Plan: | Transvaal |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0546.BP00001-0301 |
het bestemmingsplan Transvaal van de gemeente Leiden.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar er functioneel onderdeel van uitmaakt.
een beroep of bedrijf dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door een bewoner van de op het bouwperceel gesitueerde woning, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de beroeps- of bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitwerking en/of uitstraling heeft die met de woonfunctie ter plaatse in overeenstemming is; groepspraktijken, detailhandel, horeca en prostitutie zijn hiervan uitgesloten.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
de aan een gebied toegekende specifieke vorm van cultuurhistorische waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een ter plaatse van de aanduiding aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bestemmingsvlak, bouwvlak respectievelijk (gedeelte van een) bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd; ondergronds bouwen wordt hier niet meegerekend.
een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
de hoogte van de bovenkant van de laagste spoorstaaf.
bouwlaag, waarvan de vloer op gelijke hoogte ligt als het aangrenzende maaiveld, ter plaatse van de hoofdtoegang tot het gebouw.
een object waarvoor als gevolg van het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden.
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
een vastgelegde ruimtelijke eenheid, waarbinnen de bebouwing ten behoeve van een bestemming moet worden geconcentreerd.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrijpende voorzieningen voor woonfuncties geschikt (te maken) is.
een al dan niet overdekt detailhandelsbedrijf, waarin een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouwmaterialen en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake een bepaalde vakdiscipline.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
detailhandel, waarvoor vanwege de omvang en de aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig is voor de uitstalling, zoals brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in auto's, boten, caravans, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair en woninginrichting waaronder meubels, alsmede tuincentra en bouwmarkten.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, en bankfilialen.
De verticale afstand tussen het diepst stekend scheepsdeel en de waterspiegel.
voor bouwpercelen waarin een bouwvlak is aangegeven:
een gedeelte van een bouwperceel dat is gelegen buiten het bouwvlak en dat in feitelijk opzicht is bestemd ten dienste van het gebruik van het – in het bouwvlak gesitueerde – hoofdgebouw;
een als complex gebouwde individuele stalling voor een auto of ander motorvoertuig.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen zoals genoemd in artikel 1 Wet geluidhinder
functies zoals bedoeld in het besluit geluidshinder
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een hoofdgebouw, zonder aanbouwen en uitbouwen.
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt.
De volgende categorieën worden onderscheiden:
1. horeca-inrichtingen voor het bedrijfsmatig verstrekken van kleine eetwaren al dan niet combinatie met alcoholvrije drank (thee- en koffiehuizen en ijssalons).
2. horeca-inrichtingen voor het bedrijfsmatig verstrekken van overwegend snacks en/of ter plaatse opgewarmde eetwaren, al dan niet in combinatie met alcoholvrije drank om aldaar te nuttigen (lunchrooms, broodjeszaken, cafetaria's, snackbars, shoarmazaken).
3. horeca-inrichtingen voor het bedrijfsmatig verstrekken van zowel ter plaatse bereiede maaltijden als alcoholhoudende of -vrije drank al dan niet in combinatie met etenswaren (restaurants, eetcafés, café-restaurants, grand-cafés).
4. horeca-inrichtingen voor het bedrijfsmatig verstrekken van overwegend alcoholische dranken voor gebruik ter plaatse (cafés, bars, pubs).
5. horeca-inrichtingen voor het gelegenheid geven tot dansen in combinatie met het bedrijfsmatig verstrekken van alcoholhoudende of -vrije dranken en kleine etenswaren (dancings).
6. horeca-inrichtingen als genoemd in catgeorie II, waarbij tevens gelegenheid wordt gegeven tot overnachting (hotels).
voorzieningen inzake bibliotheken, gezondheidszorg, bejaardenvoorzieningen, jeugd- en kinderopvang, onderwijs, openbare dienstverlening, verenigingsleven en religieuze voorzieningen.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorgebouwen, gasreduceerstations, schakelhuizen, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwen, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
tenzij in de voorschriften anders is bepaald.
de totale vloeroppervlakte van de ruimten die worden gebruikt voor een (aan huis verbonden) beroep of bedrijf, of dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het bedrijfsproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de bedrijfsfunctie.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
prostitutie waarbij de seksueel-erotische dienstverlening zichtbaar vanaf de (openbare) weg wordt aangeboden.
een inrichting bij welke, als gevolg van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang als zij het bedrijfsmatig, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische- of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder worden tevens verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
de lijst van bedrijven bevattende basisinformatie voor milieuzonering zoals die lijst is opgenomen in de bijlage behorende bij deze voorschriften;.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar er functioneel onderdeel van uitmaakt.
de aan de straatzijde gelegen gevel van een gebouw, die de architectonische verschijning van dat gebouw tot uitdrukking brengt; ingeval van een gebouw op een straathoek is gesitueerd, worden de aan de straatzijde grenzende gevels als voorgevel aan gemerkt.
Een (gedeelte van een) gebouw, vaartuig of drijvend voorwerp dat uitsluitend bedoeld is voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat is begrensd door op (nagenoeg) gelijke hoogte liggen-de vloeren of balklagen en dat zodanige afmetingen en vormen heeft dat dit gedeelte zonder ingrij-pende voorzieningen voor woonfuncties geschikt of geschikt te maken is.
Elk vaartuig of drijvend voorwerp, daaronder begrepen een object te water, dat naar aard en inrichting uitsluitend wordt gebruikt als of bestemd is tot woning.
De breedte wordt gemeten op de plaats waar het vaste deel van de romp het breedst is
De hoogte van een woonboot wordt gemeten in meters vanaf de waterlijn tot aan hethoogste punt van de romp of opbouw, masten, schoorstenen en dergelijke niet meegerekend.
De lengte wordt gemeten op de plaats waar het vaste deel van de romp het langst is,ondergeschikte buiten de romp uitstekende delen zoals rondhouten en roerbladen niet meegerekend
Een gedeelte van het water dat door een woonschip met bijbehorende voorzieningen mag worden ingenomen.
Een voorziening voor een woonschip is een object in of boven het water dat verband houdt met het wonen op het woonschip, zoals afhouders, meerpalen, loopplanken, plankiers, steigers, een bijboot en een drijvend terras.