direct naar inhoud van 4.7 Ecologie
Plan: Roomburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00088-0301

4.7 Ecologie

4.7.1 Wetgeving

Flora- en faunawet

Werkzaamheden die worden uitgevoerd om ontwikkelingen mogelijk te maken, kunnen mogelijk aanwezige natuurwaarden verstoren of aantasten. Om deze reden dient, in het kader van de Flora- en faunawet, een ecologische toets uit te worden gevoerd om het effect van de voorgenomen ontwikkeling op de aanwezige natuurwaarden inzichtelijk te kunnen maken. In het kort komen verplichtingen in het kader van de Flora en faunawet op het volgende neer:

  • onderzoeken of er beschermde planten of dieren voorkomen in het te ontwikkelen gebied;
  • voorkómen van verstoring van deze beschermde planten en dieren;
  • eventueel vóóraf bieden van een alternatief voor de gevonden soorten (bijvoorbeeld in de vorm van vervangende verblijfplaatsen);
  • eventueel aanvragen van een ontheffing met een gedegen ecologische onderlegger en/of compensatieplan.

De flora- en faunawetgeving is sinds februari 2005 gewijzigd. Hierbij is het beschermingsregime voor algemeen voorkomende soorten verlicht en kan het aanvragen van ontheffingen voor een aantal beschermde soorten worden voorkomend als gewerkt wordt volgens een gedragscode.

4.7.2 Gedragscode Flora- en faunawet

De gemeente Leiden heeft een Gedragscode voor ruimtelijke ontwikkelingen. De Gedragscode werd noodzakelijk als gevolg van de wijziging van de Flora- en faunawet van februari 2005, waarbij de regels werden versoepeld en de lijst met beschermde planten en dieren werd verkort, onder de voorwaarde dat projecten pas worden uitgevoerd met een door het Ministerie van LNV goedgekeurde gedragscode. Leiden heeft behoefte aan een Gedragscode, omdat het een aantal ruimtelijke projecten heeft lopen waarbij de bescherming van flora en fauna nadrukkelijk een rol speelt.

4.7.3 Situatie plangebied

Er bestaat een kans dat er populaties beschermde soorten aanwezig zijn binnen het plangebied. Het bestemmingsplan maakt echter geen nieuwe bouwmogelijkheden mogelijk in belangrijke groenvoorzieningen of op andere locaties. Voor toekomstige ontwikkelingen zal gericht flora- en faunaonderzoek moeten uitwijzen of sprake is van beschermde soorten in de betreffende gebieden. Uiteraard dient men rekening te houden met de zorgplicht in de Flora- en faunawet.