direct naar inhoud van Artikel 9 Maatschappelijk
Plan: Langeland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0542.BPLangeland-VA01

Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen, waaronder: gezondheidszorg, kinderopvang, onderwijs, peuterspeelzalen, sociale en welzijnsvoorzieningen, verenigingsleven en voorzieningen ten behoeve van levensbeschouwelijke en religieuze doeleinden als ook ondergeschikte detailhandel ten behoeve van deze voorzieningen;
  • b. speelvoorzieningen;
  • c. sportzalen;
  • d. begraafplaats ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats';
  • e. bestaande bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • f. afzonderlijke kantoren die passen binnen de onder 9.1 a genoemde functies, uitsluitend toegestaan voor zover de bestemming is aangeduid met de functieaanduiding 'kantoor';
  • g. bijbehorende verkeers-, parkeer-, water- en groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen erven en terreinen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mag de goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte van gebouwen niet meer bedragen dan is aangeduid.
9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een hoogte van:
    • 1. maximaal 1 meter voor terrein- en erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel;
    • 2. maximaal 2 meter voor overige terrein- en erfafscheidingen;
    • 3. maximaal 7 meter voor palen en masten;
    • 4. maximaal 3 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering van gebouwen indien dit noodzakelijk is in verband met:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. de bebouwingskarakteristiek van de omgeving;
  • c. behoud van parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • d. de aansluiting aan structurele groenelementen;
  • e. ter waarborging van de verkeersveiligheid.