direct naar inhoud van Artikel 11 Water
Plan: Roomburg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00088-0301

Artikel 11 Water

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals sluizen, bruggen, inlaten, duikers en gemalen;
  • b. groenvoorzieningen;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. kunstobjecten;
  • e. steigers ter plaatse van de aanduiding 'steiger';
  • f. wonen in woonschepen met bijbehorende voorzieningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:
  • 1. 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats 1';
  • 2. 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats 2'.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter.
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 meter;
  • c. steigers en vlonders zijn toegestaan tussen het woonschip en de walkant ter plaatse van de aanduiding `specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats 1' en ' specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats 2'.
11.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 11.2.2 onder c voor het toestaan van vlonders en steigers op andere locaties dan ter plaatse van de aanduidingen, mits:

  • a. dit aanvaardbaar is binnen de stedenbouwkundige structuur en karakteristiek van de omgeving;
  • b. de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
11.4 Specifieke gebruiksregels
11.4.1 Woonschepenligplaats 1

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats 1' gelden de volgende bepalingen:

  • a. het aantal ligplaatsen mag niet meer bedragen dan 6 meter;
  • b. de onderlinge afstand tussen de woonschepen met bijbehorende voorzieningen mag niet minder bedragen dan 2 meter en de afstand tussen de buitenwanden van de opbouwen mag niet minder bedragen dan 5 meter;
  • c. de afmetingen mogen niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven.

Maximale afmetingen   Ligplaats   Opbouw   Woonschip  
Lengte   20 m   18 m    
Breedte   8 m   7 m    
Hoogte     4 m    
Maximaal toegestane afstand van de verst verwijderde gevel van de opbouw tot aan de wal     7,5 m    
Diepgang       1 m  

11.4.2 Woonschepenligplaats 2

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - woonschepenligplaats 1' gelden de volgende bepalingen:

  • d. het aantal ligplaatsen mag niet meer bedragen dan 4;
  • e. de onderlinge afstand tussen de woonschepen met bijbehorende voorzieningen mag niet minder bedragen dan 2 meter en de afstand tussen de buitenwanden van de opbouwen mag niet minder bedragen dan 5 meter;
  • f. de afmetingen mogen niet meer bedragen dan hieronder is aangegeven.

Maximale afmetingen   Ligplaats   Opbouw   Woonschip  
Lengte   20 m   18 m    
Breedte   8 m   7 m    
Hoogte     4 m    
Maximaal toegestane afstand van de verst verwijderde gevel van de opbouw tot aan de wal     7,5 m    
Diepgang       1 m  

11.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.5.1 Aanlegverbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het (gedeeltelijk) vergraven, dempen, ondertunnelen of overkluizen van watergangen en waterpartijen.
11.5.2 Uitzonderingen op aanlegverbod
  • a. het verbod als bedoeld in 11.5.2 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
    • 1. normaal onderhoud en normaal beheer vergen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning.
  • b. de werken en werkzaamheden als bedoeld in zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover de belangen van waterhuishoudkundige aard of de beroeps- of recreatievaart hierdoor niet onevenredig worden aangetast.
11.5.3 Voorwaarde voor omgevingsvergunning

Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de waterbeheerder.