Plan: | De Waard |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0546.BP00006-0302 |
De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 (Staat van bedrijfsactiviteiten) onder de:
1. milieucategorieën 1 en 2;
2. milieucategorieën 1, 2 en 3.1 ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf tot en met
categorie 3.1’;
3. milieucategorie 1, 2, 3.1 en 3.2 ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijf tot en met
categorie 3.2’;
4 milieucategorie 4.2 , uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘ bedrijf tot en met categorie 4.2'
met uitzondering van:
a geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
b Bevi-inrichtingen;
c zelfstandige kantoren;
b. bedrijfsverzamelgebouwen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke
vorm van bedrijf – bedrijfsverzamelgebouw’;
c. productiegebonden en/of ondersteunende detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
d. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding (dh);
e. bedrijfsgebonden, niet zelfstandige kantoorruimte;
f. bedrijfswoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;
g. aan-huis-verbonden beroepen en/of bedrijven bij een bedrijfswoning;
h. opslag en uitstalling;
met de daarbij behorende voorzieningen, zoals:
i. ondersteunende horeca;
j. parkeervoorzieningen;
k. voorzieningen voor laden en lossen;
l. tuinen en verhardingen;
m. nutsvoorzieningen;
n. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bestaande hoogtes ten tijde van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan en die afwijken van hetgeen in dit bestemmingsplan is voorgeschreven zijn toegestaan.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen aan de situering van gebouwen en bouwwerken, het aantal en de situering van parkeerplaatsen en de inrichting van een perceel, indien dit noodzakelijk is ten behoeve van de bezonningssituatie, (bestaande) boombeplanting, de ligging van leidingen en dergelijke, dan wel indien dit uit een oogpunt van stedenbouwkundige of ruimtelijk/functionele kwaliteit wenselijk is.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verstrekken voor het afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 onder a ten behoeve van het toelaten van een ander bedrijf binnen de categorie 3.2 dan in artikel 3.1 onder a is aangegeven, mits dat bedrijf naar aard en invloed op de omgeving met een bedrijf binnen de categorie 1, 2 of 3.1 gelijk gesteld kan worden.