direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Stormpolder
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0542.BPStormpolder-oh01

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan Stormpolder van de gemeente Krimpen aan den IJssel.

Dit bestemmingsplan vormt een geconsolideerde versie van de volgende besluiten:

- bestemmingsplan Stormpolder, vastgesteld op 13 juni 2013, imrocode NL.IMRO.0542.BPStormpolder-va01
- reactieve aanwijzing Gedeputeerde Staten, d.d. 16 juli 2013, imrocode NL.IMRO.9928.DOSx2013x0004898AW-VA01.
 

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0542.BPStormpolder-oh01 met de bijbehorende regels.

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waarvoor ingevolge dit bestemmingsplan regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

 

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

 

1.5 bebouwing

een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

1.6 bedrijf

een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren, inzamelen, verwerken, verhuren, opslaan en/of distribueren van goederen.

 

1.7 bedrijfs- of dienstwoning

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.

 

1.8 bedrijfsgebouw

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf, niet zijnde woningen en bijgebouwen.

1.9 bedrijfsvloeroppervlakte

de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.

 

1.10 beperkt kwetsbaar object
  • a. zijnde:
    • 1. verspreid liggende woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare;
    • 2. dienst- en bedrijfswoningen van derden;
  • b. kantoorgebouwen, voorzover zij niet onder lid 1.25 sub c, vallen;
  • c. hotels en restaurants, voorzover zij niet onder lid 1.25 sub c, vallen;
  • d. winkels, voorzover zij niet onder lid 1.25 sub c, vallen;
  • e. bedrijfsgebouwen, voorzover zij niet onder onderdeel lid 1.36 sub c, vallen;
  • f. sport- en kampeerterreinen en terreinen bestemd voor recreatieve doeleinden, voorzover zij niet onder lid 1.25 sub d, vallen;
  • g. bedrijfsgebouwen, voorzover zij niet onder onderdeel lid 1.25 sub c, vallen;
  • h. objecten die met de onder a tot en met e en g genoemde gelijkgesteld kunnen worden uit hoofde van de gemiddelde tijd per dag gedurende welke personen daar verblijven, het aantal personen dat daarin doorgaans aanwezig is en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid bij een ongeval, voorzover die objecten geen kwetsbare objecten zijn, en;
  • i. objecten met een hoge infrastructurele waarde, zoals een telefoon- of elektriciteitscentrale of een gebouw met vluchtleidingsapparatuur, voorzover die objecten wegens de aard van de gevaarlijke stoffen die bij een ongeval kunnen vrijkomen, bescherming verdienen tegen de gevolgen van dat ongeval.

1.11 bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen

afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

1.12 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak.

 

1.13 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

 

1.14 bevoegd gezag

bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

1.15 bouwen

plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk.

 

1.16 bouwgrens

de grens van een bouwvlak.

 

1.17 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

 

1.18 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel.

 

1.19 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

 

1.20 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

 

1.21 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

 

1.22 geluidsgevoelige objecten

woningen alsmede andere geluidgevoelige gebouwen of geluidgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.

1.23 gezoneerd industrieterrein

terrein waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van bedrijven en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.

 

1.24 kantoor

voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

 

1.25 kwetsbaar object
  • a. woningen, voor zover zij niet onder lid 1.10 sub a vallen, woonschepen en woonwagens (meer dan 2 per hectare);
  • b. gebouwen bestemd voor het verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten:
    • 1. ziekenhuizen, bejaardenhuizen en verpleeghuizen;
    • 2. scholen;
    • 3. gebouwen of gedeelten daarvan, bestemd voor dagopvang van minderjarigen;
    • 4. sociale werkplaats.
  • c. gebouwen waarin grote aantallen van personen gedurende een groot gedeelte van de dag plegen te zijn:
    • 1. kantoorgebouwen en hotels met een brutovloeroppervlak van meer dan 1.500 m² per object;
    • 2. complexen, waarin meer dan 5 winkels zijn gevestigd en waarvan het gezamenlijk brutovloeroppervlak meer dan 1.000 m² bedraagt, en winkels met een totaal vloeroppervlak van meer dan 2.000 m² per object, voor zover in die complexen of in die winkels een supermarkt, hypermarkt of warenhuis is gevestigd;
  • d. kampeer- en andere recreatieterreinen bestemd voor het verblijf van meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen van het jaar.

Objecten die onderdeel uitmaken van een Bevi-inrichting (als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen) maken hiervan geen onderdeel uit.

1.26 milieucategorie

een aan een bedrijfsactiviteit toegekende categorie volgens de in de bijlage bij deze regels opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten.

1.27 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.

 

1.28 ondergeschikte bouw(onder)delen

ondergeschikte delen aan een gebouw zoals trappen, bordessen, funderingen, kelderingangen, overstekende daken, goten, luifels, balkons, balkonhekken, schoorstenen, liftopbouwen, installaties, technische ruimten en andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen.

1.29 peil
  • a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang grenst aan de weg: de hoogte van de kruin van de weg, indien deze weg een dijk betreft: de hoogte van de kruin van de dijk;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1': 2,75 m + NAP;
  • c. voor andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de bouw, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende, ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven.

1.30 perifere detailhandel - 1

detailhandel in producten die qua aard of omvang van het aangeboden product niet past binnen normale winkelcentra en daarom in de periferie moeten worden gevestigd, te weten:

  • detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen;
  • detailhandel in auto's, motoren, boten, caravans, tenten, grove bouwmaterialen en landbouwwerktuigen.

1.31 perifere detailhandel - 2

detailhandel in producten die qua aard of omvang van het aangeboden product niet past binnen normale winkelcentra en daarom in de periferie moeten worden gevestigd, te weten:

  • tuincentra;
  • bouwmarkten.

1.32 perifere detailhandel - 3

detailhandel in producten die qua aard of omvang van het aangeboden product niet past binnen normale winkelcentra en daarom in de periferie moeten worden gevestigd, te weten:

  • grootschalige meubelbedrijven (inclusief in ondergeschikte mate woninginrichting en stoffering) met een vloeroppervlak van meer dan 1.000 m² b.v.o.;
  • detailhandel in keukens, badkamers, vloerbedekking, parket en zonwering.

1.33 productiegebonden detailhandel

beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen, vanuit een bedrijf dat die goederen vervaardigt/produceert, bewerkt en/of toepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.34 risicovolle inrichtingen
  • a. inrichtingen als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  • b. andere inrichtingen waarvan de 10-6 contour of de veiligheidsafstand buiten de perceelsgrenzen is gelegen.

1.35 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein'

de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'gezoneerd industrieterrein' die van deze regels deel uitmaakt zoals opgenomen in Bijlage 1 van deze regels.

1.36 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt zoals opgenomen in Bijlage 3 van deze regels.

1.37 straatmeubilair

bouwwerken ten behoeve van al dan niet openbare (nuts)voorzieningen, zoals:

  • a. verkeersgeleiders, verkeersborden, lichtmasten, zitbanken en bloembakken;
  • b. telefooncellen, abri's, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame;
  • c. kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeven van telecommunicatie, energievoorziening en brandkranen;
  • d. afvalinzamelsystemen.

1.38 voorgevel

de (evenwijdig) aan een weg gelegen en naar de weg toe gekeerde gevel van een hoofdgebouw.

1.39 voorgevelrooilijn

een lijn die zoveel mogelijk aansluit op de ligging van de voorgevels van de bestaande hoofdgebouwen en een zo gelijkmatig beloop overeenkomstig de richting van de weg heeft.

1.40 Wgh-inrichting

bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken.

1.41 woonschip

elk vaartuig of drijvend voorwerp, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning of recreatieverblijf.