direct naar inhoud van Artikel 7 Maatschappelijk
Plan: Transvaal
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0546.BP00001-0301

Artikel 7 Maatschappelijk

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. met daaraan ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze bestemming;
  • c. met de daarbij behorende voorzieningen, zoals groen, water, wegen en paden, nuts- en parkeervoorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het aangeduide bouwvlak worden opgericht;
  • b. De goothoogte mag niet hoger zijn dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
  • c. De bouwhoogte mag niet hoger zijn dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven.
  • d. In afwijking van het onder a bepaalde mogen bijgebouwen buiten het bebouwingsvlak worden opgericht, met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte niet meer dan 20 m² bedraagt;
    • 2. de hoogte niet meer dan 3 m bedraagt;
    • 3. de totale oppervlakte aan bebouwing per bestemmingsvlak niet meer dan 75% bedraagt.

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen;
  • b. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen, met uitzondering van luifels en lichtmasten waarvan de hoogte respectievelijk ten hoogste 6 en 8 meter mag bedragen.

7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de inrichting van een perceel, indien dit noodzakelijk is ten behoeve van de bezonningssituatie, (bestaande) boombeplanting, de ligging van leidingen en dergelijke, dan wel indien dit uit het oogpunt van stedenbouwkundige of ruimtelijk/functionele kwaliteit wenselijk is.