6.6 Afwijken van de gebruiksregels
6.6.1 Mantelzorg
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1 sub a en b voor het gebruik van een deel van het hoofdgebouw of bijgebouwen bij een woning als afhankelijke woonruimte (inwoning), met dien verstande dat:
-
a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit het oogpunt van mantelzorg;
-
b. op het perceel al een woning aanwezig is;
-
c. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven;
-
d. per woning maximaal één omgevingsvergunning ten behoeve van inwoning voor mantelzorg mag worden verleend;
-
e. maximaal 75 m² van hoofdgebouw en/of bijgebouwen mag worden gebruikt ten behoeve van de inwoning.
6.6.2 Publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit
Burgemeester en wethouders zijn door middel van een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde in 6.5.1 voor het toestaan van publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat:
-
a. De woonfunctie van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken in overwegende mate worden gehandhaafd;
-
b. De vloeroppervlakte die voor het aan een woning verbonden beroep of bedrijf wordt benut, niet meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van alle vloeren van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken, zulks tot een maximum van 25 m²;
-
c. De activiteit in ieder geval wordt uitgevoerd door de (mede)bewoner van de desbetreffende woning;
-
d. De ruimtelijke uitstraling door het beroep of bedrijf beperkt blijft;
-
e. Bedrijfsmatige activiteiten en buitenopslag in de (openbare) ruimte rondom de woning niet zijn toegestaan, behoudens in- en uitladen;
-
f. De belangen van derden niet onevenredig worden geschaad en geen onevenredige hinder ontstaat voor het woon- en leefmilieu. Dit geldt bijvoorbeeld voor lichtinval, bezonning, privacy en uitzicht van naastgelegen percelen, milieuhinder, toename van parkeerdruk en een verhoging van de verkeersaantrekkende werking;
-
g. Geen onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte mag ontstaan en voldoende parkeervoorzieningen op het eigen terrein gerealiseerd moeten worden. Conform het parkeerbeleid van de gemeente Leerdam wordt aan de hand van de 'publicatie 182 parkeerkencijfers - basis voor parkeernormering" van de CROW (maart 2004) bepaald hoeveel parkeerplaatsen benodigd zijn;
-
h. Detailhandel alleen is toegestaan in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, verwerkt of bewerkt, en dit een ondergeschikt deel van de bedrijfsvoering is;
-
i. Er geen horeca, horeca-activiteiten of seksinrichting is toegestaan.
6.6.3 Zorgwonen
Burgemeester en wethouders zijn door middel van een omgevingsvergunning bevoegd af te wijken van het bepaalde in 6.1 voor het toestaan van zorgwonen, met dien verstande dat:
-
a. Een zorgindicatie is gesteld waaruit de noodzaak van zorgwonen blijkt;
-
b. Vooraf schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de brandweer;
-
c. Op het perceel al een woning aanwezig moet zijn;
-
d. Geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het gediend zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven;
-
e. Per woning maximaal één omgevingsvergunning ten behoeve van zorgwonen mag worden verleend;
-
f. Bij beëindiging van de zorgbehoefte het gebruik wordt teruggebracht naar de bestaande situatie.