direct naar inhoud van Artikel 17 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Leerdam West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0545.BPLEERDAMWEST-VS01

Artikel 17 Verkeer - Verblijfsgebied

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie;
  • b. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijke - kiosk', voor een kiosk;
  • c. (ondergrondse) afvalcontainers;
  • d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, speelvoorzieningen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, (ondergrondse) afvalcontainers, duikers, bruggen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

17.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

17.2.1 Kiosk
  • a. Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijke - kiosk'.
  • b. De goothoogte mag niet meer bedragen dan de goothoogte van de bestaande bebouwing.
  • c. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de bouwhoogte van de bestaande bebouwing.

17.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. De bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 15 meter.
  • b. De bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 15 meter.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 meter, met dien verstande dat de bouwhoogte van speelvoorzieningen 5 meter bedraagt.

17.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.