direct naar inhoud van 4.11 Externe veiligheid
Plan: Krimpenerwaard College
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0542.BPKLKrimpenerwaard-va01

4.11 Externe veiligheid

Wettelijk kader

Bij externe veiligheid (EV) gaat het om de gevaren die de directe omgeving loopt in het geval er iets mis mocht gaan tijdens de productie, het behandelen of het vervoer van gevaarlijke stoffen. De daaraan verbonden risico's moeten aanvaardbaar blijven. Binnen de EV worden twee normstellingen gehanteerd:

  • het plaatsgebonden risico (PR) richt zich vooral op de te realiseren basisveiligheid voor burgers;
  • het groepsrisico (GR) stelt beperkingen aan de maatschappelijke ontwrichting als gevolg van calamiteiten met gevaarlijke stoffen;
  • bebouwing is niet toegestaan binnen de zogenaamde 10-6-contour van het PR: rond inrichtingen waarin opslag/verwerking van gevaarlijke stoffen plaatsvindt;
  • langs transportroutes (weg, spoor, water, buisleiding) waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Risico's verbonden aan het transport van gevaarlijke stoffen zijn in kaart gebracht in diverse risicoatlassen.

In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) is opgenomen dat voor iedere toename van het GR een verantwoordingsplicht geldt, ook als de verandering geen overschrijding van de norm veroorzaakt.

Inrichtingen

Het plangebied is gelegen in de nabijheid van een lpg-tankstation. Dit tankstation valt onder de werkingssfeer van het Bevi en REVI. De afstand tot de planlocatie is ongeveer 115 m. De doorzet van lpg is voor het station beperkt tot 1.000 m³. Gelet op deze doorzet is de risicocontour voor het PR (PR 10-6-contour) 45 m. Deze reikt niet tot de planlocatie.

Het invloedsgebied bedraagt 150 m (grijs in onderstaande afbeelding). Het plangebied en derhalve het Krimpenerwaard College valt deels binnen het invloedsgebied. Er moet dan ook een verantwoording van het GR plaatsvinden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0542.BPKLKrimpenerwaard-va01_0012.png"

Figuur 4.5 Invloedsgebied lpg-tankstation

De DCMR heeft op 4 februari 2011 een rapportage uitgebracht. De conclusie hiervan is dat de nieuwbouw van het Krimpenerwaard College zich deels binnen het invloedgebied van lpg-tankstation Langeland bevindt.

 

Als gevolg van de realisatie van de school op deze plek is sprake van ruim een verdubbeling van het GR. Het GR bedraagt in de nieuwe situatie 10 maal de oriëntatiewaarde. Echter, wanneer rekening gehouden wordt met de, in de praktijk reeds gerealiseerde maatregelen (bevoorrading vindt plaats door vrachtwagens met een hittewerende coating en verbeterde vulslangen) die de lpg-branche heeft getroffen in het kader van het Convenant LPG, valt het GR lager uit. Het GR is dan 0,7 maal de oriëntatiewaarde.

Advies VRR 

Overeenkomstig het derde lid van artikel 13 van het Bevi heeft de gemeente het bestuur van de regionale brandweer (in casu de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond) in de gelegenheid gesteld om advies uit te brengen over de verantwoording van het GR en de mogelijkheden voor hulpverlening en zelfredzaamheid met betrekking tot het plangebied Krimpenerwaard College. De VRR heeft op 23 februari 2011 een advies afgegeven (zie Bijlage 9). De VRR adviseert om de risico's te beperken en de zelfredzaamheid en de mogelijkheden voor de hulpverlening te vergroten.

  • 1. Het verplaatsen van het lpg-tankstation of beëindigen van de verkoop van lpg-autogas. Hiermee wordt eveneens het vervoer van lpg door de woonkernen van de gemeente Krimpen aan den IJssel voorkomen.
  • 2. Het nieuwe schoolgebouw ligt binnen het effectgebied van een BLEVE (330 m vanaf het lpg-tankstation). Het gebouw dient zodanig te worden geconstrueerd dat aanwezigen tijd en gelegenheid hebben om te vluchten. Hierbij dient minimaal één (nood-uitgang van de bron afgericht te zijn. Alle (nood)uitgangen dienen in voldoende mate aan te sluiten op de bestaande infrastructuur binnen en buiten het plangebied.
  • 3. Het plangebied behoort te voldoen aan de bereikbaarheid, ontsluiting en bluswatervoorziening zoals gesteld conform de richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR). Dit behoort ter goedkeuring worden voorgelegd aan de afdeling Brandveiligheid en OI&P van de Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond District Oost.
  • 4. Draag zorg voor een goede voorlichting en instructie van de aanwezige personen zodat men weet hoe te handelen tijdens een calamiteit door middel van de campagne 'Goed voorbereid zijn heb je zelf in de hand'.

Op 14 november 2011 heeft de DCMR een verantwoording van het GR Krimpenerwaard College onderbouwd.

Over het advies van de VRR wordt het volgende opgemerkt:

  • Ad 1.

Mede door de maatregelen van het lpg-convenant is er voor dit station geen saneringsnoodzaak. Het PR voor kwetsbare objecten is kleiner dan de grenswaarde en de oriëntatiewaarde van het GR wordt niet overschreden. Het verplaatsen van het station of het intrekken van de vergunning voor lpg is derhalve niet aan de orde. Het tankstation heeft een beperkte doorzet (1.000 m³ per jaar), zodat het aantal transporten van lpg door de gemeente beperkt is. De kosten van verplaatsing of de schadevergoeding bij het intrekken van de vergunning zijn daarom onevenredig hoog.

  • Ad 2.

Dankzij de uitgevoerde maatregelen van het convenant is een BLEVE van de autogastankwagen onwaarschijnlijk geworden. Ondanks dat zal het schoolgebouw over meerdere (nood)uitgangen beschikken die van het tankstation af zijn gericht. Alle (nood)uitgangen sluiten aan op bestaande of in het kader van het inrichtingsplan geplande infrastructuur.

  • Ad 3.

Het inrichtingsplan zal worden voorgelegd aan de afdeling Brandveiligheid en OI&P van de Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond District Oost. Het plangebied wordt nu al ontsloten door meerdere openbare wegen (Groenendaal, Driekamp)

  • Ad 4.

Met het schoolbestuur worden nadere afspraken gemaakt omtrent voorlichting en instructie op het gebied van de campagne 'Goed voorbereid zijn heb je zelf in de hand'.

Deze verantwoording luidt als volgt:

In een eerder stadium heeft de DCMR geadviseerd over het aspect externe veiligheid (zie Bijlage 8). Hieruit kwam naar voren dat de locatie voldoet aan de normen voor het PR, maar dat de realisatie van dit plan een toename van het GR zal veroorzaken. Daarom is in deze notitie onderbouwd waarom het GR aanvaardbaar is. Het betreft een school voor voortgezet onderwijs, zodat er sprake is van voldoende mate van zelfredzaamheid bij de aanwezigen. Het gebied is van verschillende zijden goed bereikbaar. Mede door de invulling van het advies van de VRR, is er sprake van voldoende mogelijkheden voor bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en de mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen.

In het plangebied is gekeken naar mogelijke alternatieven voor de positionering van het gebouw, om de school geheel of gedeeltelijk buiten het invloedgebied van het LPG-tankstation te krijgen. Het geheel buiten de 150 meter zone bouwen van de school is binnen de gegeven footprint mogelijk. Het gaat echter ten koste van de compacte interne organisatie van het schoolgebouw dat nu rond een centrale ontmoetingsruimte is georganiseerd. Het gaat ook ten koste van de gevarieerde oriëntatie van de buitengevels met wisselend zicht. Gezien die kwaliteiten is gekozen voor deze, beperkte, overschrijding van de zonegrens.

Eindconclusie

In deze verantwoording (zie Bijlage 10) zijn diverse maatregelen opgenomen in het kader van zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Deze maatregelen hebben geen consequenties voor de hoogte van het GR, maar zorgen wel voor een feitelijke daling van de kans op ongevallen met grote aantallen slachtoffers. Daarnaast wordt nog onderzocht wat de mogelijkheden zijn om het LPG-tankstation binnen venstertijden te laten bevoorraden en dat deze aflevering van LPG alleen mag geschieden met tankwagens die zijn voorzien van hittewerende bekleding. Bij voorkeur worden deze eisen inrichtingsgebonden middels de milieuvergunning. Deze maatregelen zal het GR nog verder verlagen.

Op basis van het voorgaande acht het gemeentebestuur van Krimpen aan den IJssel het GR aanvaardbaar.

Transport

Er vindt in de nabijheid van het plangebied (behoudens de hierbovengenoemde) geen vervoer van gevaarlijke stoffen door buisleidingen, de weg, het water en over het spoor plaats. Dit betekent dat dit onderdeel geen significante belemmeringen voor de externe veiligheid oplevert.

Conclusie

Geconcludeerd wordt dat externe veiligheid geen belemmering vormt voor de realisatie van het plan. Er is sprake van een aanvaardbaar risico.