Ooievaarszoom Schoonrewoerd

4.7 Externe veiligheid

Normstelling en beleid

Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten gekeken, namelijk:

• bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
• vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of leidingen.

In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag en gedurende het gehele jaar) en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen.

Onderzoek

De volgende risicobronnen zijn in de omgeving van het plangebied aanwezig (zie figuur 4.2):

• Servicestation/Achilles Tankstations B.V. Texaco;
• Bel Leerdammer B.V.

De risicocontouren van deze inrichtingen (het plaatsgebonden risico en het invloedsgebied) vallen niet tot over het plangebied. Deze inrichtingen vormen dus geen beperking voor de geplande ontwikkelingen binnen het plangebied.

NB FOUT: Transport van gevaarlijke stoffen zal niet via de dorpskern Schoonrewoerd lopen zoals getekend, maar via de Rondweg (Provinciale weg)

Figuur 4.2 Provinciale Risicokaart

Transport

Provinciale weg N484

Over de provinciale weg N484 vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. De gevaarlijke stoffen die over de N484 vervoerd worden betreffen uitsluitend brandbare vloeistoffen en gas. Vervoerstellingen door de Dienst verkeer en scheepvaart uit 2006 laten hierin het volgende beeld zien (deze waarden zijn tevens aangehouden voor de provinciale risicokaart):

Plaatsgebonden risico

De Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen nummer 3 (PGS3) geeft vuistregels met betrekking tot de risico's van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg. Deze vuistregels geven het aantal transporten aan waarbij een PR10-6 contour op kan treden (bijlage 1). De aantallen transporten van gevaarlijke stoffen op de N484 zijn dermate laag dat het plaatsgebonden risico 10-6 nul meter bedraagt. Dit wordt ook aangegeven op de provinciale risicokaart.

Derhalve is er met betrekking tot het plangebied Ooievaarszoom geen sprake van een aandachtspunt voor het plaatsgebonden risico ten gevolge van het transport van gevaarlijke stoffen over de N484.

Groepsrisico

De provinciale risicokaart geeft aan dat het invloedsgebied voor het groepsrisico voor de N484 op 200 meter van de weg ligt (gebaseerd op een scenario van een warme BLEVE van een LPG-tankauto). Deze contour valt over het plangebied Ooievaarszoom en binnen 200 meter van de N484 wordt ook kwetsbare bebouwing geprojecteerd.

De provinciale risicokaart geeft aan dat voor de N484 het groepsrisico overal kleiner is dan 0,1 maal de oriënterende waarde. Ook de drempelwaarde voor beschouwing van het groepsrisico uit de PGS3 (bijlage 1) wordt bij lange na niet gehaald. De geplande bouw van de 48 woningen, de splitsing van een boerderij en de bouw van een kerk, zal een toename van het groepsrisico met zich meebrengen. Gezien het beperkte aantal transporten en het huidige lage groepsrisico, zal de toename van het groepsrisico zeker niet tot een overschrijding van de oriëntatiewaarde leiden. Derhalve is een verdere verantwoording voor het groepsrisico als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de N484 en het verlengde hiervan niet nodig.

Plasbrandaandachtsgebied

Naast de normen voor het plaatsgebonden risico en de verantwoording van het groepsrisico is er voor de meest vervoerde stofsoort (brandbare vloeistoffen) een extra veiligheidambitie gedefinieerd, gebaseerd op het scenario van een plasbrand. Het plasbrandaandachtsgebied houdt rekening met de effecten van een plasbrand in een zone rond de infrastructuur, voor de N484 betreft dit een zone tot 30 meter van de rand van de weg. Dit is de afstand van het plasbrandaandachtsgebied, die ook in het Basisnet Vervoer Gevaarlijke Stoffen wordt gehanteerd.

Wanneer binnen het plasbrandaandachtsgebied gebouwd wordt, dan is het raadzaam om maatregelen te nemen die het effect van de plasbrand verkleinen. Dit is het geval bij het plan Ooievaarszoom.

Er is een secundaire bluswatervoorziening en een opstelplaats voor de brandweer noodzakelijk. De secundaire bluswatervoorziening is een bluswatervoorziening die aanvullend is op de primaire bluswatervoorziening. Een secundaire bluswatervoorziening moet voorzien in een waterlevering die voldoende en te allen tijde beschikbaar is (ook tijdens de vorstperiode). De kwaliteit van het water moet van dien aard zijn dat er geen schade aan de bluspomp kan ontstaan. De minimale capaciteit voor een secundaire bluswatervoorziening bedraagt 90 m³ per uur gedurende een onafgebroken levertijd van 4 uur. De opstelplaats dient aan de volgende eis te voldoen. De afstand tussen het water en de opstelplaats van de brandweerauto is maximaal 8 meter en de verticale afstand tussen het waterniveau en de opstelplaats is maximaal 5 meter. De waterwinning zoals hier omschreven dient bereikbaar te zijn vanaf de provinciale weg N484 over de gehele lengte van de bebouwing die binnen het plasbrand aandachtsgebied valt.

In het gebied zijn goede vluchtwegen aanwezig. De bewoners kunnen aan beide zijden van het plangebied het gebied ontvluchten en beide vluchtwegen gaan van een mogelijk incident op de N484 af. De vluchtwegen zijn voldoende groot.

Verder moet in het lokale risicocommunicatie beleid aandacht besteed worden aan dit gebied.

Conclusie

Het aspect externe veiligheid staat de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg.