direct naar inhoud van 4.7 Verkeer en vervoer
Plan: Lammenschansdriehoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00067-0301

4.7 Verkeer en vervoer

4.7.1 Algemeen

Nota Mobiliteit (2004)

De Nota Mobiliteit bevat de hoofdlijnen van het nationale verkeers- en vervoersbeleid. Door in het ruimtelijk beleid uit te gaan van de beschikbare infrastructurele capaciteit en door meer rekening te houden met de gevolgen voor verkeer en vervoer kunnen regio's extra mobiliteit voorkomen. De decentrale overheden zijn verantwoordelijk voor de planologische doorwerking van de risicozones. Zij nemen de risico's van het vervoer van gevaarlijke stoffen mee in het ruimtelijk beleid en maken de afwegingen. Van de decentrale overheden wordt bovendien verwacht dat zij vanuit hun eigen verantwoordelijkheid gesignaleerde problemen eerst op lokaal dan wel regionaal niveau oplossen

Regionaal Verkeer en Vervoerplan/Uitwerkingsplan 2008-2015 (2008)

In juli 2002 is het ontwerp Regionaal Verkeer en Vervoerplan verschenen. In dit RVVP met de titel 'De Regio's Verbonden' is aangegeven wat de komende jaren het beleid zal zijn voor de Leidse Regio, de Duin- en Bollenstreek en de Provincie Zuid-Holland. Met het plan wil men vraagstukken aanpakken die op het gebied van mobiliteit een bijdrage leveren aan een goed klimaat om te wonen, werken en ondernemen in de regio. Onder andere de volgende aandachtspunten zijn van belang:

  • Mobiliteit en ruimte; dit aandachtsveld stelt de volgende doelen:

a. betere afstemming van de ruimtelijke ontwikkelingen en de vervoersnetwerken;

b. bundeling van activiteiten op locaties die goed bereikbaar zijn met de vervoermiddelen die daarbij horen;

c. een uitgekiende ruimtelijke ordening, zodat gebruik van fiets en openbaar vervoer gestimuleerd worden;

  • De fiets; dit aandachtveld stelt de volgende doelen:

a. meer gebruik van de fiets in stedelijke gebieden;

b. gebruik van fiets als voor- en natransport bij het openbaar vervoer.

  • Openbaar vervoer; dit aandachtsveld stelt de volgende doelen:

a. een snel en hoogwaardig verbindend regionaal hoofdnet;

b. het hoofdnet en het onderliggend netwerk moeten afzonderlijk en eenduidig herkenbaar zijn.

Het regionale Verkeer en Vervoersplan is uitgewerkt in Uitwerkingsplannen. Het Uitwerkingsplan 2008-2015 benoemt de concrete acties en projecten voor de periode 2008-2010 met een doorkijk naar 2015. Het doel van het Uitwerkingsplan is het bieden van een afgewogen regionaal maatregelenprogramma met betrekking tot verkeer en vervoer waar alle betrokken partijen achter staan en dat betaalbaar en realistisch is.

In het Uitvoeringsprogramma zijn projecten en aandachtsgebieden opgenomen variërend van concrete projecten die reeds gestart zijn of binnenkort starten, tot bestuurlijke toezeggingen en 'zachte' aspirantprojecten. Concreet voor Leiden zijn de verbreding van de A4, de Rijnlandroute en de Ringweg Oost belangrijke projecten.

Het Uitvoeringsprogramma stimuleert verder 'Duurzaam veilig'-projecten (waaronder de aanleg van 30 km/u gebieden) en verkeerseducatie. Het Uitvoeringsprogramma maakt zich sterk voor verbetering van fietsvoorzieningen in de vorm van het vervolmaken van een regionaal fietsnetwerk, het optimaliseren van het fietsnetwerk (met name voor afstanden tot 7,5 km), het verbeteren van de overstapmogelijkheden tussen fiets en openbaar vervoer en het stimuleren van de fiets als alternatief voor de auto. Ook wordt gestreefd naar een versterking, verbetering en uitbreiding van het openbaar vervoer in de regio.

Kadernota bereikbaarheid (2009)

De Kadernota bereikbaarheid is door de gemeenteraad van Leiden vastgesteld op 29 mei 2009. Hierin worden ontwikkelingsplannen ter verbetering van het vervoersnetwerk in Leiden voorgesteld. Ook wordt een lange-termijnvisie bereikbaarheid (2025) gepresenteerd. In deze visie wordt geschetst hoe het verkeerssysteem in Leiden het best georganiseerd zou kunnen worden met als doel om de stad op de lange termijn optimaal te kunnen ontwikkelen en bereikbaar te houden.

GVVP, Leiden, Stad in beweging (2006)

Leiden is strategisch gelegen als schakelpunt tussen de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad. Dat blijkt ook uit de mobiliteitscijfers. De gemiddelde Leidenaar maakt 10% meer verplaatsingen dan personen in vergelijkbare sterk stedelijke gemeenten. Om dit zowel nu als in de toekomst vlot en veilig te kunnen blijven doen zijn diverse inspanningen nodig

Omdat het verkeers- en vervoersbeleid in Leiden verwerkt is in een groot aantal deelplannen is met het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) integraal verkeers- en vervoersbeleid opgesteld. Hierin is de onderliggende visie verwoord, wordt de samenhang met andere vakdisciplines aangegeven, komen alle vervoerswijzen aan bod en is een actieplan opgesteld voor uitwerking van het beleid. Daarbij is nadrukkelijk gekeken naar de verwachtingen voor de toekomst. Centraal binnen het plan staat het stimuleren van duurzame mobiliteit. Dat wil zeggen dat door de te nemen maatregelen enerzijds de noodzakelijke bereikbaarheid van voorzieningen met verschillende vervoerswijzen is gewaarborgd en anderzijds een bijdrage wordt geleverd aan een kwalitatief goede leefomgeving. De mobiliteitsvraag wordt gefaciliteerd uit oogpunt van vitaliteit en economie. Echter, Leiden als historische stad en verblijfsplaats, waar de netwerkstructuur en de openbare ruimte niet optimaal zijn ontwikkeld op het massale autogebruik van de nieuwe tijd, noodzaakt wel tot een beheerste groei van de mobiliteit.

Er wordt sterk ingezet op behoud en verbetering van het aandeel langzaam verkeer in de verplaatsingen in de stad en toekomstige mobiliteitsgroei wordt zoveel mogelijk gekoppeld aan adequaat openbaar vervoer. De parkeerstrategie zet in op ontlasting van de (binnen)stad en opvang aan de stadsrand (P&R, transferia), zoals dat ook geldt voor de realisering van ontbrekende schakels in het randwegenstelsel (A4 - A44) en ringwegenstelsel (Ringweg Oost) op langere termijn.

Beleidsnota Provinciale vaarwegen en scheepvaart (2006)

De Beleidsnota Provinciale vaarwegen en scheepvaart is een nadere uitwerking van het Provinciaal Verkeer- en Vervoerplan voor wat betreft het onderdeel vaarwegen. De nota bevat de uitgangspunten voor het technisch en nautisch beheer van en op de provinciale vaarwegen. In de nota wordt ingegaan op de samenhangende vaarwegtrajecten, de beroepsvaart en de doorgaande recreatievaart. Daarbij is een onderverdeling gemaakt naar de functie van de vaarwegen in de maatschappelijke context en het bijbehorende kader voor het beheer. Het bestemmingsplan 'Lammenschansdriehoek' is in overeenstemming met deze nota.

4.7.2 Bestemmingsplan Lammenschansdriehoek

Het bestemmingsplan 'Lammenschansdriehoek' is conserverend van aard. De spoorlijn is opgenomen in de bestemming 'Verkeer - Railverkeer'. Alle wegen zijn, ongeacht de functie en het snelheidsregime, opgenomen in de bestemming 'Verkeer'. Binnen deze bestemming is herinrichting van de openbare ruimte mogelijk, zodat invulling kan worden gegeven aan de beleidsdoelstellingen uit het regionaal en gemeentelijk beleid.

Het reconstrueren van wegen is niet mogelijk binnen de kaders van voorliggend bestemmingsplan. Aangezien reconstructie van een weg relatief grote milieuhygiënische gevolgen kan hebben (met name op het gebied van akoestiek en luchtkwaliteit) is in de bestemming 'Verkeer' een gebruiksregel opgenomen, waardoor het aantal rijstroken niet mag worden vergroot. Als bijlage bij de regels is een kaart opgenomen, waarop het huidige aantal rijstroken is aangegeven. In het geval van reconstructie van een weg, waarbij extra rijstroken moeten worden aangelegd, dient derhalve een afzonderlijke planologische procedure te worden doorlopen. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de realisering van de Ringweg Oost.