direct naar inhoud van 5.7 Externe veiligheid
Plan: Bedrijventerrein Nieuw Schaik
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0545.BPNIEUWSCHAIK-VS01

5.7 Externe veiligheid

Van de ramptypes die verband houden met externe veiligheid ("Indeling Leidraad maatramp") zijn met name ongevallen met brandbare/explosieve of giftige stoffen van belang.

Deze ongevallen kunnen nader worden onderscheiden in ongevallen met betrekking tot:

  • inrichtingen;
  • vervoer gevaarlijke stoffen door buisleidingen;
  • vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor.

Inrichtingen

De risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in inrichtingen dienen tot een aanvaardbaar minimum te worden beperkt. Daartoe zijn in het "Besluit externe veiligheid inrichtingen" (hierna: Bevi) regels gesteld.

Bij het toekennen van bepaalde bestemmingen dient onderzocht te worden:

  • Of voldoende afstand in acht wordt genomen tussen (beperkt) kwetsbare objecten enerzijds en risicovolle inrichtingen anderzijds in verband met het plaatsgebonden risico.
  • Of (beperkt) kwetsbare objecten liggen binnen in het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen en zo ja, wat de bijdrage is aan het groepsrisico.

Het plaatsgebonden risico is de kans dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats buiten een inrichting zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Voor kwetsbare objecten geldt een plaatsgebonden risico PR 10-6 en voor beperkt kwetsbare objecten geldt een richtwaarde voor het plaatsgebonden risico PR 10-6.

Het groepsrisico bestaat uit de cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

Binnen het plangebied zelf is geen inrichting gelegen die past binnen het Bevi. Wel is een Bevi-inrichting gelegen ten zuidwesten van het plangebied aan de Parallelweg 4, namelijk het lpg-tankstation van garage Visscher bv. Het lpg-tankstation was reeds in gebruik voordat het Bevi-besluit in werking trad. In het aldaar vigerende bestemmingsplan "Leerdam Noord"is deze locatie opgenomen en heeft op de verbeelding een risicocontour gekregen. Binnen deze zones zijn minder ontwikkelingsmogelijkheden.

Zie bijgaande afbeelding 7.

afbeelding "i_NL.IMRO.0545.BPNIEUWSCHAIK-VS01_0008.png"

Afbeelding 7. lpg-tankstation Visscher met invloedsgebied

Het groepsrisico wordt ook in het bestemmingsplan verantwoord. Omgdat een deel van de contour binnen het onderhavige bestemmingsplan valt wordt hier dezelfde tekst aangehouden als in het bestemmingsplan "Leerdam Noord".

Risicoanalyse lpg-tankstation garage Visscher

Ten behoeve van de opstelling van het bestemmingsplan is een kwantitatieve risicoanalyse voor het lpg-tankstation uitgevoerd (zie bijlage). Deze analyse was noodzakelijk omdat er een beperkt kwetsbaar object (dierenkliniek, Parallelweg 3) aanwezig is binnen het in het Bevi/Revi aangehouden standaard PR 10-5 afstand van 25 meter van het vulpunt van het lpg-reservoir. Hierdoor zijn de groepsrisico-criteria voor een standaard lpg-tankstation niet toepasbaar.

Voor consoliderende plannen zoals "Leerdam Noord" mag rekening gehouden worden met de aanwezigheid van hittewerende bekleding bij de lpg-tankauto. Dit verkleint de kans op een warme BLEVE als gevolg van het scenario brand tijdens verlading (1,02*10-9 per jaar in plaats van 2,03*10-8).

Uit de risicoanalyse komt het volgende naar voren:

Plaatsgebonden risico

De gebouwen van de dierenkliniek liggen deels binnen een afstand van 25 meter

van het vulpunt van het lpg-reservoir. De in de uitgevoerde risicoanalyse feitelijk

berekende PR 10-5 contour van het lpg-tankstation overschrijdt wel de inrichtingsgrens van garage Visscher maar echter niet de gebouwen van de dierenkliniek. Derhalve kan worden geconcludeerd dat deze gebouwen niet binnen de PR 10-5-contour van het lpg-tankstation zijn gesitueerd en geen specifiek hiermee samenhangende maatregelen bij de dierenkliniek nodig zijn. De PR 10-6-contour van het lpg-tankstation reikt niet over kwetsbare objecten in de omgeving.

Van uit het oogpunt van het plaatsgebonden risico doen zich hierdoor geen saneringssituaties voor. Deze PR 10-6-contour reikt wel over de (helft van de) gebouwen van de dierenkliniek. Hiermee wordt niet voldaan aan de huidige BEVI-richtwaarde PR 10-6 voor beperkt kwetsbare objecten. Bij conserverende plannen mag echter geanticipeerd worden op verkleining van de PR 10-6-contouren voor lpg-tankstations als gevolg van hittewerende bekleding bij de lpg-tankauto. Op grond hiervan is het geen vereiste extra beschermende maatregelen ten behoeve van de dierenkliniek te treffen.

Groepsrisico, zelfredzaamheid, beheersbaarheid en hulpverlening

Binnen het invloedsgebied van het lpg-tankstation (150 meter rond het vulpunt bij een doorzetbeperking van 999 m3 lpg per jaar; zie afbeelding) zijn kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten gesitueerd en is sprake van een populatie van enkele honderden personen. Het groepsrisico als gevolg van het lpg-tankstation bedraagt 0,22 maal de oriënterende waarde bij 250 slachtoffers. In het bestemmingsplan "Leerdam Noord" hoeft niet verantwoord te worden waarom en onder welke restricties dit groepsrisico aanvaardbaar geacht wordt. Dit omdat het een consoliderend plan betreft en er sprake is van een vergunde situatie voor het lpg-tankstation. In het bestemmingsplan dient, gelet op het aanwezige groepsrisico, in de plantoelichting wel aandacht geschonken te worden aan de mogelijkheden tot voorbereiding van de bestrijding en de beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval bij deze inrichting en dient er hierbij tevens ingegaan te worden op de mogelijkheid van personen om zich hierbij in veiligheid te brengen.

Op het gebied van externe veiligheid is een 'regionale analyse externe veiligheid regio Zuid-Holland Zuid 2009' opgesteld door de Milieudienst Zuid-Holland Zuid. Hierin wordt gesteld dat vanuit externe veiligheid optiek transport gerelateerde risicorelevante bedrijven bij voorkeur moeten worden gevestigd op het te ontwikkelen transportcentrum Schelluiden-West en de overige grootschalige risicorelevante bedrijven bij voorkeur op het te ontwikkelen bedrijventerrein "Gorinchem-Noord". De situering van beide terreinen is namelijk zodanig dat ze op voldoende afstand van kernen zijn gelegen en bereikbaar zijn zonder woonkernen te passeren.

Voor Nieuw Schaik betekent dit dat alleen de reeds aanwezige transportbedrijven via een specifieke aanduiding worden opgenomen in het bestemmingsplan.

Buisleidingen

In de directe nabijheid van het plangebied liggengeen buisleidingen waardoor vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals bijvoorbeeld aardgas, plaatsvindt. Er zijn in dit kader dan ook geen externe veiligheidseffecten waarmee rekening moet worden gehouden.

Vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor

In de directe nabijheid van het plangebied vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats per spoor en over de weg. De spoorlijn is gelegen aan de zuidzijde van het plangebied. Hoewel over deze lijn regelmatig transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, is de hoeveelheid dermate weinig dat het groepsrisico (PR 10-6-contour) niet buiten de spoor(zone) ligt. In het bestemmingsplan hoeft hier dan ook geen rekening mee gehouden te worden. In 2020 is bovendien de Betuweroute volop in gebruik en dan gaat zoveel mogelijk transport daaroverheen.

het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg vindt plaats over de N484.

De N484 eindigt bij de noordoostpunt van het plangebied. Over de N484 vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Dit vervoer van gevaarlijke stoffen zet zich van af hier deels voort tot in het plangebied naar de betreffende plaatselijke bestemmingen. De belangrijkste hiervan is garage Visscher bv. Vervoerstellingen door de Dienst verkeer en scheepvaart uit 2006 laten voor de N484 het volgende beeld zien welke tevens voor de provinciale risicokaart is aangehouden:

Gevaarlijke Stof   Aantal Transporten per jaar  
LF1 (Diesel)   394  
LF2 (Benzine)   361  
GF3 (LPG)   65  
Totaal   820  

Route gevaarlijke stoffen

De gemeente Leerdam heeft op grond van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen een route gevaarlijke stoffen vastgesteld. Op grond hiervan is het vervoer van alle gevaarlijke stoffen zoals LPG in het plangebied alleen met een ontheffing toegestaan. Hiermee wordt ongewenst vervoer van dergelijke stoffen door het plangebied voorkomen.

Plaatsgebonden risico

De provinciale risicokaart geeft voor het plaatsgebonden risico aan dat er hierbij voor de N484 geen sprake is van een PR 10-6 contour buiten de weg zelf. De in de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen nummer 3 (PGS03) aangegeven drempelwaarden voor enig significant plaatsgebonden risico worden voor dit vervoer bij lange na niet overschreden.

Derhalve is er voor het plangebied Leerdam Noord geen sprake van een aandachtspunt voor het plaatsgebonden risico als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg.

Groepsrisico, zelfredzaamheid, beheersbaarheid en hulpverlening

De provinciale risicokaart geeft aan dat het invloedsgebied voor het groepsrisico voor het genoemde vervoer over de N484 op 200 meter van de weg ligt (gebaseerd op een scenario van een warme BLEVE van een lpg-tankauto). Binnen deze afstand is, in het verlengde van de N484, binnen het plangebied "Leerdam Noord" kwetsbare bebouwing aanwezig. De drempelwaarde uit de PGS03 waarbij het gewenst is het groepsrisico te beschouwen wordt voor het genoemde vervoer bij lange niet gehaald. Derhalve is een verantwoording voor het groepsrisico als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg voor het plan "Leerdam Noord" niet nodig.

Zelfredzaamheid

De zelfredzaamheid geeft aan in welke mate de aanwezigen in het plangebied in staat zijn zich op eigen kracht in veiligheid te brengen. Binnen het invloedsgebied van de beschouwde risicobronnen bevinden zich verschillende (beperkt) kwetsbare objecten. Hierbij is echter geen sprake van bestemmingen waar verminderd zelfredzame personen verblijven. Gelet op de omvang van de risico’s en het consoliderende karakter van het plan zijn er binnen de context van het onderhavige bestemmingsplan geen mogelijkheden voor maatregelen ter verbetering van de zelfredzaamheid aanwezig.

De gemeente heeft niettemin een verantwoordelijkheid en algemene informatieplicht met betrekking tot de zelfredzaamheid van in het plangebied aanwezige personen in geval van een calamiteit. In dit verband wordt aanbevolen via de gemeentelijke risicocommunicatie personeelsleden, gebruikers en bewoners in het plangebied voor zover gesitueerd binnen 200 meter afstand van het lpg-tankstation garage Visscher te informeren en instrueren over de risico’s en mogelijke maatregelen die ze zelf kunnen nemen als dat nodig is.

Beheersbaarheid

Beheersbaarheid richt zich op de inzetbaarheid van hulpverleningsdiensten in hoeverre zij in staat zijn hun taken goed uit te kunnen voeren en om daarmee verdere escalatie van een incident te voorkomen. Hierbij kan gedacht worden aan het voldoende/ adequaat aanwezig zijn van aanvalswegen en bluswatervoorzieningen, maar ook de brandweerzorgnorm wordt hier onder geschaard. Ten aanzien van de aspecten bereikbaarheid en bluswatervoorziening hanteert de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid de richtlijnen zoals beschreven in de NVBR publicatie “Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid”.

Door de lokale brandweer is het volgende hierbij vastgesteld:

  • de bereikbaarheid van risicobronnen is als goed aan te merken;
  • voor de primaire bluswatervoorziening zijn voldoende brandkranen aanwezig;
  • voor de secundaire bluswatervoorziening is er open water aanwezig (Awatergang langs de Schaikseweg en de spoorsloot tussen de spoorbaan en de parallelweg.

De brandweerzorgnorm is een aanbevolen opkomsttijd die afhankelijk is van het soort object en de risico’s voor de aanwezige personen.De brandweer kan in de meeste gevallen binnen de zorgnorm in het plangebied"Leerdam Noord"en "Bedrijventerrein Nieuw Schaik" aanwezig zijn.

Resteffect

Door de aanwezigheid van veel woningen in het effectgebied waarbij een warme BLEVE van een lpg-transportwagen optreedt is er een significant verschil in de mogelijke aantallen slachtoffers (doden en gewonden) in de dag- en nachtsituatie. Effectieve maatregelen zijn dan ook het opnemen van venstertijden voor het vullen van het lpg-reservoir in de milieuvergunning van garage Visscher en/of in de routeringsontheffing voor de lpg-transporteur. Aanbevolen wordt op deze wijze de aanvoer van lpg tot de dagperiode te beperken.

Conclusie

Geconcludeerd kan worden dat voor het onderhavige (consoliderende) plan sprake is van acceptabele externe veiligheidsrisico’s.Tevens is het bedrijventerrein aangewezen als route gevaarlijke stoffen per weg.