direct naar inhoud van Artikel 5 Groen
Plan: Roomburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00088-0301

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • c. voorzieningen voor langzaam verkeer en verblijf;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. nutsvoorzieningen;
  • f. in- en uitritten;
  • g. hondenuitlaatplaatsen;
  • h. kunstobjecten;
  • i. gebruik van balkons, luifels en andere overstekende bouwdelen behorende bij hoofdgebouwen op de aangrenzende bestemming;
  • j. tuinen behorende bij woonschepen ter plaatse van de aanduiding 'erf';
  • k. steigers en vlonders zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'steiger';
  • l. een gemaal ter plaatse van de aanduiding 'gemaal'.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden opgericht, met uitzondering van de in lid 5.2.2. onder a bedoelde berging.

5.2.2 Erf bij woonschepen

Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'erf' gelden de volgende bepalingen:

  • a. per woonboot mag op eigen erf op een afstand van ten minste 2 meter van de openbare weg een berging van ten hoogste 10 m2 met een hoogte van maximaal 2,5 meter worden opgericht, alsmede erfafscheidingen met een hoogte van maximaal 2 meter.
5.2.3 Balkons, luifels en andere overstekende bouwdelen

Voor het bouwen van balkons, luifels en andere overstekende bouwdelen behorende bij hoofdgebouwen op de aangrenzende bestemming gelden de volgende bepalingen:

  • a. de diepte van een balkon, luifel of ander overstekend bouwdeel mag niet meer bedragen dan 1 meter;
  • b. de bouwhoogte van een balustrade op een balkon mag niet meer bedragen dan 1,20 meter vanaf de bovenkant vloer van het balkon;
  • c. de vrije ruimte onder een balkon, luifel of ander overstekend bouwdeel mag niet minder bedragen dan 2,3 meter.
5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 meter.
5.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen aan de situering van gebouwen en bouwwerken, het aantal en de situering van parkeerplaatsen en de inrichting van een perceel, indien dit noodzakelijk is ten behoeve van de bezonningssituatie, (bestaande) boombeplanting, de ligging van leidingen en dergelijke, dan wel indien dit uit een oogpunt van stedenbouwkundige of ruimtelijk/functionele kwaliteit wenselijk is.