direct naar inhoud van Artikel 30 Algemene afwijkingsregels
Plan: Leerdam Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0545.BPCENTRUMLEERDAM-VS01

Artikel 30 Algemene afwijkingsregels

30.1 Algemeen

Het bevoegd gezag is bevoegd -tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds kan worden afgeweken van het bestemmingsplan- door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bepalingen in het plan voor:

  • a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
  • b. overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 meter bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  • c. het bepaalde in 29.2 voor het toestaan van terrassen binnen andere bestemmingen mits:
    • 1. een akoestisch onderzoek aantoont dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat ter plaatse;
    • 2. het terras niet leidt tot een onevenredige aantasting van de privacy voor belendende percelen, bij eventueel direct zicht vanaf het terras op tuinen van aangrenzende percelen dient de aanvrager te zorgen voor de benodigde afscherming.
  • d. het bepaalde in 29.3 voor het toepassen van een lagere parkeernorm mits de parkeerbalans het toelaat om elders de parkeervraag op te vangen binnen acceptabele loopafstand. Bij disbalans moeten door de initiatiefnemer op acceptabele loopafstand nieuwe parkeerplaatsen in het centrum worden gerealiseerd .
30.2 Voorwaarden

De omgevingsvergunning wordt niet verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerk.

30.3 Afwijking kap op één bouwlaag

Het bevoegd gezag is bevoegd door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwhoogten in het plan voor het bouwen van een kap op een gebouw, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. het bestaande gebouw heeft één bouwlaag en is afgedekt met een plat dak;
  • b. de ter plaatse toegestane bouwhoogte mag met niet met meer dan 4 m worden overschreden;
  • c. uit een stedenbouwkundige beoordeling blijkt dat de kap goed aansluit bij de omliggende bebouwing.