direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Bedrijventerrein Nieuw Schaik
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0545.BPNIEUWSCHAIK-VS01

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Bedrijventerrein Nieuw Schaik van de gemeente Leerdam;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0545.BPNIEUWSCHAIK-VS01 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;

1.3 aan huis gebonden beroep of bedrijf

een beroeps- of bedrijfsactiviteit, en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 achtererf

de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel van het hoofdgebouw of achter een denkbeeldige lijn in het verlengde daarvan;

1.7 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.8 bebouwingspercentage

de bebouwde oppervlakte van de gebouwen uitgedrukt in procenten van de totale oppervlakte van nader aangegeven gronden;

1.9 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;

1.10 bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.11 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

1.12 bestaande afwijkingen in maatvoering

afwijkingen in maatvoering voor wat betreft op het tijdstip van de terinzagelegging van het plan bestaande bebouwing;

1.13 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.14 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.15 Bevi-inrichting

een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, opgenomen in Bijlage 2 Wettelijke regelingen;

1.16 bijbehorend bouwwerk

een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk met een dak;

1.17 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.18 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.19 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.20 bouwmarkt

een winkel die hoofdzakelijk doe-het-zelf-producten verkoopt;

1.21 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.22 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.23 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.24 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.25 bruto vloeroppervlak(te)

de totale vloeroppervlakte van een gebouw met inbegrip van magazijnen en overige dienstruimten;

1.26 buurt- en gemakswinkel

een onder perifere detailhandel te begrijpen winkel, met een maximum oppervlakte van 200 m², waar werkgevers en werknemers van gevestigde bedrijven dranken of etenswaren kunnen kopen of verkrijgen;

1.27 consumentenvuurwerk

vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik;

1.28 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied;

1.29 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.30 detailhandel in weggebonden artikelen

detailhandel in een assortiment goederen dat is gebaseerd op de behoeftes van een automobilist of diens passagiers, zoals vloeistoffen voor de auto, artikelen die de veiligheid in de auto bevorderen, snoepgoed, kleine snacks en drankjes;

1.31 dienstverlening

bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, alsmede sportieve en recreatieve activiteiten, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's, fitnessstudio's en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, met uitzondering van een garagebedrijf, een seksinrichting en een belwinkel;

1.32 evenement

een voor publiek toegankelijke verrichting van kunst, ontwikkeling, ontspanning of vermaak, feesten en muziekvoorstellingen daaronder begrepen, waarvoor ingevolge regelgeving een melding moet worden gedaan dan wel vergunning of ontheffing moet worden aangevraagd en verleend;

1.33 extensief recreatief medegebruik

vorm van recreatie die in hoofdzaak is gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen, waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, maar waarvoor kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes;

1.34 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.35 hoofdgebouw

een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

1.36 horeca
  • I. horeca-inrichtingen voor het bedrijfsmatig verstrekken van (ter plaatse bereide) maaltijden/ snacks, al dan niet in combinatie met alcoholvrije drank om aldaar te nuttigen, afhaal mede inbegrepen (thee- en koffiehuizen, lunchrooms, broodjeszaken, ijssalons, cafetaria's,snackbars, shoarmazaken). Deze categorie geldt alleen voor inrichtingen binnen de bebouwde kom;
  • II. horeca-inrichtingen voor het overwegend bedrijfsmatig verstrekken van maaltijden/etenswaren, al dan niet in combinatie met alcoholhoudende of -vrije drank, voor gebruik ter plaatse, ni et in combinatie met detailhandel en niet zijnde afhaal (restaurants, eetcafes, cafe-restaurants, grand-cafes);
  • III. horeca-inrichtingen zoals aangegeven bij categorie I en II, die uitsluitend toegankelijk zijn voor vooraf gereserveerde groepen vanaf twee personen (kookstudio's); voor zover een hiervoor bedoeld bedrijf zich bevindt binnen de bestemming 'wonen', 'woongebied' of 'agrarisch' wordt het geacht een ondersteunend karakter te hebben binnen de hoofdbestemming;
1.37 internetwinkel

een bedrijvigheid waarbij diensten en producten worden besteld en betaald via het internet. In beginsel is sprake van verzending van producten per post;

1.38 inrichting als genoemd in bijlage C en D van het Besluit milieu-effectrapportage 1994

een inrichting als opgenomen in Bijlage 2 Wettelijke regelingen;

1.39 kantoor

een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige dan wel financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie;

1.40 landhoofd

een bouwwerk dat de overgang vormt van een grondlichaam naar een brug of een viaduct;

1.41 nadere eis

een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;

1.42 natuurwaarde

de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologisch, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;

1.43 normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden

werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;

1.44 onderkomens

voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen;

1.45 peil
  • a. voor gebouwen die, binnen een afstand van 5 m, aan de weg grenzen: de hoogte van die weg;
  • b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld;
  • c. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
    de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • d. indien de onder a en b genoemde peilen in het veld aanleiding geven tot onduidelijkheden, een door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen peil;
1.46 perifere detailhandel

detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen, tuincentra, buurt- en gemakswinkels, bouwmarkten of meubelbedrijven (inclusief in ondergeschikte mate woninginrichting en stoffering) met een minimale verkoopvloeroppervlakte van 1.000 m² en detailhandel in zeer grote goederen zoals auto's, boten, caravans, keukens, badkamers, landbouwwerktuigen of grove bouwmaterialen;

1.47 productiegebonden detailhandel

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie, dat wil zeggen dat de detailhandelsactiviteiten minder dan 50% van het totale vloeroppervlak in beslag neemt;

1.48 professioneel vuurwerk

vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk;

1.49 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;

1.50 seksinrichting

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof hij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden.

Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, escortbedrijf, parenclub en (raam)prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.51 Staat van bedrijfsactiviteiten

de Staat van bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;

1.52 transportbedrijf

een inrichting zoals bedoeld in het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer;

1.53 tuincentrum

een winkel gespecialiseerd in de verkoop van tuinartikelen en met name verkoop van bomen, planten (zowel tuinplanten als kamerplanten), bloemen, zaden, tuingereedschap, tuinaarde en potgrond, bestrijdingsmiddelen, meststoffen, bestratingsartikelen zoals stenen, hout voor schuttingen en kunstwerken;

1.54 verbeelding
  • a. de digitale verbeelding van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Nieuw Schaik;
  • b. de analoge verbeelding van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Nieuw Schaik, bestaande uit de kaart met tekeningnummer NL.IMRO.0545.BPNIEUWSCHAIK-VS01 met legenda;
1.55 vuurwerkbedrijf

inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is;

1.56 watergang

een werk, al dan niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan;

1.57 Wgh-inrichting

een inrichting als bedoeld in onderdeel D van bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht, opgenomen in Bijlage 2 Wettelijke regelingen;

1.58 woning

een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.59 zijerf

de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.