Plan: | Leiden Bio Science Park en station |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0546.BP00089-0302 |
Bij het opstellen van het onderhavige bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij de in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening geformuleerde uitgangspunten. Daarnaast is voor het bestemmingsplan aangesloten bij de landelijke standaard voor bestemmingsplannen: de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008 (SVBP2008).
Begripsbepalingen (artikel 1)
In de begripsbepaling worden begrippen waarnodig beschreven om zodoende interpretatieproblemen te voorkomen. Veelal worden begrippen gedefinieerd die in de voorschriften worden gebruikt en daar een bijzondere betekenis hebben, die afwijkt van of niet dan wel niet vaak voorkomt in het “normale” spraakgebruik. Wanneer een begrip niet opgenomen is in de begripsomschrijvingen/-bepalingen en er ontstaat een interpretatieprobleem dan is het normale spraakgebruik richtinggevend. De begripsomschrijvingen/-bepalingen zijn niet uitputtend bedoeld. De belangrijkste en/of onduidelijke begrippen zijn opgenomen in dit artikel.
Hiernaast zijn in dit artikel de voor dit bestemmingsplan specifieke begrippen voor bijvoorbeeld het Life Science & Health kenniscluster opgenomen.
Wijze van meten (artikel 2)
De wijze van meten beschrijft hoe de genoemde maatvoeringen in de diverse bestemmingsbepalingen gemeten dienen te worden.
Agrarisch (artikel 3)
Dit artikel heeft betrekking op een klein gedeelte van het bestemmingsplan. Ten noorden van de Wassenaarseweg ligt een strook agrarisch gebied, op de gemeentegrens met Oegstgeest. Deze strook vormt tevens onderdeel van het beschermde dorpsgezicht Wilhelminapark en Geesten. De bestemming voorziet slechts in agrarisch gebruik van de grond, bouwmogelijkheden zijn niet opgenomen.
Bedrijf 1 (artikel 4)
Een groot gedeelte van het bestemmingsplan heeft een bedrijfsbestemming. Dit gaat om het Leiden Bio Science Park. Het LBSP biedt plaats aan gespecialiseerde Life Science & Health bedrijven met een hoog innovatief karakter. Het park behoort tot een van de kennisclusters in Zuid-Holland. Om die reden zijn tussen de Universiteit Leiden, provincie Zuid-Holland en de gemeenten Oegstgeest en Leiden afspraken gemaakt over brancheringsregels voor het park. Deze hebben geleid tot een drietal bedrijfsbestemmingen: Bedrijf 1, Bedrijf 2 en Bedrijf 3. Deze bestemmingen vormen feitelijk de 'opvolger' van de oude WSP-bestemming (Wetenschapspark) uit het voorgaande bestemmingsplan Leeuwenhoek Station 92.
De indeling in een drietal categorieën volgt uit de Samenwerkingsovereenkomst die is gesloten tussen de Universiteit Leiden en de gemeente Leiden. In deze overeenkomst is een drietal bedrijfscategorieën geïntroduceerd voor de diverse lifesciencebedrijven. Deze drie categorieën zijn in dit bestemmingsplan vertaald naar regels met objectieve normen.
De keuze voor een drietal bedrijfsbestemmingen met een stringent toelatingsbeleid is ingegeven door diverse factoren. Bestuurlijk wordt door zowel de betrokken gemeenten als de provincie alsmede door de universiteit het belang onderkend van het LBSP voor de regio. Dat het LBSP de afgelopen jaren uit kon groeien tot een toonaangevend wetenschapspark is mede het gevolg van het daarop toegesneden stringente bestemmingsplan Leeuwenhoek Station 92. Door genoemde partijen wordt het belang onderkend van een stringent toelatingsbeleid. Om die reden is gewerkt aan een actualisering van de regels waarbij de visie op het LBSP de basis bleef voor de invulling van de nieuwe regels.
Deze nieuwe bestemmingen bieden de ruimte aan Life Science & Health gerelateerde bedrijven, waarbij de mogelijkheden per bestemming iets toenemen: de voor Bedrijf 1 aangewezen gronden zijn uitsluitend bestemd voor Life Sciences & Health bedrijven met maximaal 50% bedrijfsgebonden kantoorruimte toegestaan. Deze bedrijven mogen gen-laboratoria tot maximaal gevarenklasse P3 hebben. In feite gaat het hier om de zuivere bioscience bedrijven zoals Janssen Biologics, Crucell, Apotex, etc.
Een gedeelte van het bedrijf Dutch Space is gelegen binnen deze bestemming en heeft een aanduiding 'lucht- en ruimtevaarttechnologie' gekregen.
Daarnaast is een kenniscentrum voor autobanden gevestigd op het park, deze is positief bestemd door middel van een aanduiding 'kenniscentrum voor autobanden'.
Tenslotte is op een tweetal locaties een aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - maatschappelijk 1' opgenomen. Binnen deze aanduiding zijn naast bedrijven tevens alle functies mogelijk zoals genoemd onder Maatschappelijk 1. Het betreft het Sylviusgebouw van de Universiteit en het CHDR-gebouw aan de Zernikedreef.
Bedrijf 2 (artikel 5)
Ook de voor Bedrijf 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor Life Science & Health bedrijven met maximaal 50% bedrijfsgebonden kantoorruimte en eventueel gen-laboratoria tot maximaal gevarenklasse P3. Hiernaast zijn binnen deze bestemming ook wetenschappelijke instellingen en onderwijs op het gebied van Life Science & Health mogelijk.
Om de mogelijkheid te bieden aan zogenaamde cross-overs is binnen deze bestemming een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid opgenomen. Deze biedt de mogelijkheid om ook niet Life Science & Health bedrijven toe te staan, mits deze wel en toegevoegde waarde hebben voor het kenniscluster en ook hieraan gerelateerd zijn. Het bevoegd gezag laat zich hierbij adviseren door een brancheringscommissie. Deze commissie is in samenwerking met de Universiteit Leiden, de provincie en de beide gemeenten opgezet met als doel het bevoegd gezag te kunnen adviseren over de wenselijkheid van vestiging van een cross-over bedrijf op het LBSP. De brancheringscommissie is samengesteld uit onafhankelijke leden en heeft grote kennis op het gebied van Life Science & Health en kennisclusters.
Bedrijf 3 (artikel 6)
De gronden met bestemming Bedrijf 3 bieden plaats aan een groot aantal functies op het gebied van Life Science & Health. Op deze gronden zijn, net als bij de bestemmingen Bedrijf 1 en Bedrijf 2, Life Science & Health bedrijven toegestaan. Hierbij is wel een verschil met de vorige twee bestemmingen: bedrijven mogen over 100% kantoorruimte beschikken, de maximale gevarenklasse voor eventuele gen-laboratoria is beperkt tot P1.
Naast bedrijven biedt deze bestemming ruimte voor wetenschappelijke instellingen en hoger onderwijs, waarbij het hoger onderwijs niet beperkt is tot het kenniscluster. Ook andere faculteiten van de universiteit zijn mogelijk binnen deze bestemming.
Bedrijf 3 biedt ook de mogelijkheid tot vestiging van bedrijven die niet rechtstreeks Life Science & Health gerelateerd zijn maar wel ter ondersteuning van het kenniscluster dienen. Denk hierbij aan bijvoorbeeld rekencentra en toelatingsbedrijven voor medicijnen.
Tenslotte biedt ook de bestemming Bedrijf 3 een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid voor cross-overs en overige bedrijven die een bijdrage kunnen leveren aan de versterking van het kenniscluster. Ook hierbij laat het bevoegd gezag zich adviseren door een brancheringscommissie.
Binnen deze bestemming Bedrijf 3 zijn nog enkele specifieke bedrijfsvormen opgenomen via een specifieke functieaanduiding. Het gaat om het Hoogheemraadschap Rijnland, deze heeft een aanduiding 'kantoor' gekregen. Het bestaande Dutch Space heeft een aanduiding 'lucht- en ruimtevaarttechnologie' gekregen.
Gemengd (artikel 7)
De functie Gemengd heeft betrekking op de voormalige universiteitsgebouwen in het Boerhaavegebied. Het betreft de gebouwen anatomie, pathologie, fysiologie alsmede het Gortergebouw en de Gortervilla van TNO. Deze gebouwen vormen een overblijfsel van de oude ziekenhuiscampus en vertegenwoordigen deels een cultuurhistorische waarde. Een deel van de gebouwen heeft om die reden een aanduiding 'karakteristiek' gekregen.
Deze gebouwen zijn allen geschikt voor herbestemming. In het bestemmingsplan Boerhaave-Sylvius is deze herbestemming reeds mogelijk gemaakt. Door grote bouwvlakken met ruime bouwmogelijkheden op te nemen wordt de architect en stedenbouwkundige een maximale vrijheid gegeven deze campus te ontwikkelen tot een aantrekkelijk verblijfs- en woongebied. Binnen de bestemming Gemengd zijn diverse functies mogelijk zoals wonen, horeca en onderwijs. Een gedeelte van de bebouwing langs de Sandifortdreef is alleen geschikt voor tijdelijke bewoning (maximaal 6 maanden) in verband net de gen-laboratoria in de nabije universiteits- en ziekenhuisgebouwen.
Dit bestemmingsplan neemt de bestemmingen uit bestemmingsplan Boerhaave-Sylvius over waarbij de regels wel vereenvoudigd zijn en daardoor ook iets verruimd. Het gaat hier dus om een conserverende bestemming waarbij de systematiek wel iets gewijzigd is.
Groen (artikel 8)
De bestemming Groen is voorbehouden aan structureel groen. Het gaat hierbij om groen en groenstructuren die van belang zijn voor de stedenbouwkundige opzet van het LBSP. Gronden met de bestemming Groen zijn bedoeld voor het in stand houden van bestaande groenvoorzieningen en om nieuw geplande groenvoorzieningen mogelijk te maken.
Enkele belangrijke groenstructuren zijn het (toekomstige) Leeuwenhoekpark en de groene verbinding naar de binnenstad, via het Pesthuis en de Plesmanlaan. Daarnaast is de groen zone langs het Boerhaaveterrein richting het Bos van Bosman van groot belang.
Naast deze grote groengebieden zijn de groene structuren langs infrastructuur en gebouwcomplexen van belang. Hiermee behoudt het LBSP haar campusachtige uitstraling.
Binnen de bestemming groen is ruimte voor groen, water, waterpartijen, wandelpaden en fietspaden. Autowegen en parkeervoorzieningen zijn niet toegestaan binnen de bestemming Groen.
Een bijzondere vorm van groen bevindt zich langs de Plesmanlaan nabij de Pesthuislaan. Hier staat het gebouw van de ambulancedienst. De gemeente heeft de wens dit gebouw weg te bestemmen naar een groenbestemming. Deze locatie vormt namelijk een belangrijke schakel tussen de binnenstad (de groen Singel) en het (vernieuwde) Leeuwenhoekpark en, verderop, richting het Bos van Bosman. Hiermee vormt het een belangrijke groene verbinding van de binnenstad naar de Leidse Hout en Oegstgeest. Om bestaande rechten niet in te perken is het ambulancegebouw, conform de regeling van het voorafgaande bestemmingsplan Leeuwenhoek Station 92, middels een specifieke aanduiding in groen opgenomen. Hiermee kan het ambulancegebouw in stand worden gelaten en het gebruik worden voortgezet.
Horeca (artikel 9)
Dit bestemmingsplan kent een tweetal panden met een horecabestemming: De Stal aan de Darwinweg en het horecapaviljoen op het stationsplein.
De Stal heeft sinds enige jaren een horecafunctie en functioneert als ontmoetingsplek voor medewerkers van het LUMC, universiteit en LBSP. Dit gebouw wordt positief bestemd door middel van een horecabestemming tot maximaal categorie III.
Het horecapaviljoen op het stationsplein is enige jaren geleden met toepassing van een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 WRO tot stand gekomen. Ook dit gebouw wordt positief bestemd door middel van een horecabestemming tot maximaal categorie III.
Voor dit laatste gebouw is het van belang dat het gebouw zich bevindt op een locatie die valt binnen het nieuwe stedenbouwkundige plan voor het Stationsgebied. Dit gebouw zal dus op den duur plaats kunnen maken voor grotere bebouwing conform het stedenbouwkundige plan voor het Stationsgebied.
Kantoor (artikel 10)
Binnen het plangebied bevindt zich het kantoorgebouw van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) aan het Stationsplein. Dit kantoorgebouw wordt positief bestemd.
Maatschappelijk 1 (artikel 11)
De bestemming Maatschappelijk 1 is de 'opvolger' van de oude UWO-bestemming (Universiteit en Wetenschappelijk Onderzoek) en biedt ruimte aan de gebouwen van de universiteit. Maatschappelijk 1 staat dus als het ware synoniem aan '(hoger) onderwijs'.
Deze bestemming is gegeven aan onder andere het Snelliusgebied waar zich thans de wiskunde- en informaticafaculteit zich bevindt. Ook het hele Gorleausgebied en de toekomstige Betacampus hebben deze bestemming gekregen alsmede de Leidse Instrumentenmakersschool LIS).
Tenslotte heeft ook de Hogeschool Leiden deze bestemming gekregen.
Binnen deze bestemming zijn gen-laboratoria toegestaan tot maximaal gevarenklasse P3, met uitzondering van de Hogeschool. Hier is maximaal gevarenklasse P1 toegestaan.
Maatschappelijk 2 (artikel 12)
De bestemming Maatschappelijk 2 staat synoniem voor 'gezondheidszorg' in de meest brede zin van het woord. Hiermee is deze bestemming deels de 'opvolger' van de oude MD-bestemming (Medische Doeleinden). Naast instellingen op het gebied van gezondheidszorg is ook onderwijs op het gebied van gezondheidszorg binnen deze bestemming toegestaan.
Het gehele LUMC heeft deze bestemming gekregen alsmede de gehele faculteit geneeskunde van de universiteit. Ook het gebouw van Sanquin en van Stichting Valk vallen binnen deze bestemming.
Maatschappelijk 3 (artikel 13)
De derde vorm van Maatschappelijk betreft een bredere vorm van maatschappelijke doeleinden. Deze bestemming biedt niet alleen plaats aan onderwijs en gezondheidszorg maar ook aan musea, openbare dienstverlening en soortgelijke bestemmingen. Kinderdagverblijven zijn echter wel uitgesloten in verband met de aanwezigheid van gen-laboratoria in de directe omgeving.
De bestemming Maatschappelijk 3 is onder andere gegeven aan museum Naturalis en het Pesthuis. Ook het Darwinhouse, het kantoorgebouw naast Naturalis, heeft deze bestemming gekregen in verband met de geplande uitbreiding van Naturalis.
Sport (artikel 14)
Binnen het LBSP bevindt zich het Universitair Sport Centrum (USC). Dit USC is op het moment van deze bestemmingsplanprocedure bezig met een verhuizing: het nieuwe USC bevindt zich langs de Wassenaarseweg. Reeds in bestemmingsplan Boerhaave-Sylvius is dit nieuwe USC mogelijk gemaakt. Via een Wabo-procedure zijn de bijbehorende gebouwen mogelijk gemaakt. Deze worden in dit bestemmingsplan positief bestemd.
Het oude USC bevindt zich langs de Plesmanlaan. Dit gebied zal in de toekomst plaats maken voor gemengde bebouwing in de vorm van bedrijven, kantoren en gemengde functies. Dit betreft de deelgebieden Kop van de Leeuwenhoek, OBSP en Entreegebied.
Omdat dit bestemmingsplan een conserverend plan is wordt het oude USC hier nog in opgenomen via een sportbestemming. Hiermee biedt dit bestemmingsplan feitelijk de plaats aan een tweetal USC's. Binnen de looptijd van dit plan, tien jaar, zullen echter afzonderlijke bestemmingsplannen in procedure worden gebracht voor de genoemde drie deelgebieden.
Verkeer (artikel 15)
Binnen het bestemmingsplan is de bestemming Verkeer voorbehouden aan verkeers- en verblijfsgebieden waar (ook) ruimte is voor de auto. Alle straten die (ook) geschikt zijn voor de auto hebben deze bestemming gekregen. Daarnaast vallen binnen deze bestemming ook voetpaden, fietspaden, groenvoorzieningen, water(partijen) en verblijfsvoorzieningen.
De loopbrug van het Pesthuis naar Naturalis is via een specifieke bouwaanduiding (overbouwing) opgenomen binnen deze bestemming. Daarnaast biedt deze bestemming geen ruimte voor bebouwing, met uitzondering van een gebouwde fietsenstalling en taxistandplaats. Slechts binnen de bestemming passende bouwwerken zijn toegestaan. Denk aan straatmeubilair, kunstwerken, etc.
Binnen deze bestemming is eveneens, via een aanduiding, een tunnel voor doorgaand autoverkeer toegestaan, de tunnel die onder het Stationsplein doorloopt en doorgaand autoverkeer van de Plesmanlaan naar de Willem de Zwijgerlaan voert.
Verkeer - Railverkeer (artikel 16)
Binnen het plangebied van dit bestemmingsplan bevindt zich een deel van de spoorlijn Den Haag- Amsterdam en station Leiden Centraal. Aan deze gronden is een bestemming Verkeer - Railverkeer gegeven. Binnen deze bestemming zijn spoorwegen met de bijbehorende voorzieningen zoals geluidsschermen toegestaan.
Via een specifieke functieaanduiding (verkeer) worden de kruisingen met overige verkeerssoorten mogelijk gemaakt. Het betreft de onderdoorgangen nabij de Plesmanlaan, Joop Walenkamptunnel en het Rijnsburgerviaduct.
Via een specifieke functieaanduiding wordt ook het stationsgebied van Leiden Centraal met de bijbehorende voorzieningen mogelijk gemaakt. Dit aanduidingsgebied is ruim bemeten en behelst onder andere ook de kantine voor de buschauffeurs en de fietsenstalling nabij het Alphen´s Perron. De gehele stationsbebouwing inclusief perrons, overkappingen, detailhandel en horeca is binnen deze aanduiding opgenomen. Hiernaast is nog een specifieke aanduiding opgenomen om een openbare doorgaande langzaamverkeersroute tussen stadszijde en zeezijde mogelijk te maken. De stationshal van Leiden Centraal heeft namelijk een belangrijke functie als schakel tussen het Stationsgebied stadszijde en zeezijde. Een openbaar toegankelijke doorgang tussen deze twee stadsdelen is van groot belang en daarom ook in dit bestemmingsplan voorgeschreven.
Verkeer - Snelweg (artikel 17)
Aan de westzijde wordt het plangebied begrensd door de snelweg A44. Deze snelweg heeft een bestemming Verkeer - Snelweg gekregen waarin ruimte is voor een autosnelweg met de bijbehorende op- en afritten en geluidsschermen.
De kruisingen van de snelweg met overige verkeerssoorten zijn via een specifieke functieaanduiding mogelijk gemaakt.
Water (artikel 18)
De bestemming Water is voorbehouden voor water(partijen) die van belang zijn voor de waterhuishouding en de stedenbouwkundige structuur.
Wonen (artikel 19)
De woonbestemming is gegeven aan en viertal panden in het plangebied: de twee studentenflats aan de Wassenaarsweg en een tweetal woningen nabij het Pesthuis.
Laatstgenoemden worden anti-kraak bewoond en zullen naar verwachting hun woonfunctie binnenkort verliezen. Deze locatie leent zich ook minder goed voor een woonfunctie in verband met de nabijheid van het laboratorium van het LUMC. Omdat dit een conserverend bestemmingsplan betreft is de woonfunctie vooralsnog wel in stand gelaten daar zij legaal aanwezig is. Te zijner tijd zal in overleg met de eigenaar van de panden worden gekeken naar een nieuwe niet-woonfunctie voor deze panden.
De studentenflats aan de Wassenaarseweg hebben tevens een aanduiding 'gemengd' gekregen waarmee diverse gemengde functies op de begane grond mogelijk zijn.
Leiding - Hoogspanning (artikel 20)
Door een gedeelte van het plangebied loopt een hoospanningsleiding van TenneT. Deze leiding is via een dubbelbestemming opgenomen op de Verbeelding in en de regels van het plan. Een bijbehorend oliedrukstation is via een aparte aanduiding opgenomen binnen de bestemming Maatschappelijk 2.
Waarde - Archeologie 3 (artikel 21)
De gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' zijn mede bestemd voor de bescherming van archeologische waarden.
Er mag uitsluitend gebouwd worden ten behoeve van deze bestemming, en ten behoeve van de overige geldende bestemming(en), beide mits de bepalingen van omtrent de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden vooraf in acht zijn genomen.
Voor het uitvoeren van bepaalde werken en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist, indien deze dieper dan 30 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 30 m² worden uitgevoerd. Deze omgevingsvergunning kan alleen verleend worden indien de werken en werkzaamheden geen afbreuk doen aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden. Om dit aan te tonen moet de aanvrager een archeologisch rapport overleggen. Indien noodzakelijk kunnen aan de omgevingsvergunning voorwaarden worden verbonden.
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming geheel of gedeeltelijk toevoegen, wijzigen of laten vervallen indien dit op basis van onderzoek wenselijk blijkt.
Waarde - Archeologie 5 (artikel 22)
De gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' zijn mede bestemd voor de
bescherming van archeologische waarden.
Er mag uitsluitend gebouwd worden ten behoeve van deze bestemming, en ten behoeve vande overige geldende bestemming(en), beide mits de bepalingen omtrent de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden vooraf in acht zijn genomen.
Voor het uitvoeren van bepaalde werken en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist, indien deze dieper dan 50 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 250 m² worden uitgevoerd. Deze omgevingsvergunning kan alleen verleend worden indien de werken en werkzaamheden geen afbreuk doen aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden. Om dit aan te tonen moet de aanvrager een archeologisch rapport overleggen. Indien noodzakelijk kunnen aan de omgevingsvergunning voorwaarden worden verbonden.
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming geheel of gedeeltelijk toevoegen, wijzigen of laten vervallen indien dit op basis van onderzoek wenselijk blijkt.
Waarde - Archeologie 6 (artikel 23)
De gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' zijn mede bestemd voor de bescherming van archeologische waarden.
Er mag uitsluitend gebouwd worden ten behoeve van deze bestemming, en ten behoeve van de overige geldende bestemming(en), beide mits de bepalingen van omtrent de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden vooraf in acht zijn genomen.
Voor het uitvoeren van bepaalde werken en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist, indien deze dieper dan 75 cm en over een (totale) oppervlakte groter dan 500 m² worden uitgevoerd. Deze omgevingsvergunning kan alleen verleend worden indien de werken en werkzaamheden geen afbreuk doen aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden. Om dit aan te tonen moet de aanvrager een archeologisch rapport overleggen. Indien noodzakelijk kunnen aan de omgevingsvergunning voorwaarden worden verbonden.
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming geheel of gedeeltelijk toevoegen, wijzigen of laten vervallen indien dit op basis van onderzoek wenselijk blijkt.
Waarde - Cultuurhistorie (artikel 24)
Een klein gedeelte van het plangebied, de strook agrarische grond ten noorden van de Wassenaarseweg, behoort tot het Beschermde Dorpsgezicht Wilhelminapark en Geesten. Deze gronden komen overeen met de bestemming Agrarisch. Hiernaast hebben deze gronden een bestemming Waarde - Cultuurhistorie gekregen ter bescherming van de cultuurhistorische waarde van het gebied.
Waterstaat - Waterkering (artikel 25)
In het plangebied bevindt zich een klein deel van een bestaande waterkering nabij de Wassenaarseweg. Deze is via een dubbelbestemming in dit plan opgenomen.
De algemene regels bevatten de volgende artikelen:
Antidubbeltelregel (artikel 26)
De antidubbeltelregel bepaalt dat grond die eenmaal in aanmerking is gekomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing blijft.
De antidubbeltelregel is opgenomen in het Bro2008 met de verplichting deze over te nemen in het bestemmingsplan. De Wro bevat een algemeen verbod om de gronden en bebouwing in strijd met het bestemmingsplan te gebruiken. Dit hoeft dus niet in de regels te worden opgenomen. Hetzelfde geldt voor de strafbepaling.
Algemene bouwregels (artikel 27)
In de algemene bouwregels zijn de bepalingen voor het ondergronds bouwen weergegeven. Daarnaast is een bestaande matenregeling opgenomen die bepaalt dat een bestaand bouwwerk met maten die afwijken van de in dit plan voorgeschreven maten toegestaan is, waarbij de afwijkende maten als ten hoogste toelaatbaar worden geacht.
Algemene afwijkingsregels (artikel 28)
Op grond van de algemene afwijkingssregels kan afgeweken worden van het bestemmingsplan in verschillende specifieke gevallen. Het betreft hier bijvoorbeeld het afwijken van de maatvoering, overschrijding van bouwgrenzen en ondergeschikte dakopbouwen.
Overige regels (artikel 29)
De overige regels verwijzen naar andere wetgeving die relevant is voor het bouwen, zoals de bouwverordening.
Overgangsregels (artikel 30)
Het overgangsrecht is opgenomen in het Bro2008 met de verplichting deze over te nemen in het bestemmingsplan.
De overgangsregels bevatten bepalingen omtrent het voortzetten van gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is.
Eenzelfde regeling is opgenomen voor bouwwerken die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering zijn, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een bouwvergunning.
Indien zo'n bouwwerk afwijkt van dit plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, het bouwwerk
Slotregels (artikel 31)
In de slotregels worden de regels van dit bestemmingsplan aangehaald.