direct naar inhoud van 5.9 Cultuurhistorie Schuttersveld
Plan: Leiden Schuttersveld e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00003-0301

5.9 Cultuurhistorie Schuttersveld

Het plangebied 'Schuttersveld' ligt tegen de noordwest hoek van de binnenstad van Leiden en wordt begrensd door een aantal heldere stedenbouwkundige structuren. Aan de oostzijde ligt de Haarlemmertrekvaart, aan de zuidzijde de Rijnsburgersingel en het huidige Schuttersveld en ten noordwesten de spoorlijn Den Haag - Amsterdam.
Het gebied kent nog een aantal prestedelijke structuren die tot de oudste in Leiden behoren. Zo is er de Maredijk die vanaf de vroege middeleeuwen het land ten westen van het riviertje beschermd tegen overstroming. Vanaf de vergraving van de Mare in 1611 tot trekvaart naar Haarlem ontstaat er bebouwing langs deze uitvalsweg die aansluit op de Marepoort. De prestedelijke bebouwing is herkenbaar in de bebouwing en verkaveling ter weerszijde van de Maredijk. Zoals vaak het geval is bij belangrijke waterverbindingen, ontstaat langs de Haarlemmertrekvaart vroege industrie. De houthandel van de Firma Hoeken omvatte een uitgebreid complex met zaagmolens, loodsen, arbeiderswoningen en twee directeurswoningen. De villa Maredijk 161 is daarvan een bijzonder overblijfsel.
De wetering ten westen van de Maredijk liep daarvan weg ongeveer ter hoogte van de huidige Schutterstraat en omzoomde dan weer richting de singel het voormalige Schuttersveld. De oostzijde van de wetering rond het schutttersveld wordt in de 18e eeuw bebouwd met tuinderwoningen en speelhuizen met bijbehorende tuinen. Het pand Maredijk 23 vormt een goed herkenbaar element van deze 18e eeuwse bebouwing. De huidige historische bebouwing en de ruime verkaveling langs de oostzijde van de Marislaan zijn daarvan duidelijk herkenbare overblijfselen. De loop van de wetering is nog gedeeltelijk herkenbaar in het brede profiel en de groene middenberm van de Marislaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0546.BP00003-0301_0029.png"


Het gebied tussen Maredijk en Marislaan wordt in de loop van de 19e eeuw gevuld met kleinschalige nieuwbouwprojecten zonder stedenbouwkundig plan. De stratenaanleg volgt in grote lijnen de oude polderverkaveling. Straten worden niet doorgetrokken of verbonden en vaak niet volgebouwd. Veel huizen worden gebouwd als speculatieobjecten. Functiemenging met wonen, agrarische bedrijven en kleinschalige industrie, zoals de voormalige drukkerij in Maredijk 17, is tot heden typerend voor het gebiedje en goed herkenbaar in de diverse historische bebouwing. Daarmee staat het 'Maredijkbuurtje' in de traditie van de organische binnenstadsbebouwing zonder dat het daar deel van uit maakt. De Piet Heinstraat is als structuurelement een goed herkenbaar overblijfsel van deze afwezigheid van overheidsbemoeienis met het bouwen voor 1900. De lengte van het doodlopende straatje is direct het gevolg van de beperkte investeringsmogelijkheden van de opdrachtgever. Dat wil niet zeggen dat er in deze periode helemaal geen sprake is van kwaliteit. Zo bouwt architect Jesse in 1897 in opdracht van houthandelaar Hoeken de acht fraaie woonhuizen op de Maredijk. Deze vormden één ruimtelijk eenheid met de houthandel. Door de aanleg van de brug over de Mare in 1967 is dit ruimtelijk verband teniet gedaan. In 1896 komt het gebied volledig binnen de gemeente Leiden te liggen en maakt de gemeente in 1907 een eerste Uitbreidingsplan. Daarin wordt het Maredijkbuurtje voltooid met de Schutterstraat en de Poelgeeststraat. Verder wordt geprobeerd om een aantal doorlopende straten op te nemen in de grootsteedse aanleg met boulevards en pleinen die eigen is aan dit uitbreidingsplan. Deze plannen blijven grotendeels onuitgevoerd.
Wel van groot belang is het idee om een brug te leggen op de kop van het Valkbolwerk. Via een straat op de te dempen wetering ter plaatse van de Marislaan, wordt zo de noordelijke binnenstad verbonden met een verkeersring buiten de singels.

afbeelding "i_NL.IMRO.0546.BP00003-0301_0030.png"

Het schuttersveld wordt nog gezien als één van de vele locaties voor een volkspark dat 20 jaar later in de Leidsche Hout zal worden gerealiseerd. In 1922 wordt dan ook de Schuttersveldschool gebouwd in de zuidwest hoek van het Schuttersveld.
Van het daaropvolgende Uitbreidingsplan 1933 wordt in dit plangebied zo goed als niets gerealiseerd. De grootschalige ontwikkeling van het noordelijk deel van het plangebied wordt ingezet met het Basiswegenplan uit 1961. Hierin vindt de ontsluiting van de binnenstad niet meer plaats over de Marislaan, maar wordt er een nieuwe weg diagonaal over het schuttersveld gepland die aansluit op de nieuw aan te leggen rondweg, de huidige Schipholweg - Willem de Zwijgerlaan. Deze weg wordt vernoemd naar het voormalige Schuttersveld, maar heeft geen relatie met de historische structuur. De hele Maredijkbuurt zou in deze plannen worden afgebroken en vervangen door een grootschalige geometrische stadsaanleg. Het in 1961 onbebouwde noordelijk deel van het plangebied is inderdaad ingericht volgens dit plan. De Anthony Fokkerweg en de Parmentierweg zijn eveneens een onderdeel van het plan, maar slechts voor een klein deel van hun gedachte lengte aangelegd. Omdat de sloop van de buurt niet is doorgegaan sluiten deze straten nu slecht aan op de oudere structuur.