direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk
Plan: Kortland
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0542.BPKLKortland-oh01

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen, zoals bibliotheken, openbare dienstverlening, gezondheidszorg, kinderopvang, onderwijs, peuterspeelzalen, sociale en welzijnsvoorzieningen, verenigingsleven en voorzieningen ten behoeve van levensbeschouwelijke en religieuze doeleinden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats': uitsluitend een begraafplaats;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': tevens een bedrijfswoning;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': tevens horeca tot en met categorie 1b uit de Staat van Horeca-activiteiten;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'dierenasiel': tevens een dierenasiel;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': tevens dienstverlening;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens een kantoor;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, speelvoorzieningen, water en wegen.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 8 m, tenzij anders is aangeduid;
  • c. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste 5 m meer dan de toegestane goothoogte, tenzij anders is aangeduid;
  • d. de totale oppervlakte van gebouwen bedraagt per bouwperceel ten hoogste 100% van het bouwvlak;
  • e. de totale oppervlakte van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' mag niet meer dan 10% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak met een maximum van 1.000 m² bedragen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', mag de bestaande maatvoering van gebouwen en/of bouwwerken niet worden gewijzigd, tenzij het bevoegd gezag een omgevingsvergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering heeft verleend.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan tot een bouwhoogte van:
    • 1. maximaal 1 m voor terrein- en erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel;
    • 2. de bouwhoogte van terreinafscheidingen ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' bedraagt ten hoogste 3 m;
    • 3. maximaal 2 m voor overige terrein- en erfafscheidingen;
    • 4. maximaal 7 m voor palen en masten;
    • 5. de bouwhoogte van overige bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' bedraagt ten hoogste 7 m;
    • 6. maximaal 3 m voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:

  • a. de situering van de gebouwen ten opzichte van gevels van gebouwen op aangrenzende percelen indien dit noodzakelijk is in verband met:
    • 1. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
    • 2. de bezonning en de lichttoetreding;
    • 3. het handhaven van parkeergelegenheid op het betreffende perceel;
    • 4. het waarborgen van de verkeersveiligheid en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving;
    • 5. de stedenbouwkundige en cultuurhistorische waarden van de nabijgelegen gronden;
  • b. de aansluiting aan structurele groenelementen en/of hoofdontsluitingswegen;
  • c. de dakvorm en dakhelling van gebouwen indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en de bebouwingskarakteristiek van de omgeving.

10.4 Afwijken van de bouwregels
10.4.1 Afwijken van maximale goothoogte

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1 onder b voor een goothoogte tot ten hoogste 15 m indien het straatbeeld daardoor niet in onevenredige mate wordt aangetast en de breedte van de openbare ruimte ten minste tweemaal de gevraagde goothoogte bedraagt.

10.4.2 Afwijken van maximale bebouwingspercentage

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1 onder e teneinde een hoger bebouwingspercentage toe te staan, mits in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien.