direct naar inhoud van Artikel 7 Wonen
Plan: Ooievaarszoom Schoonrewoerd
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0545.BPSWOERDOOIEVZ-VS01

Artikel 7 Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen met niet-publieksgerichte aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.

7.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

7.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. het maximale aantal toegestane wooneenheden binnen het betreffende bestemmingsvlak bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven aantal;
  • c. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • d. de goothoogte van hoofdgebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,75 m bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
  • e. de voorgevel van een hoofdgebouw dient in of binnen een afstand van 3 m tot de voorste bebouwingsgrens te worden gebouwd;
  • f. de afstand van vrijstaande hoofdgebouwen tot aan de zijdelingse perceelsgrens, dient ten minste 1 m te bedragen, waarbij de afstand tussen de hoofdgebouwen ten minste 3 m dient te bedragen;
  • g. de afstand van aaneengebouwde hoofdgebouwen aan de zijde waar het hoofdgebouw niet aaneengebouwd is, tot aan de zijdelingse perceelsgrens, dient ten minste 1 m te bedragen.

7.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. indien aan- en uitbouwen en bijgebouwen naast of aan het bijbehorende hoofdgebouw worden gebouwd, worden deze aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten minste 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan gebouwd;
  • b. bijgebouwen en overkappingen worden in of op een afstand van ten minste 1 m tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens gebouwd;
  • c. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, vermeerderd met 0,25 m;
  • d. het gezamenlijk te bouwen oppervlak aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag ten hoogste 50% van de bij het hoofdgebouw behorende zij- en achtererf bedragen, met een maximum van 50 m², met dien verstande dat een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 25 m² van het zij- en achtererf onbebouwd en onoverdekt dient te blijven.

7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 m, voor zover gelegen voor of op minder dan 1 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

7.3 Specifieke gebruiksregel
7.3.1

De vloeroppervlakte ten behoeve van niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 25 m², met dien verstande dat:

  • a. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • b. geen onevenredige verkeersaantrekkende werking plaatsvindt;
  • c. geen afbreuk wordt gedaan aan het woonkarakter van de omgeving;
  • d. horeca of detailhandel niet is toegestaan, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van niet-publieksgerichte aan-huis-verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit;
  • e. de activiteiten door de bewoner worden uitgeoefend.

7.3.2

Het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.