direct naar inhoud van Artikel 15 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Leerdam Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0545.BPCENTRUMLEERDAM-VS01

Artikel 15 Verkeer - Verblijfsgebied

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verblijfsfunctie;
  • b. (ondergrondse) afvalcontainers;
  • c. terrassen ten behoeve van horeca;
  • d. balkons ten behoeve van op aangrenzende gronden gelegen woningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - balkon';
  • e. horeca van categorie 2 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
  • f. een loopbrug ten behoeve van een op aangrenzende gronden gelegen maatschappelijke voorziening ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - loopbrug';
  • g. een luchtbrug ten behoeve van een op aangrenzende gronden gelegen maatschappelijke voorziening ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - luchtbrug';
  • h. (week)markten;
  • i. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, kunstobjecten, nutsvoorzieningen, (ondergrondse) afvalcontainers, duikers, bruggen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
15.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd, en gelden de volgende regels:

15.2.1 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. De bouwhoogte van palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer bedragen dan 15 meter.
  • b. De bouwhoogte van kunstobjecten mag niet meer bedragen dan 15 meter.
  • c. De bouwhoogte van een luchtbrug ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - luchtbrug', mag niet meer bedragen dan 4 meter.
  • d. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 meter.
15.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond.