzakende activiteiten ter plaatse blijvend zijn beëindigd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken:
Waar in dit plan wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, wordt geduid op de regelingen zoals die luidden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het
tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Oostvlietpolder 2016.